Hoe christenouders hun kinderen moeten aansporen God te zoeken. Een passage uit een brief van Samuel Rutherford (1600-1661)

De zeventiende-eeuwse theoloog Samuel Rutherford is vooral bekend geworden door zijn brieven. Hij diende de gemeente van Anwoth in Galloway, totdat hij verbannen werd naar Aberdeen vanwege zijn overtuigd presbyteriaanse overtuiging. Omdat in 1637 de politieke en ook kerkelijke omstandigheden in Schotland waren veranderd, kon hij naar Anwoth terugkeren. Hij was één van de Schotse afgevaardigden op de synode van Westminster. Deze synode was geen synode in de zin van het gereformeerde kerkrecht, maar feitelijk een adviescommissie van het Engelse parlement. Vanaf 1647 was Rutherford als hoogleraar verbonden aan het St Mary’s College in St. Andrews. Tot tweemaal toe is hem een professoraat in Utrecht aangeboden, maar Rutherford ging daar niet op in.

In de negentiende eeuw verzorgde Andrew Bonar een complete uitgave van de brieven van Rutherford. Vertalingen van het geheel of selecties ervan zijn ook in het Nederlands verschenen. Een van degenen aan wie Rutherford brieven heeft geschreven is Marion M’Naught. Aan niemand heeft Rutherford zoveel brieven geschreven als aan deze vrouw.

Marion M’Naught (1585-1643) was afkomstig uit een adellijke familie. Zij trouwde met William Fullerton, de burgemeester van Kirkcudbright. Kirkcudbright was een stadje dat evenals Anwoth in Galloway lag. Het huwelijk van William Fullerton en Marion M’Naught werd bekroond met de geboorte van een dochter Grizzel en twee jongere zonen Samuel en William.

Ik geef passages uit twee van de brieven door die Rutherford aan Marion M’Naught schreef. Passages die heel nuttig zijn ook in relatie tot de doop van de kinderen van christenouders. Vele discussies daarover schenken weinig aandacht aan het belang van een godzalige opvoeding en van gebed door de ouders. Daarvan hangt de kracht en waarde van de doop niet af. Maar als er iets is wat God wil gebruiken om kinderen bij het opgroeien te leren hun doop te verstaan, is het wel een godzalige opvoeding. En een godzalige opvoeding is ondenkbaar zonder het gedurige gebed van de ouders voor hun kinderen.

Dan geef ik nu Rutherford het woord:

‘En wat betreft uw zorgen over de gezondheid of het leven van uw kinderen, leg het op de schouders van Christus; laat Hem alles dragen. Laat uw handen los van hen allen, en wanneer uw lieve Heere trekt (ze wegneemt door de dood; PdV), laat ze gaan in geloof en blijdschap. Het is een gelouterd geloof díe Heere te kussen Die u iets ontneemt.

Laat hen echter gepast handelen de korte tijd dat zij hier zijn en lopen en de prijs verkrijgen. Christus staat aan het einde van hun weg. Hij houdt de slinger van eindeloze heerlijkheid voor hun ogen en roept: “Loop hard, kom en ontvang.” Gelukkig zijn zij die (zolang hun adem het toelaat) hard lopen en niet rusten, totdat hun Heere met Zijn eigen hand de kroon op hun hoofd plaatst.

En onze dierbare Heere is genadig over ons, omdat Hij de weg tot de heerlijkheid korter gemaakt heeft dan vroeger; zodat de kroon, waar Noach vijfhonderd jaren om heeft gestreden, thans door kinderen in vijftien jaar wordt behaald. En de hemel is voor ons in zekere zin beter dan die voor Noach was, want Christus is daar nu ook als mens, Die in de dagen van Noach nog niet in het vlees was gekomen.

Zeg dit aan uw kinderen, die mijn ziel van Christuswege zegent. En dring bij hen aan, door Gods barmhartigheden en de innerlijke bewegingen van Jezus Christus, om een verbond met Jezus Christus te maken om zo Zijn eigendom te zijn. Rutherford zinspeelt op de puriteinse gewoonte dat een gelovige een verbond met God sluit; PdV) en om de vriendschapsband tussen hun zielen en Christus te leggen, zodat zij een Bekende in de hemel hebben en een Vriend aan Gods rechterhand. Zo’n vriend aan het hof (namelijk van de hemel; PdV) is veel waard.’

*

‘Ik bid voor u met mijn hele ziel en ik begeer dat uw kinderen in de waarheid wandelen en dat de Heere op hen schijnt. Ik durf hen te beloven in de naam van Hem Wiens waarheid ik spreek: als ze de dienst van God willen proberen, zullen ze ervaren dat Hij een lieflijker Meester is dan die ze ooit gediend hebben. Omdat Christus voor jongeren onbekend is, zoeken ze Hem niet. Nodig ze uit: kom en zie. Vertel aan uw dochter dat het zo’n heerlijke zaak voor haar zou zijn om zich aan Christus over te geven, opdat Hij de Naam van Zijn Vader en Zijn eigen nieuwe Naam op haar zou schrijven. Ik begeer dat zij thuis raakt in het Boek van God.’

Plaats een reactie