Een humoristisch en toch ook leerrijk voorval uit het leven van ds. H. Hofman

In de kerk worden heilige zaken aan de orde gesteld. Daarbij past eerbied, ontzag en blijde verwondering. Immers het gaat om de prediking van het Evangelie tot behoud van zondaren en tot stichting en onderwijzing van Gods kinderen. Dat sluit niet uit dat er in de kerk ook humor mag zijn. Met name Luther kon dingen heel ontspannend en verfrissend zeggen.

Meer dan eens heb ik op deze weblog iets weer gegeven van ds. H. Hofman die zijn hele leven een vrije gemeente in Schiedam diende. Hij was gevat en had humor.

Dat blijkt uit het volgende voorval dat Hofman mijzelf eens vertelde om duidelijk te maken dat als voor mensen echt iets zwaar weegt zij tot financiële offers bereid zijn. Hij voegde er aan toe dat dan menigeen die beweerd ergens bezwaar tegen te hebben door de mand valt. Nu het bewuste voorval dat laat zien hoe Hofman met spanningen en meningsverschillen in zijn gemeente kon omgaan.

*

In de tweede helft van de negentiende eeuw deed de fiets (toen vaak nog rijwiel genoemd) haar intrede. De fiets werd in eerste instantie alleen door jonge mannen gebruikt die in clubverband gingen fietsen. Een fiets was toen een middel tot sport en ontspanning en geen vervoermiddel. Aanvankelijk leefde alom in de samenleving het gevoelen dat een vrouw niet behoorde te fietsen.

Ook toen de fiets populair begon te worden en echt een vervoermiddel werd, bleven langere tijd nog velen in kerkelijke kring van mening dat een vrouw dat niet behoorde te doen. In de jaren dertig van de twintigste eeuw werd deze opvatting in de gemeente van Hofman nog gevonden.

Nu verloor een godvrezende vrouw uit zijn gemeente haar man. Om haar gezin te onderhouden ging zij op de fiets naar werkhuizen. Dat was de aanleiding dat een viertal gemeenteleden bij Hofman kwamen klagen. Hoe kon een vrouw die de fiets gebruikte aan het Heilig Avondmaal deelnemen?

Hofman had zelf geen bezwaren tegen het gebruik van een fiets – laat staan een dergelijk gebruik – maar hij begon daarover geen discussie. Integendeel, hij zei dat hij blij was dat men met deze klachten bij hem kwam. Het probleem was echter, zo bracht hij naar voren, dat deze vrouw, ik meen, vijf gulden in de week nodig had om haar gezin te onderhouden. In ons geld moeten we dan denken aan zo’n 200 tot 250 euro. Dus als elk van hen wekelijks daarvan een kwart voor zijn rekening wilde nemen, dan was het probleem uit de wereld.

De afloop zal waarschijnlijk duidelijk zijn. Tot het deze kant op ging, bleken de bezwaren toch minder diep te zitten en over het fietsen van deze weduwe zijn geen klachten meer gehoord.

Plaats een reactie