William en Mary en de ‘Glorious Revolution’
Zowel in de geschiedenis van ons land als van Groot-Brittannië hebben stadhouder Willem (William) III van Oranje en zijn vrouw Mary Stuart een grote plaats. In Groot-Brittannië feitelijk nog meer dan in ons land. De namen van William en Mary zijn verbonden met de ‘Glorious Revolution’ (Roemrijke omwenteling) van 1688/1689. In november 1688 stak Willem III van Oranje over naar Engeland om het op te nemen tegen zijn schoonvader Jacobus (James) II, de koning van Engeland, Schotland en Ierland.
Op 11 april 1689 werden zowel Willem III van Oranje als zijn vrouw Mary Stuart tot staatshoofd gekroond. Normaal heeft de echtgenoot of echtgenote van het staatshoofd (die dan als prins-gemaal of koningin wordt aangeduid) geen politieke bevoegdheden. Echter, William en Mary waren beiden staatshoofd met dezelfde bevoegdheden om te regeren. Dit is een unicum in de Britse geschiedenis. William en Mary betuigden ook hun instemming met de ‘Bill of Rights’. Deze wet legde de militaire macht bij het parlement en wierp een dam op tegen een absolute monarchie. Ze vormde de basis voor wat wij een constitutionele monarchie noemen.
Wat was de achtergrond van de ‘Glorious Revolution’ en waarom kwam het tot een dubbel koningschap? Het huwelijk van Karel (Charles) II, die van 1660 tot 1685 over Engeland, Schotland en Ierland heeft geregeerd, was kinderloos gebleven. Hij had wel meerdere buitenechtelijke kinderen, maar die hadden geen recht op de troon. In 1685 heeft Charles II zich op zijn sterfbed tot het rooms-katholicisme bekeerd. Hij werd opgevolgd door zijn broer James II, de vader van Mary. Deze had zich reeds in 1668 samen met zijn eerste vrouw Anna Hyde in het geheim tot het rooms-katholicisme bekeerd.
James’ tweede vrouw, de Italiaanse Maria Beatrice van Modena, was evenals hij overtuigd rooms-katholiek. Zij had non willen worden, maar mede op aandrang van de paus had zij bewilligd in het huwelijk met James. Maria Beatrice had een aantal malen een miskraam gehad. Echter, in 1688 bracht zij een gezonde zoon ter wereld. Dat betekende dat deze bij het opgroeien zijn vader zou opvolgen in plaats van de oudste dochter Mary uit zijn eerste huwelijk.
Door zijn onverstandige optreden groeide onder steeds grotere delen van de bevolking onvrede over James II. Men vreesde dat hij het protestantse karakter van Groot-Brittannië teniet zou doen. In Frankrijk was in 1685 het edict van Nantes herroepen en men zag het protestantisme niet alleen in Groot-Brittannië maar ook in heel Europa bedreigd. Nu waren Mary en Anne, de beide dochters van James II uit zijn eerste huwelijk met Anna Hyde, in tegenstelling tot hun vader, protestant.
Een zevental personen die werden geacht het parlement, het leger, de marine en de kerk te vertegenwoordigen, deden een beroep op Willem III van Oranje om naar Engeland over te steken. Hij heeft daarin bewilligd op voorwaarde dat hij geen onderdaan van zijn vrouw zou worden. James II vluchtte naar Frankrijk. Het Engelse parlement constateerde dat de troon vacant was en aan zowel William als Mary werd het koningschap aangeboden. Niet alleen Mary was een Stuart maar dat gold via zijn moeder ook voor William. Zijn moeder, die ook Mary heette, was een zus van Charles II en James II. Zo werd een wettelijke basis gevonden in het dubbele koningschap en zo is William in ons land bekend geworden als de stadhouder-koning.
Terzijde wijs ik er even op dat de echtgenote van de stadhouder-koning in de Britse geschiedenis bekend als staat als Mary III Stuart en haar tante en schoonmoeder als Mary II. Haar overgrootmoeder is Mary I. Die was koningin van Schotland maar door intriges en schandalen verloor zij haar troon.. Haar zoon volgde, die toen nog minderjarig was, volgde haar op als James VI. Na het sterven van de Engelse vorstin Elisabeth Tudor, die ongetrouwd was gebleven, werd hij in 1604 ook koning van Engeland en Ierland. Deze gebeurtenis staat bekend als de ‘Union of Crowns’ (de vereniging van de kronen). In Engeland er Ierland werd James bekend als James I.
*
De Trailblazer’s Serie
Wie meer wil weten over Mary Stuart en er zich niet voor schaamt een boekje te lezen dat in eerste instantie bedoeld is voor lezers in de leeftijdsgroep van negen tot veertien jaar, kan terecht bij een deeltje uit de Trailblazer’sSerie uitgegeven door Christian Focus Publications in Fearn, Schotland. Voorwaarde is dus wel dat men het Engels redelijk beheerst. De genoemde serie beschrijft op eenvoudige wijze en bedoeld voor een jong publiek, het leven van invloedrijke christenen uit het verleden. Zo zijn er deeltjes over George Whitefield, Jonathan Edwards en Charles Haddon Spurgeon.
In deze serie schreef Linda Finlayson een deeltje over Mary III Stuart die door haar huwelijk met William bekend is geworden als Mary van Oranje. Linda’s man Alexander (Sandy) Finlayson is hoogleraar theologische bibliografie en bibliothecaris van het Westminster Theological Seminary in Philadelphia.
Gebaseerd op de feiten beschrijft Linda Finlayson het leven van Mary Stuart in de vorm van een verhaal. We leren haar kennen in het verdriet en de zorgen, maar ook in de liefde die zij kreeg voor haar man en in haar vaste geloofsovertuiging. Haar levensverhaal biedt ook nuttige inzichten in de positie van vrouwen uit de hoogste standen in de zeventiende eeuw en hoe de protestantse identiteit van Groot-Brittannië werd gehandhaafd. Linda Finlayson gaf haar boekje de titel Mary of Orange. At the Mercy of Kings. Deze titel laat zien hoezeer het leven van Mary in het teken stond van de politieke belangen van vorsten. Dat gold haar oom, haar vader en ook haar echtgenoot.
*
De opvoeding die Mary en haar zus Anne ontvingen
Mary zag in 1665 het levenslicht. In 1671 overleed haar moeder Anna Hyde kort na de geboorte van Mary’s zusje Anne. Op last van hun oom Charles werden zij onttrokken aan de voogdij van hun vader vanwege zijn overgang naar het rooms-katholicisme. Lady Frances Villiers werd hun gouvernante. Zij had de verantwoordelijkheid hen een protestantse opvoeding te geven en zo groeiden zo onder het dak van Frances Villiers buiten Londen op.
Mary toonde als jong meisje grote intelligentie. Zij hield van lezen. Ze verkreeg een zeer grote Bijbelkennis en was ook zeer goed thuis in de geschiedenis. Daarnaast was zij een groot liefhebster van tekenen, tuinieren en vooral handwerken. Door de opvoeding die zij onder het dak van haar gouvernante ontving, raakte ze er diep van overtuigd dat de Bijbel het hoogste en beslissende gezag heeft in geloofszaken.
Op veertienjarige leeftijd vond in de koninklijke privékapel in Londen haar confirmatie plaats tot belijdend lid van de Kerk van Engeland. Alleen haar gouvernante, haar hofdames en de bisschop van Londen, Henry Compton waren tegenwoordig. Dit was tegen de wens van haar vader, maar Mary was ervan overtuigd dat zij hierin God meer moest gehoorzamen dan mensen.
*
Haar huwelijk met haar neef Willem III van Oranje
In 1677, het jaar na haar confirmatie, kwam haar neef Willem van Oranje bij haar op bezoek. Al spoedig werd het haar duidelijk dat het de bedoeling was dat zij zijn vrouw zou worden. Mary was toen 15 en William 27. Zo werd Mary prinses van Oranje. Haar huwelijk met William begon puur als een verstandshuwelijk. Linda Finlayson beschrijft hoezeer Mary tegen dit huwelijk opzag en hoezeer het haar verdriet deed Engeland te moeten verlaten. Onder andere Anne en Betty Villiers, twee dochters van haar gouvernante, gingen als hofdames met haar mee. Anne zou spoedig trouwen met Hans Willem van Bentinck, een van de vertrouwelingen van William.
William was van karakter stug en introvert. Finlayson vermeldt dit niet, maar William toonde vaak meer belangstelling voor Betty Villiers dan voor zijn vrouw. Het huwelijk overleefde deze crisis en het is vooral aan Mary te danken dat het huwelijk ten goede veranderde. Mary begeerde voor William echt een christelijke vrouw te zijn. Zij ging zich in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, zoals ons land toen heette, ook steeds meer thuis voelen. Verdrietig was voor haar dat zij zowel in 1678 als 1679 een miskraam kreeg en te kampen kreeg met een zwakke gezondheid.
Ontroerend is hoe zij zich neer kon leggen bij Gods leiding in haar leven dat haar huwelijk kinderloos bleef, terwijl het voor een vorstelijk huwelijk van groot belang was dat het met de kinderzegen werd bekroond. Mary zette zich onder andere in voor weeskinderen en voor gevluchte hugenoten.
*
Mary als protestantse christin
Haar vader heeft verwoede pogingen gedaan om Mary voor het rooms-katholicisme te winnen. Hij zond haar boeken en documenten waarin zijn overgang en die van haar moeder naar Rome werden verantwoord. Mary heeft haar vader meerdere brieven geschreven waarin zij aangaf dat ze zich alleen door de Schrift wilde laten gezeggen. De bediening van het Woord en het gebruik van het Avondmaal in de Kerk van de Reformatie was voedsel voor haar ziel. Zij betuigde haar vader dat zij wist in Wie ze geloofde en dat Christus haar vast zou houden en bij Zijn Kerk zou blijven tot de jongste dag.
Finlayson noemt dit niet, maar onder de geestelijke boeken die Mary graag las of waaruit ze zich graag liet voorlezen, kwamen ook meerdere werken voor van puriteins-gezinde predikers. Vooral het werkje Des Christens groot interest van William Guthrie had een grote plek in haar hart.
Toen William benaderd werd om naar Engeland over te steken, was het voor Mary een gewetensvraag of zij een opstand tegen haar vader mocht steunen. Het feit dat de toekomst van het protestantisme in het geding was gaf haar de vrijmoedigheid om William te steunen. Daarbij kwam dat zij niet alleen de plicht had haar vader te eren maar ook har echtgenoot te gehoorzamen. Zij wilde ook niet dat William als haar echtgenoot en als prins van Oranje haar onderdaan zou worden. Zij wist zich gebonden aan de woorden uit de Schrift: ‘Gij vrouwen zijt uw eigen mannen onderdanig, gelijk het betaamt in de Heere’ (Kol. 3:18). Finlayson vermeldt niet dat Mary ook haar man toen ernstig aangesproken heeft op de daaropvolgende woorden: ‘Gij mannen hebt uw vrouw lief.’
Zeker is dat de Glorious Revolution William en Mary nog dichter bij elkaar heeft gebracht. Toen haar man in 1690 naar Ierland moest omdat haar vader daar met een leger was geland, fungeerde zij als staatshoofd en dat deed zij voortreffelijk. Zij fungeerde ook als staatshoofd als haar man in zijn functie als stadhouder in de wintermaanden naar de Republiek ging.
Eind 1694 kwam Mary ziek op bed terecht in het paleis te Kensington. Op haar instigatie was er in Kensington een herenhuis gekocht. Dat had zij in overleg met William tot een paleis laten uitbouwen. In de nacht van 6 op 7 januari 1695 overleed Mary. Hoezeer William aan zijn vrouw verbonden was geraakt, blijkt onder andere uit het feit dat hij de eerste drie weken niet in staat was over haar sterven te schrijven aan Anthonie Heinsius, de raadpensionaris van Holland.
Finlayson vermeldt dit niet, maar toen aan Mary het gebed werd voorgelezen waarin gevraagd wordt dat als het zo moet zijn dat de ziel van het lichaam wordt afgescheurd, de ziel zonder vlek voor God mag verschijnen, vroeg zij of dit gebed nogmaals aan haar kon worden voorgelezen. Zij betuigde: ‘Ik geloof dat ik haast zal sterven en dank mijn God dat Hij mij ook in mijn jeugd de waarachtige leer heeft laten weten, dat een zondaar met zijn boetvaardigheid niet moet wachten, totdat hij op zijn sterfbed wordt gelegd.’ Nu, dat zijn woorden die wij allen ter harte kunnen en moeten nemen.
Ik besluit met de woorden uit een brief die Mary schreef aan Janne Margriete van Arnhem, een adellijke dame met wie Mary tijdens haar verblijf in Nederland een band had gekregen: ‘Ja, gezegend zij God Die mij genadig mijn gebreken toont. (…) Ik zal er mijzelf mee vernederen voor God. Alleen in Zijn ogen wens ik gerechtvaardigd te zijn. Tot Hem zal ik dus komen en mij werpen voor de troon van Zijn genade, Hem smekend om deernis met mij te hebben en om mij aan te nemen door de verdiensten van Zijn Zoon, onze Zaligmaker. Want buiten Hem ben ik niets.’
Linda Finalyson, Mary of Orange. At the Mercy of Kings (Fearn: Christian Focus Publications, 2012), paperback 176 pp., £,5,99 (ISBN 9781845508180)