Nood en vreugde

De grootste nood is de zondenood. Als we door het geloof op Christus mogen zien, God geopenbaard in ons mense­lijk vlees, dan hebben we het goed, ook al treft ons het felste verdriet. De grootste vreugde is de vreugde die gelegen is in de nabij­heid van God in Christus. Wanneer die vreugde gesmaakt wordt, wordt de angel uit alle moeite en zorg wegge­no­men. Gods kerk ver­keert hier in het strijdperk van dit leven. Wanneer we door Christus’ bloed met God verzoend zijn, worden al onze tranen in Gods fles vergaard. Eenmaal zal God alle tranen van onze ogen afwissen. Wij verwachten naar Gods belofte een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waarop vrede en gerechtigheid wonen zal. Die verwachting is gegrond op Chris­tus’ bloed.

Deelt u die verwachting? Wat dunkt u van de Chris­tus? ­Het Woord van God leert ons dat heel de wereld voor God ver­doemelijk is. Wij staan van nature buiten het koninkrijk der hemelen. Het is zaak dat we dit gaan beseffen. De vraag wordt wel eens gesteld of iemand die geen last heeft van zijn zonden tot Christus mag vluchten. Dan antwoord ik daarop dat iedereen niet alleen tot Christus mag vluchten, maar dat hij zelfs tot Christus moet vluchten. Het is Gods gebod dat wij in de Naam van Zijn Zoon geloven.

Vluchten doe je echter alleen als je gevaar ziet. Geloven betekent: wanhopen aan jezelf en leunen op Christus. Het tweede kan er nooit zijn zonder het eerste. Kennis van zonde is nodig. Waar God begint te werken, begint het daarmee. Hoe moeten we het nu zien als ie­mand overtuigt wordt van zonden? Heel vaak wordt gesteld: ‘Zo iemand is wedergebo­ren.’ Al staat hij voor zijn eigen gewaarwording overal bui­ten, het begin is er. Dit is echter een zeer gevaar­lijke en heel onbij­belse benadering.

Het is waar dat het met kennis van schuld begint. Maar dat betekent nog niet dat je ervan uit mag gaan het zij openlijk of stil­zwijgend dat je wedergeboren bent, omdat je last hebt van je zon­de. Wie overtuigd wordt van zonden, gevoelt het gevaar waarin hij ver­keert, namelijk dat hij niet weder-geboren is. Daarom vlucht hij tot Christus. We zijn wedergeboren als we ingaan door de Deur Christus. Wie de Zoon heeft, heeft het leven, maar wie de Zoon niet heeft, die heeft het leven niet.

Ik kan het voorafgaande met een beeld duidelijk maken. Iemand is buiten op straat. Het begint te regenen. Hij voelt zich nat worden. Plotseling gaat er een huisdeur open. Hem wordt aange­boden binnen te schuilen. Wie van dat aanbod geen gebruik maakt, heeft blijk­baar niet veel last van de regen. In ieder geval blijft hij liever bui­ten op straat in plaats dat hij naar binnen gaat. Wellicht zet hij een paraplu op.

Als iemand wel overtuigd is van zonden, maar niet tot Chris­tus vlucht, dan kan je onmogelijk spreken van een zaligmakende overtui­ging van zonden. Wie zaligmakend overtuigd is van zonden, vlucht tot Christus. In de catechis­mus wordt ons geleerd dat drie stukken nodig zijn om zalig te leven en sterven. Er zijn mensen die het eerste stuk over­slaan. Die menen het alleen met de kennis van verlossing en dank­baarheid te kunnen doen. Anderen blijven bij het eerste stuk staan en dan zien ze het eigenlijk zo dat één stuk absoluut nodig is namelijk dat van de ellende, terwijl de andere twee wel heel belangrijk zijn, maar toch gemist kunnen worden.

De Bijbel leert ons dat er geen zaligheid is zonder de kennis van Christus. Die kennis kan heel gering zijn. Het ge­loof in Christus kan heel zwak zijn. Maar wie wedergeboren is, heeft kennis aan Christus. Petrus noemt als kenmerk van de wederge­boorte dat Christus ons dierbaar is. Daarom is voor ons allen de vraag: ‘Wat dunkt u van de Christus?’

Er zijn christenen die wel van de jubel willen weten, maar niet van de klacht. Je komt ook christenen tegen die alleen maar kla­gen. Een ware christen klaagt over zijn zonden, maar daar blijft het niet bij. Hij gaat met al zijn klachten naar de hemelse Dok­ter. Daaruit blijkt juist hoe diep de pijn over de zonden is.

Een ware christen leunt op Christus, Die hem door God geschonken is tot wijs­heid, recht­vaardigheid, heiligma­king en verlossing. Dezelfde Christus Die ons bekleedt met Zijn gerech­tigheid en ons heiligt door Zijn Geest, zal ons eenmaal verlossen uit het lichaam dezes doods. Bij het sterven worden de zielen van Gods kin­deren tot Christus, hun Hoofd, opgenomen. En op de jongste dag ontvangen zij een lichaam gelijkvormig aan Zijn heer­lijk lichaam.

Op het geloofs­artikel van de ver­geving der zonden volgt dat van de weder­opstanding van het vlees. “Hij komt om de aarde te richten; Hij zal de wereld richten in gerechtig­heid, en de volken in rechtma­tigheid” (Psalm 98 vers 9). Weet u van deze hoop? Van de hoop die niet beschaamt, omdat de liefde van God in uw hart is uitge­stort door de Heilige Geest?

Als ik het wond’re kruis aanschouw,

waar Christus stierf, die ’t al volbracht,

dan voel ik, hoe ‘k mijn trots berouw

en ’t rijkst gewin slechts schade acht.

Verbied mij dan elk pralend woord

voor al wat niet uw kruis is, Heer,

en laat mij, wat m’ op aard bekoort,

ten offer leggen voor U neer!

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s