Nu moet de wet zo scherp gepredikt worden, opdat er niets overblijft dan het Evangelie en de leer van vrije genade. Door de wet komt juist het Evangelie en de genade op waarde. Wie nu het meest weet van zijn verwerpelijkheid, daar kan het meest de genade zoals die in Christus is, openbaar worden. (…..)
Zo gaat er dan niets boven de genade Gods, want dat is het enige wat voldoening geeft. De ware blijdschap is alleen in God en in Zijn dierbare Zoon aan te treffen. Immers God is bewogen geweest met ons lot van voor de grondlegging der wereld, en Hij heeft in Zijn Zoon, Die genoemd wordt de tweede Adam, alles verklaard wat wij tot het leven en een eeuwige zaligheid nodig hebben.
Daarom wil ik u opwekken toch zo’n Koning en heerlijk werk op prijs te stellen. Buiten en zonder Hem is het leven een ijdel leven. Ja, de hemel zelf zou geen voldoening geven buiten en zonder Hem. De wereld is toch zo arm. Die geeft niets. Maar bij God is er zo’n onnoemelijke rijkdom te vinden en aan te treffen, dat alles, alles er bij in het niet verzinkt.