Wat de belijdenis van de Anglicaanse kerk over de verkiezing tot zaligheid betuigt

De Anglicaanse Kerk heeft een geheel eigen geschiedenis. Onder Hendrik VIII maakte deze kerk zich los van het gezag Rome maar bleef zij vasthouden aan de leerstellige opvattingen die Rome huldigde. Dat neemt niet weg dat er reeds onder de regering van Hendrik VIII al sprake was van doorwerking van de opvattingen van de Reformatie binnen de Kerk van Engeland. Hier moet onder andere de naam van Thomas Cranmer die aartsbisschop werd van Canterbury, worden genoemd.

Toen Edward VI zijn vader opvolgde, kreeg Cranmer gelegenheid zijn reformatorische inzichten te verwerkelijken. Onder zijn leiding werden de Tweeënveertig Artikelen opgesteld. Daaruit bleek dat de Kerk van Engeland leerstellig een gereformeerde kerk wilde zijn. Aan het begin van de regering van Elizabeth I werden de Tweeënveertig Artikelen ingekort tot de Negenendertig Artikelen.

Artikel 17 van de Negenendertig Artikelen is gewijd aan de leer der verkiezing. Het laatste gedeelte van dit artikel luidt als volgt:

‘De godzalige overdenking van de predestinatie en van onze verkiezing in Christus, is vol zoete, heerlijke en onuitsprekelijke troost voor godvruchtige personen, en voor degenen die in zichzelf de werkingen van de Geest van Christus gevoelen, de werken van het vlees en hun leden die op de aarde zijn doden en hun harten oprichten tot de dingen die boven en hemels zijn. Dit bevestigt en fundeert grotelijks hun geloof dat de eeuwige zaligheid door Christus gesmaakt wordt en het doet hun liefde tot God vurig ontvlammen. Maar voor nieuwsgierige en natuurlijke mensen, die de Geest van Christus missen, is het gevaarlijk om zich steeds de waarheid van de Goddelijke predestinatie voor ogen te stellen. Daardoor drijft de duivel hen namelijk of tot wanhoop of tot een onheilig leven en dat is niet minder ernstig.’

Plaats een reactie