Hoe staan we in het leven?

Hoe staan we in het leven? Wie leeft bij de Bijbel weet dat een christen zowel een pelgrim is als een rentmeester. Als het gaat om het laatste, dan wordt ermee bedoeld dat wij hier op aarde in deze samenleving een taak hebben. Ook na de zondeval is de taak gebleven de aarde te bebouwen en te bewaren. Dat moet op een verantwoorde manier gebeuren. De aanduiding ‘rentmeester’ is zeer geschikt om dat aan te geven.

Bovenal is een christen echter een pelgrim op reis naar het nieuwe Jeruzalem. Daar ligt zijn diepste en uiteindelijke bestemming. We behoren dan allemaal een voorbeeld te nemen aan Daniël. Hij vervulde zijn taken in Babel zeer gewetensvol. Darius was zeer over hem te spreken. Echter, dagelijks bad hij met open vensters naar Jeruzalem. Niet in Babel maar in Jeruzalem lag zijn hart.

De vraag is niet alleen of wij met deze zaken instemmen maar of wij er ook zelf echt bij leven. Dan denk ik aan het volgende voorval dat ik niet lang geleden uit de mond van een oud-gemeentelid hoorde. Het vond plaats op het terras van een pension in Oostenrijk. Het bewuste pension was geliefd in de gereformeerde gezindte. Wie daar boekte, wist dat hij hoogstwaarschijnlijk geloofsgenoten zou ontmoeten.

En zo gebeurde het dat op een vrijdag een aantal Nederlandse echtparen uit de gereformeerde gezindte met elkaar kennis maakten. De mannen gingen bij elkaar op het terras zitten om voordat de maaltijd begon nog even met elkaar te praten. De gebruikelijke vragen passeerden de revue. Waar woon je? Heb je kinderen en hoeveel en ook wat doe je voor je werk?

Met werken verdien je het geld en zo kwam het op de vraag hoe je je geld het best kunt beleggen als je geld overhoudt. Een van de mannen had zich tot dan toe niet in het gesprek gemengd. Hij zat stil naar de anderen te luisteren. Er werd opgemerkt: ‘We hebben jouw stem nog helemaal niet gehoord. Wat doe jij eigenlijk voor de kost?’

De aangesprokene gaf daarop een opmerkelijk antwoord, namelijk: ‘Ik ben reiziger naar het nieuwe Jeruzalem en onderweg maak ik fietsen.’ De volgorde was al veelzeggend. Hij begon met wat hem het zwaarste woog. Dat was niet hoe hij geld dat hij overhield, moest beleggen, maar dat hem een onverwelkelijke en onvergankelijke erfenis wachtte. Zijn taak hier op aarde – en dat was blijkbaar die van fietsenmaker – zag hij in dat licht. Hij wist zich op doorreis en was zich ervan bewust dat zijn taak hier op aarde een tijdelijk karakter had.

Wie hierbij leeft, zal zijn taak hier op aarde bepaald niet minder gewetensvol en getrouw vervullen dan wanneer dit niet het geval is. Hij of zij vervult hem wel anders. Destijds waren de Rockefellers de rijkste familie van de Verenigde Staten. Toen de grondlegger van het Rockefeller-imperium overleed, werd aan één van zijn medewerkers gevraagd: ‘Hoeveel heeft je baas nu eigenlijk achtergelaten?’ Deze medewerker gaf toen het opmerkelijk antwoord: ‘alles’.

Zijn baas had al zijn goederen en bezittingen achter moeten laten en niets mee kunnen nemen. Gelukkig zijn we als de liefde van Christus is uitgestort in ons hart. Die liefde kan zelfs door de wateren van de doodsjordaan niet worden uitgeblust. Ik hoop dat ook u/jij op de vraag wat je doet, beginnen mag met te zeggen: ‘Ik ben een reiziger naar het nieuwe Jeruzalem.’ De taak van die reizigers hier op aarde is verschillend: onderweg maakt de één fietsen, is de ander metselaar en de derde accountant. Het kan ook zijn dat wij buiten het arbeidsproces staan. Ook dan hebben wij hier op aarde een taak. Wat echter alle reisgenoten met elkaar verbindt, is dat zij het hoofd omhoog heffen en uitzien naar het einde van de reis.

Plaats een reactie