‘Juda! gij zijt het, u zullen uw broeders loven.’ (Genesis 49:8)

Toen Jacob op zijn sterfbed deze woorden tot Juda richtte, zag hij achter Juda Hem Die wij de Leeuw uit de stam van Juda noemen, namelijk de Heer Jezus Christus. Nodig is dat wij wedergeboren worden. Als dat geschiedt, wordt Christus ons alles. Dan belijden we van Hem: ‘Gij zijt het’. Naar U strekt zich al mijn lust en liefde heen. Jacob wees Juda aan. Hetzelfde doen de dienaren van het Evangelie met de meerdere Juda, de Heere Jezus Christus. Zij wijzen Hem aan als de enige en volkomen Zaligmaker.

Onze zonden maken scheiding tussen de Heere en onze ziel. De zonde is de oorzaak van de honger die er in de ziel is. Als wij die honger ook voelen, begeren we voedsel. Alleen het Brood des levens neergedaald uit de hemel, kan die honger wegnemen.

Lezer, voelt u uw honger? Zo, ja waarmee stilt u uw honger? Bent u reeds tot Christus gevlucht? Leunen op Hem verzadigt onze ziel. Buiten Hem is geen leven en zaligheid te vinden. Daarentegen geeft gemeenschap met Hem een vreugde die elke andere vreugde overtreft. Van die vreugde wordt hier nog meer beginsel ervaren. Wie daarom leeft uit Christus, ziet uit naar Zijn wederkomst.

Plaats een reactie