Godsvrucht en wetenschap

Binnenkort starten weer de cursussen van de stichting ‘Godsvrucht en wetenschap’. De cursus ‘Close reading van de Hebreeuwse tekst van Ezechiël’ gaat echt uit van een basiskennis van Bijbels Hebreeuws. De cursus Personen uit de kerkgeschiedenis is nadrukkelijk voor een breed publiek bedoeld. De andere cursussen zijn hoger van niveau maar kunnen feitelijk door iedereen met een brede belangstelling en MBO/Havo-niveau worden gevolgd.

Dit seizoen worden er voor het eerst ook een drietal lezingen over de blijvende betekenis van de gereformeerde belijdenis gehouden die voor iedereen kosteloos toegankelijk zijn. De eerste daarvan wordt op D.V. donderdag 26 september door mijzelf verzorgd en heeft als titel Duiding van de kerkelijke en theologische situatie in het licht van Schrift en belijdenis. De aanvang is 19.30 uur en er wordt ± 21.30 uur geëindigd. De locatie is kerkgebouw van de Hersteld Hervormde Gemeente Barneveld eo (Pniëlkerk), Rietberglaan 2, 3371 RD Barneveld.

Toen ik in begin januari 2021 definitief de knoop doorhakte om bij de VU en bij het Hersteld Hervormd Seminarie te vertrekken, was voor mij de vraag wat ik de vijftien maanden die mij nog zouden resten tot aan mijn emeritaat zou doen. Financieel was een en ander gezien de lengte van de periode te overzien, maar het spreekt vanzelf dat ik niet werkeloos mijn dagen wilde doorbrengen. Als mijn gezondheid het toeliet wilde ik ook graag na het ingaan van mijn emeritaat, naast het preken op zondag, actief blijven. Nog afgezien van mijn persoonlijke omstandigheden was het overwegen van een beroep zo kort voor mijn emeritaat geen reële optie.

Eigenlijk werd waar, voordat zij roepen zal Ik antwoorden. Toen naar buiten kwam dat ik als docent bij de VU en het Hersteld Hervormd Seminarie zou vertrekken, bleek nog in dezelfde week dat meerderen graag zagen dat ik, zij het niet meer in de context van een opleiding tot predikanten, door wilde gaan met theologische toerusting en duiding. Een aantal zakenlieden bleek graag bereid de periode tot mijn emeritaat financieel te overbruggen als ik hieraan gestalte wilde geven. Zo konden de cursussen ook voor een redelijke prijs worden aangeboden.

Zo is het inmiddels al weer ruim drie jaar geleden dat de stichting ‘Godsvrucht en wetenschap’ is opgericht. Mijn vrouw heeft dat nog meegemaakt en zij was zeer verblijd dat deze weg voor mij werd geopend. Zij had al langer gemerkt dat ik, hoezeer ik ook genoot van het lesgeven aan studenten, moeite had met de wijze waarop het seminarie functioneerde. Kort na haar overlijden gaf ik de eerste cursus. Van meet af aan bleek dat mensen van verschillende kerkelijke en maatschappelijke achtergronden belangstelling toonden. Deelnemers hebben meer dan eens aangegeven dat zij naast de inhoud van de cursussen de onderlinge ontmoetingen erg hebben gewaardeerd. Wat de deelnemers verbond was de overtuiging dat de Bijbel echt het laatste Woord mag hebben en heeft.

Een hersteld hervormde zat naast een lid van de Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt, een lid van de Gereformeerde Gemeente in Nederland naast een lid van de Protestantse Kerk in Nederland, een baptist naast oudgereformeerde. Een gepensioneerde rechter ontmoette er een schipper, een eigenaar van een landbouwmechanisatiebedrijf een universitaire student en een huismoeder iemand die werkzaam was in de ICT. De jongste deelnemer was nog geen 20 en tot dusver de oudste 84. De cursus ‘Verantwoording van het christelijk geloof in het voetspoor van Augustinus’ trekt ook deelnemers van buiten de kerk die zich willen oriënteren op het christelijk geloof.

Dat maakte en maakt het ook voor mij als docent boeiend. Moeilijk vond ik het niet, want ik weet dat voor jong en oud, geleerd en ongeleerd en wat ook de kerkelijke achtergrond is of als we op de drempel van de kerk staan, het gaat om de ene Naam, namelijk die van Jezus Christus, de twee wegen, dat wij de brede weg waarop wij ons van huis uit bevinden verlaten en de smalle weg leren bewandelen en dat wij uit de diepte van nood en schuld tot God om vergeving en verlossing leren roepen en dan tot Zijn eer gaan leven omdat Hij boven ons bidden en denken hoort en dat niet één keer maar telkens opnieuw.

Zelf ben ik er diep van overtuigd dat theologie naspreken is van datgene wat God ons in Zijn Woord openbaart. Het is het nadenken van Gods gedachten. Zo heb ik mij altijd als student, predikant en docent opgesteld. Ik heb het bijzonder gewaardeerd dat prof. dr. Athalya Brenner (een vrouwelijke, Joodse en ook nog eens feministische hoogleraar) die toch in een wat opmerkelijke weg de promotor van mijn dissertatie over Ezechiël werd, mij daarin altijd de ruimte heeft gegeven. In mijn eerste contact met haar bleek mij pas haar achtergrond. Dat zij in het eerste gesprek al aangaf mij ruimte te willen geven mits ik de zaken grondig beargumenteerde, gaf mij de vrijmoedigheid verder te gaan op de ingeslagen weg. Daar heb ik nooit spijt van gekregen.

Aan de VU werd deze benadering alleen maar getolereerd maar een aantal malen kwam naar voren dat men hier veel moeite mee had. In de loop van de jaren ging dat voor mij meer en meer wringen. De faculteit die in 2005 nog theologische faculteit heette (en vele tientallen jaren trouwens faculteit der godgeleerdheid had haar naam inmiddels in faculteit van theologie en religiewetenschappen verandert en die naam deed volledig recht aan de feitelijke situatie.

De zienswijze was, dat de Bijbel het begin maar niet het einde is van de discussie. Voor orthodoxe standpunten was ruimte maar de druk was groot theologie te bedrijven vanuit de zienswijze dat je verantwoord wat je gelooft. Dan kan de Bijbel nog wel een plaats krijgen maar naar buiten lijkt de inhoud van geloof niet objectief maar intersubjectief te zijn. Ik moet eerlijk belijden dat ik ten aanzien van de VU (veel) te naïef ben geweest. Dat moet ik als schuld, ook naar God toe, erkennen en wel met name met het oog op de studenten dat ik er aan mee heb gewerkt dat het Hersteld Hervormd Seminarie daar werd gevestigd.

Welbewust werd in 2021 voor opgerichte stichting de naam ‘Godsvrucht en wetenschap’ gekozen. Met haar naam geeft de stichting aan dat wetenschap, en zeker theologische wetenschap, nooit neutraal is. Echte theologie heeft de Bijbel, als de stem van de levende God, als bron en norm. Zij wil over Gods gedachten, geopenbaard in Zijn Woord, nadenken en doet dat in de overtuiging dat daarvoor een verstand nodig is dat zich onderwerpt aan het Woord van God en laat verlichten door de Heilige Geest. Godsvrucht is er niet ter wille van de theologie wetenschap of om een wetenschappelijke carrière op dat terrein een extra tint te geven, maar wetenschap behoort ten dienste te staan van de godsvrucht of breder: van het belijden van het christelijke geloof op alle terreinen van het leven, iets wat trouwens bij ware godsvrucht behoort.

Met vreugde geef ik inmiddels nu al een aantal jaren een gevarieerd aanbod van cursussen voor de stichting ‘Godsvrucht en wetenschap’. Graag zouden meerdere cursisten willen dat er nog meer nieuwe cursussen worden aangeboden. Wellicht zal er in de toekomst nog wel weer een nieuwe cursus worden gegeven en niet alleen cursussen worden aangeboden die al eerder werden gegeven. Mijn bede is dat er in de toekomst nog meerderen als docent bij dit werk kunnen worden betrokken. Inmiddels ben ik niet meer de enige docent.

Als het gaat om de academische opleiding theologie is mijn bede dat er in Nederland een opleiding komt die over de hele linie klassiek gereformeerd is, een opleiding ook, die grondiger dan soms nu het geval is, aandacht schenkt aan de brontalen en ook daarin klassiek is. Overal klinken in Nederland aan theologische opleidingen zo geen liberale dan toch wel midden-orthodoxe geluiden. Ik denk niet in de laatste plaats aan de positieve waardering van Karl Barth en zijn Nederlandse geestverwanten.

In het verleden werd in de kringen van de Gereformeerde Bond, de Christelijke Gereformeerde Kerken en de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt (inmiddels opgegaan in de Nederlandse Gereformeerde Kerken) daartegen krachtig stelling genomen. Hooguit werden in de marge andere geluiden vernomen. Nu is de situatie heel anders en dat weerspiegelt zich in de theologische opleidingen.

Terugkerend tot de cursussen van de stichting ‘Godsvrucht en wetenschap:’ ik ben blij dat ik tot dusver niet alleen de lust maar ook de kracht heb gekregen die te geven. Ik doe mijn werk in de wetenschap dat Gods Woord nooit leeg weerkeert. Altijd zal er zaad ontkiemen en zal er vrucht zijn. Wel kan het gebeuren – en dan denk ik bepaald niet alleen aan mijn eigen werk – dat het zaad niet ontkiemt waar wij zouden denken dat dat zou gebeuren en wel ontkiemt waar wij er niet op hadden gerekend.

Nooit moeten we denken dat wij God de weg kunnen voorschrijven als het gaat om de wijze waarop Hij Zijn kerk bewaart, in stand houdt en vermeerdert. Ons past persoonlijk en kerkelijk de bede: ‘Zegen anderen maar ook mij’. Dit weten we wel, waar God werkt in de kerk wordt het Evangelie van schuld en vrijspraak, van vergeving en vernieuwing verkondigt en blijkt in de vruchten dat het getal van de levende leden toeneemt.

Plaats een reactie