
Geestelijke en maatschappelijke noden zowel binnen als buiten zijn gemeente kunnen een predikant neerdrukken. Vooral omdat hij merkt dat hij aan die noden en zorgen niet de aandacht kan geven die hij zou willen geven. De Amerikaanse predikant Michael Morgan heeft vanuit deze optiek het leven van de achttiende-eeuwse predikant John Newton beschreven waarbij hij de relevantie van diens bediening laat zien. Newton was een heel toegankelijk persoon die gemakkelijk contacten legde. Hij was ook welbewust interkerkelijk en had zijn vrienden niet alleen onder de anglicanen, maar ook onder de baptisten, congregationalisten, moraviërs en calvinistische en wesleyaanse methodisten.
Newton spoorde christenen aan elkaar bij te staan in geestelijke noden. Hij stimuleerde ook vrienden en bekenden zich in zetten voor de oplossing van maatschappelijke en sociale problemen. Hij leefde met hen in gebed en zij konden bij hem terecht voor advies en bemoediging. Morgen geeft aan dat Newtons houding daarin voor een predikant voorbeeldig was. De mogelijkheden van een predikant zelf zijn beperkt, maar hij kan wel gemeenteleden, vrienden en bekenden stimuleren om zichzelf op zijn eigenlijke taak te concentreren, namelijk de verkondiging van het Evangelie.
Newton ging contacten met andersdenkenden niet uit de weg. Toen Newton in Olney stond, diende Thomas Scott de naburige parochie van Ravenstone. Scott was vrijzinnig in zijn opvattingen. In 1775 stelt hij Newton voor dat zij een briefwisseling beginnen waarin ieder zijn eigen leerstellige positie zou toelichten.
Op verzoek van een vriend had hij hem daarvoor al eens in een doordeweekse dienst horen preken. Hij zat toen recht voor de preekstoel en de tekst was Hand. 13:9-10: ‘Doch Saulus (die ook Paulus ge-naamd is), vervuld met den Heiligen Geest, en de ogen op hem houdende, zeide: O gij kind des duivels, vol van alle bedrog, en van alle arglistigheid, vijand van alle gerechtigheid, zult gij niet ophouden te verkeren de rechte wegen des Heeren?’
Scott meende dat Newton welbewust, omdat hij hem zag, over deze tekst preekte. Later begreep hij dat Newton niet wist wie hij was en in die tijd doordeweeks een prekenserie hield over het boek Handelingen. Die avond was juist de bewuste tekst aan de beurt.
Newton schreef Scott een achttal brieven. Scott poogde een polemiek uit te lokken. Newton ging daar zomin mogelijk op in. Met liefde zette hij de betekenis van het Evangelie van Gods genade in Christus uiteen. Hij deed een beroep op Scott wat hij schreef biddend aan Gods Woord te toetsen. Dit advies, samen met de heilzame invloed van zijn vrouw, is voor Scott tot eeuwige zegen geworden. Scott had een nog al onstuimig karakter. Zijn vrouw riep hem meer dan eens tot orde en wees hem erop zaken waarop hij werd gewezen, eerlijk te overwegen.
Scott stopte de correspondentie met Newton. Echter, wat Newton hem had geschreven liet hem niet los. Bij het onderzoek van de Bijbel kon hij zich niet aan de kracht van de waarheid ervan onttrekken. Hij werd wedergeboren tot een levende hoop en zo zelf gewonnen voor de waarheid die hij eerst had veracht en bestreden. Het is dan ook niet toevallig dat Scott zijn autobiografie, die voor het eerst in 1779 uitkwam, de titel gaf ‘The Force of Truth’.
Ik noem nog een tweede voorbeeld van een zegenrijk contact van Newton en wel William Wilber-force. Wilberforce verloor jong zijn vader. Omdat zijn moeder daarna ernstig depressief werd, namen zijn oom en tante William en Hannah Wilberforce hem in huis. Zij waren vrienden van Newton en bij een bezoek aan Olney ontmoette de toen negenjarige William Wilberforce Newton voor het eerst. Newton wiens huwelijk met Mart Catlett niet met de kinderzegen werd bekroond, was bijzonder op kinderen gesteld.
De komende twee jaar hadden Wilberforce en Newton gedurig contact met elkaar. Die werden ver-broken toen Newton naar Hull, waar zijn moeder woonde, terug moest keren. Zij meende dat haar kind bedorven werd omdat hij de boodschap van schuld en vergeving en van de noodzaak van per-soonlijke wedergeboorte hoorde. Met wereldse plezieren waarvan zij haar zoon liet genieten, wilde zij deze invloeden ongedaan maken
De vijftien jaar die volgde hadden Newton en Wilberforce geen contact. Newton is echter al die jaren door voor zijn jonge vriend blijven bidden. Op twintigjarige leeftijd werd Wilberforce voor het Lager-huis gekozen. Hij is vijfentwintig als hij samen met een vriend een reis maakt door Europa. Op aanraden van deze vriend lezen zij samen The Rise and Progress of Religion in the Soul van Philip Doddridge Voor het eerst sinds zijn jeugd gaat Wilberforce weer de Bijbel lezen. De Heere trekt hem uit de duisternis tot zijn wonderbare licht.
In deze tijd besluit Wilberforce contact te zoeken met Newton. Deze dient inmiddels de parochie van St. Mary Woolnoth in Londen. Op aanraden van Newton blijft hij parlementslid. In het parlement zet hij zich in eerst voor afschaffing van de slavenhandel en dan van de slavernij. Newton heeft hem hierin krachtig gesteund.
Morgan geeft nog meerdere voorbeelden wat de vriendschap van Newton voor mensen heeft bete-kend. Voor iedereen die Engels beheerst kan ik dit leerrijke en geestelijk inhoudsvolle boek hartelijk aanbevelen. Predikanten kunnen ervan leren hoe belangrijk vriendschappen zijn met medechristenen die midden in de samenleving staan en de weerhoudende en genezende werking van het Evangelie voor de samenleving concreet gestalte wensen te geven. Het leven van Newton laat ons ook zien dat wij contacten met andersdenkenden niet uit de weg moeten gaan. Willen wij hen voor Christus winnen, dan is het aangaan van contact de eerste stap.
Michael Morgan, John Newton. Catalyst for compassion (Littleton: Acoma Press, 2019), paperback 245 pp., $14,98 (9781734164404)