
Inleiding
De Southern Baptists vormen de grootste protestantse kerkformatie niet alleen in de Verenigde Staten. Deze kerk telt veel meer predikanten dan tal van andere kerkgemeenschappen leden hebben. De mannen die aan de wieg stonden van de Southern Baptists waren allen gereformeerd in hun genadeleer. Dat geldt niet van al de huidige predikanten onder hen. De laatste decennia oriënteren de Southern Baptists zich echter steeds meer op hun wortels. Een bekende woordvoerder onder de Southern Baptists is Albert Mohler, president van Southern Baptist Seminary.
Mohler wijst in zijn publicaties op het belang van een Bijbelse en heldere prediking. Hij maakt ook duidelijk dat een Bijbels getuigenis een profetische spits heeft. In zijn boekje Atheism Remix: A Christian Confronts the New Atheists keert hij zich tegen de gedachte dat wij met een aangepast christendom mensen kunnen winnen. Hij citeert de atheïstische historicus Eugen D. Genovese:. Die schreef in 1995: ‘Bij veel van de protestantse theologie en religieuze studies die ik lees, kreeg ik het warme gevoel dat ik in gezelschap ben van mede-ongelovigen.’
Tegen de tijdstroom in komt Mohler op voor het Bijbelse geluid met betrekking tot huwelijk en gezin. In We Cannot Be Silent. dat aan de herdefinitie van het huwelijk door de overheid waarbij het huwelijk niet uitsluitend een relatie is tussen één man en één vrouw, een hele ontwikkeling vooraf is gegaan. Hij wijst op de seksuele revolutie van de jaren zestig van de vorige eeuw. Huwelijk en seksualiteit werden van elkaar losgekoppeld. De introductie van de moderne anticonceptiva was een katalysator van deze ontwikkeling. Dat geldt ook van het opgeven van de band tussen het huwelijk en het ontvangen van kinderen. Mohler stelt dat op dit punt ook de evangelicals te weinig profetisch hebben getuigt dat het aangaan van een huwelijk en de principiële bereidheid van meet af aan kinderen te ontvangen bij elkaar horen.
In het vervolg van deze bijdrage schets ik hoe het baptisme ontstond en hoe wij kunnen verklaren dat het baptisme in de Verenigde Staten zo’n grote plaats kreeg. Daarin geef ik in het kort de geschiedenis van Southern Baptist Theological Seminary weer. De eerste theologische opleiding van de Southern Baptist Convention. Een opleiding die onder leiding van Mohler weer een heel duidelijke koers vaart.
Het ontstaan van het baptisme
De zestiende eeuw is de eeuw van de Reformatie. Naast de lutherse en gereformeerde reformatie die wel de magistrale reformatie worden omdat men een beroep deed op de overheid bij de hervorming van de kerk, waren er de dopers. De dopers vonden de lutherse en gereformeerde reformatie niet consequent genoeg. Sinds de zeventiende eeuw vinden we de afwijzing van de kinderdoop niet alleen bij de doopsgezinden maar ook bij de baptisten. Deze mogen niet met elkaar gelijk worden gesteld. Het baptisme ontstond aan het begin van de zeventiende eeuw binnen de Engelse vluchtelingengemeente van Amsterdam. John Smyth en Thomas Helwys kwamen mede door hun contact met Nederlandse doopsgezinden tot de overtuiging dat de doop aan kleine kinderen geen bijbelse grond had. In hun visie op de doop en de positie van de plaatselijke gemeente liggen de overeenkomsten tussen de doopsgezinden en de baptisten.
Terwijl de doopsgezinden alle nadruk legden op de heiliging als navolging van Christus, stond bij de baptisten evenals bij de lutherse en gereformeerde reformatie veel meer het kruis van Christus centraal. De baptisten wilden niet weten van een band tussen kerk en staat, maar volgden de doopsgezinden niet in hun visie dat de christen geen overheidsambt mag vervullen. Smyth en Helwys wezen de leer van de verkiezing af en stelden dat de verzoening algemeen is. Hun geestelijke nazaten werden daarom ‘general baptists’ genoemd.
In de jaren dertig van de zestiende eeuw ontstonden in Engeland zelf naast de ‘general baptists’ de ‘particular baptists’. Hun wortels lagen in congregationalistisch puriteinse gemeenten te Londen. Een aantal leden daarvan had moeite met de kinderdoop gekregen. De ‘particular baptists’ beleden de soevereine verkiezing en beklemtoonden het particuliere karakter van de verzoening. In deze kringen werd een tweetal belijdenisgeschriften: de First en de Second London Confession. Het tweede belijdenisgeschrift was een variant van de Westminster Confession en verschilt daarvan alleen in visie op de doop, de kerkregering en de verhouding van kerk en staat.
Het baptisme in Amerika
In 1639 stichtte de puriteinse prediker Roger Williams de eerste baptistische gemeente op het Amerikaanse continent en wel nadat hij voor het standpunt was gewonnen dat de doop alleen op persoonlijke geloofsbelijdenis kan worden afgelegd was gewonnen. Daarvoor was hij al een tegen-stander van een band tussen kerk en staat en vanuit die zienswijze had hij gestalte geven aan de kolonie Rhode Island. Vooral door de Great Awakening en de later Second Awakening nam in Amerika het aantal baptisten sterk toe. Dat had mede te maken met het feit dat binnen het baptisme het niet gebruikelijk was te eisen dat een predikant academisch was geschoold. Daardoor konden de baptisten veel gemakkelijker dan de presbyterianen inspelen op de geweldige vraag naar predikers. Voor in de zuidelijke staten werd het baptisme echt een volksbeweging.
Verschil van inzicht over het feit dat iemand die slavenhouder was, zendeling kon worden, leidde in 1845 tot een splitsing tussen de noordelijke en de zuidelijke baptisten. De zuidelijke baptisten vormden de Southern Baptist Convention die vooral als doel had het zendingswerk zowel in binnen- als buitenland te behartigen; een feit dat mede de grote missionaire gerichtheid van de Southern Baptists verklaard.
Veel meer dan de noordelijke baptisten zijn de zuidelijke baptisten aan hun oorspronkelijk uitgangs-punten trouw gebleven. Dat verklaart ook dat vanaf het begin van de twintigste eeuw gemeenten uit de noordelijke staten aansluiting zochten bij de Southern Baptist Convention. Inmiddels zijn er in alle Amerikaanse staten gemeenten die vallen onder de Southern Baptist Convention. De Southern Baptist Convention is één van de weinig zogenaamde ‘mainline’ kerken die theologisch conservatief is in de goede zin van het woord en uitgaat van de Bijbel als het onfeilbare Woord van God. Binnen de Southern Baptists riep men in de tweede helft van de twintigste eeuw vanuit het grondvlak een halt toe aan de groeiende invloed van liberaal theologische ideeën die vooral vanuit theologische opleidingen werden gepropageerd.
Dit brengt mij bij de geschiedenis van Southern Baptist Theological Seminary; een geschiedenis die uitvoerig is gedocumenteerd door Gregory A. Wills, één van de huidige hoogleraren kerkgeschiedenis aan dit instituut. Dat temeer omdat de Southern Baptist Convention met haar krap zeventien miljoen leden en vierenveertigduizend gemeenten de grootste protestantse kerk van Amerika is en zeker als we afgaan op kerkelijke meelevendheid één van de grootste ter wereld.
De oprichting van Southern Baptist Theological Seminary
Tot aan de tweede helft van negentiende eeuw konden baptisten die predikant wilden worden, desge-wenst scholing aan een college (middelbare opleiding) of algemene universiteit ontvangen. Eventueel kon men zich aan een theologische hogeschool van een ander kerkverband laten inschrijven. Men had echter geen eigen theologische hogeschool. In het bijzonder de uit South Carolina afkomstige James P. Boyce (1827-1888) heeft zich ingezet hierin verandering aan te brengen. Boyce zelf had aan Brown University gestudeerd en vervolgens aan het presbyteriaanse Princeton Theological Seminary. De colleges die hij daar van Charles Hodge volgde hebben zijn liefde tot de calvinistische leer van vrije genade verdiept.
Boyce heeft er alles aan gedaan een zo breed mogelijk draagvlak voor een opleiding te vormen. Een theologische hogeschool zoals Boyce die voor ogen stond, moest aan drie voorwaarden voldoen. Ten eerste moesten ook zij die niet aan een college hadden gestudeerd en dus de grondtalen niet kenden, welkom zijn. Ten tweede moesten studenten voor wie die wel het geval was de gelegenheid worden geboden verdere scholing te ontvangen. Ten derde moest er een geloofsbelijdenis worden aangeno-men waaraan allen die aan de hogeschool les gaven, gebonden waren.
Op basis van deze principes werd ging 1859 Soutern Baptist Theological Seminary in Greenville, South Carolina van start. Het feit dat het mogelijk was theologie aan een theologische hogeschool te stude-ren met de Engelse Bijbelvertaling en ander louter Engelstalige teksten als uitgangpunt was in die dagen nieuw. Het sloot aan bij de baptistische traditie die academische vorming niet als een absolute must voor een predikant ziet. Belangrijker dan academische bekwaamheden waren persoonlijk geloof en godsvrucht en de drang om anderen voor Christus te winnen. Later zijn vele theologische hoge-scholen Southern Baptist Theological Seminary hierin gevolgd.
De derde voorwaarde was bedoeld om een dam op te werpen tegen het arminianisme dat Boyce als een groot gevaar voor de kerken zag. De theologische school was bedoeld om (jonge)mannen te be-kwamen tot predikers binnen de Southern Baptist Convention. Daarom had ook de Conventie het recht een voordracht te doen met betrekking tot de leden van het stichtingsbestuur van de hoge-school; een zaak die later in de geschiedenis van groot belang zou zijn.
De grondslag van Southern Baptist Theological Seminary
De Southern Baptists waren in die dagen gematigd tot overtuigd calvinistisch in hun theologie. Er was echter geen belijdenis waarin de gehele conventie was gebonden. Wel plachten gemeenten en asso-ciaties een belijdenis te hebben. Voor State Conventies en de Southern Baptist Convention achten velen dit onnodig. Het doel daarvan was immers supervisie te bieden bij het bedrijven van binnen- en buitenlandse zending en dan was het niet nodig, zo meenden velen, dat men zich gezamenlijk aan een confessie bond. Boyce dacht hier anders over. Daarom wilde hij de op te richten hogeschool wel aan een belijdenis binden.
Er werd door Boyce samen met anderen een Abstract of Principles opgesteld. Daarin was datgene op-genomen waarover onder de Southern Baptists geen verschil van mening was. In de genadeleer sloot dit geschrift aan bij de Dordtse Leerregels. Alleen datgene wat hierin over de verzoening werd beleden liet de mogelijkheid open daarover in algemener termen te spreken dan de Dordtse Leer-regels doen. De reden was dat de aanhangers van de zogenaamde New Divinity, de theologie ontwikkeld door de geestelijke nazaten van Jonathan Edwards, niet wilde uitsluiten.
Southern Baptist Theological Seminary was de eerste Amerikaanse hogeschool die een hoogleraar ontsloeg vanwege diens liberale inzichten. Het ging daarbij Crawford H. Toy (1836-1919). Toy had in 1859, het openingsjaar van Southern Baptist Seminary, daar gestudeerd. Daar bleek meteen zijn grote begaafdheid. Tien jaar later werd hijzelf als hoogleraar Oude Testament en Oosterse talen aan zijn alma mater benoemd. Al spoedig ontstonden er problemen. Toy bleek geen moeite te hebben met de evolutieleer van Darwin. Hij aanvaardde de visie van Wellhausen op het Oude Testament. Zo ging hij mee met de bronnensplitsing van de Pentateuch. Hij stelde ook dat de schrijvers van het Nieuwe Testament meer dan eens het Oude Testament op een onjuiste wijze hebben geïnterpreteerd.
Southern Baptist Seminary na de dood Boyce
Na de dood van Boyce werd Broadus door het stichtingsbestuur tot president van de hogeschool gekozen. Hij zette de lijn van zijn vriend, collega en voorganger voort. Problemen kwamen er toen Broadus na zijn overlijden werd opgevolgd door William H. Whitsitt (1841-1911). Hij was kerkhistoricus. Hij toonde aan dat de praktijk van onderdompeling in plaats van besprenging pas in de jaren veertig van de zeventiende eeuw onder de baptisten ingang vond en dat ook de Amerikaanse baptisten oorspronkelijk niet door onderdompeling doopten.
Whitsitt werd opgevolgd door Edgar Y. Mullins (1860-1928). Niet alleen door zijn presidentschap van Southern Baptist Theological Seminary maar ook door zijn boeken, artikelen en preken werd Mullins één van de meest invloedrijke baptistische theologen uit de eerste helft van de twintigste eeuw. In zijn visie dat binding aan de confessie geen verhindering kan zijn voor academische vrijheid ging hij feitelijk verder dan zijn voorganger. Hij stelde zich echter veel diplomatieker op.
Theologisch ging Mullins duidelijk andere wegen dat de eerste generatie hoogleraren. Hij nam zijn uitgangspunt niet in de bijbel als het onfeilbare Woord van God, maar in de christelijke geloofservaring. Vanuit de christelijke geloofservaring kwam hij er vervolgens de centrale waarheden van het christelijke geloof ons in de Schrift geopenbaard te aanvaarden. Hij was daarin echt een zogenaamde vermittlungstheoloog die een middenweg zocht tussen de klassieke orthodoxie en de moderne theologie. In zijn persoonlijke optreden straalde hij een piëtistische vroomheid uit, maar tegen gematigde vormen van Schriftkritiek had hij geen bezwaar.
Southern Baptist Theological Seminary na de Tweede Wereldoorlog
Na Tweede Wereldoorlog ontwikkelde Southern Baptist Theological Seminary zich steeds meer in liberale richting. In 1978 ontwikkelden Paul Pressler, een rechter uit Texas, en Paige Patterson (1942-heden), president van Criswell Bible College in Dallas, een strategie om de koers van de hogescholen te veranderen. Bestudering van de regels van de Southern Baptist Convention liet hen zich dat de verkiezing van een conservatieve president voor de Conventie van cruciaal belang was.
Een conservatieve president kon via zijn voordrachten voor de commissie voor de benoemingen op termijn een andere samenstelling van de stichtingsbesturen van de hogescholen bewerkstelligen en daarmee een koerswijzingen van die hogescholen. Volgens de regels van de Conventie heeft elke gemeente die aan haar financiële verplichtingen voldoet, al naar gelang haar omvang het recht één of meer afgevaardigden naar de Conventie te sturen.
Dit alles had gevolgen voor de samenstelling van het stichtingsbestuur van Southern Baptist Theo-logical Seminary. Tot verbazing van meerderen werd de jonge en relatief onbekende R. Albert Mohler (1959-heden) in 1993 tot president gekozen. Mohler maakte direct na zijn aantreden duidelijk dat hij van hoogleraren verwachtte dat hun opvattingen metterdaad in overeenstemming waren met het Abstract of Principles.
Mohler gaf aan dat binding aan de Bijbel als Gods onfeilbaar Woord ook afwijzing van de vrouw in het ambt inhield; een standpunt dat door de Southern Baptist Convention in 1998 in een nieuw artikel van The Faith and Baptist Message over de betekenis van het gezin en de verhouding man en vrouw werd vastgelegd. Toen 2017 in de Nashville Statement uitkwam, was Southern Baptist Theological Seminary een het eerste theologische seminary vanb de Southern Baptist Convention dat deze verklaring in haar grondslag opnam.
Zoals ik al aangaf wordt van hoogleraren en docenten verbonden aan Southern Baptist Theological Seminary wordt verwacht dat zij zonder reserve de Schrift als Gods onfeilbaar Woord aanvaarden en ook het gezag van de Schrift in ethisch opzicht erkennen. Concreet wordt van hoogleraren en docenten gevraagd dat zij niet alleen hun instemming betuigen het het Abstact of Principles, maar ook met de Chicago Statement on Inerrancy, de Danvers Statement (gewijd aan het Bijbels getuigenis over man en vrouw) en de Nashville Statement (gewijd aan het Bijbels getuigenis over huwelijk en seksualiteit.
Als het gaat om Schriftgezag en zaken als de vrouw in het ambt en de vraag of er ruimte is voor homo-seksuele relatie is Southern Baptist Theological Seminary veel duidelijker dan vrijwel alle theologische opleidingen in Nederland. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat onder theologen werkzaam aan een theologische opleiding in Nederland slechts een enkeling de Chicago Statement on Inerrancy, de Danvers Statement en de Nashville Statement voor zijn rekening wil nemen.
Slot
Het moet ons als Nederlandse protestanten verblijd dat er elders in de wereld sprake is van een terugkeer naar de Schrift of doorwerking van de Schrift. Dat laatste zien we vooral op het zuidelijke halfrond. Wat ons scheidt van de baptisten blijft de visie op de reikwijdte van het verbond. Zeker met baptisten die de leer van vrije genade beleden is er echter veel waarin wij overeenstemming. Een overeenstemming die op het grondvlak altijd goed is gevoeld.
R. Albert Mohler Jr., Atheism Remix: A Christian Confronts the New Atheists (Wheaton: Crossway Books, ), hardcover 112 pp. $15,99 (ISBN 9781433504976)
R. Albert Mohler Jr. We Cannot Be Silent. Speaking truth to a culture redefining sex, marriage, & the very meaning of right and wrong (Nashville: Nelson Books, 2015) hardcover 213 pp., $8,99 (ISBN 978-0718032487)