De rechtvaardiging. Het geloofsartikel waar de kerk mee staat of valt

De leer van de rechtvaardiging behoort tot het centrum van de Bijbelse boodschap. In de zestiende eeuw gingen hier de wegen van Rome en de Reformatie uiteen. Rome met de Lutherse Wereldfederatie die het grootste deel van de Lutherse kerken vertegenwoordigt, stelden een gemeenschappelijke verklaring op. Deze verklaring die het resultaat was van jarenlange besprekingen, brengt naar voren dat er nog altijd verschillen zijn, maar dat het toch mogelijk is een gezamenlijk verstaan van de boodschap van de rechtvaardiging te presenteren.

Deze overtuiging staat niet los van de gedachte dat de boodschap van de rechtvaardiging zoals de Reformatie die bracht, voor onze tijd niet meer relevant is. Vanuit de Bijbelwetenschap wordt door meerdere nieuwtestamentici gesteld dat de Reformatie de boodschap van de rechtvaardiging niet goed heeft begrepen. Men spreekt van het nieuwe perspectief op Paulus.

De rechtvaardiging is volgens het nieuwe perspectief niet een boodschap van vrijspraak enkel en alleen op grond van wat Christus heeft gedaan, maar laat zien dat het geloof in Christus als Zoon van God en Heere ons in een nieuwe relatie met God brengt. De boodschap van de rechtvaardiging maakt in deze zienswijze duidelijk wie er bij het lichaam van Christus behoren. De kern van de rechtvaardiging zou niet de persoonlijke zaligheid zijn maar bevrijding van onderdrukkende machten. De werken der wet zijn die inzettingen die de synagoge van de haar omliggende samenleving onderscheidde. Aan deze werken zijn christenen niet meer gebonden. Behoren bij het lichaam van Christus wordt niet door deze ‘boundary markers’ bepaald.

Het zal duidelijk zijn dat deze zaken om doordenking en antwoorden vragen. Bij uitgeverij Zondervan verscheen in 2018 een tweedelige studie over de rechtvaardiging in de serie New Studies in Dogmatics. De auteur is Michael Horton, die als hoogleraar systematische theologie en apologetiek aan Westminster Seminary California is verbonden. Horton is een gereformeerd theoloog met meer dan gemiddelde capaciteiten. Het is verheugend dat hij deze materie grondig heeft willen onderzoeken en anderen in de vrucht van zijn onderzoek laat delen. Het eerste deel van zijn studie is vooral – hoewel niet uitsluitend – descriptief. De auteur beschrijft daarin de leer van de rechtvaardiging vanaf de Vroege Kerk tot de Reformatie, terwijl hij in het tweede deel in gesprek gaat met eigentijdse exegeten en de leer van de rechtvaardiging exegetisch, bijbels-theologisch en systematisch-theologisch doorlicht.

In het eerste deel verbindt Horton zijn analyse van de leer van de rechtvaardiging de eeuwen door binnen de bredere context van de plaats die gegeven wordt aan de ruil tussen Christus en de zondaar. Uitvoerig analyseert Horton de theologie van de Middeleeuwen in al haar variaties. Een Augustijns middeleeuws theoloog als Thomas Bradwardine stelt dat er in de staat van de rechtheid geen noodzaak voor genade was, omdat de oorspronkelijk goedheid van de mens als gave van God intrinsiek bij zijn schepping naar Gods beeld behoorde. Daar zal de Reformatie later bij aansluiten.

Horton wijst op het verband tussen de verschillen zowel in de leer van de zonde als van de genade tussen Rome en de Reformatie. Verschillen die nog altijd bestaan. Volgens Rome zijn zondige neigingen zolang we er niet aan toegeven, geen zonde. In navolging van Augustinus stelt de Reformatie dat ons bestaan zondig is. Zondige neigingen behoren niet bij het goede beeld van God. Horton bestrijdt dat de toerekening van de gerechtigheid van Christus zoals de Reformatie daarover sprak, een legale fictie is die tegen de achtergrond van het nominalisme moet worden verstaan. Een zondaar wordt door de Heilige Geest werkelijk met Christus verenigd en krijgt zo deel aan datgene wat Christus voor hem en in zijn plaats deed. In filosofisch opzicht hebben de Reformatoren, die hierin ook onderling verschillend waren, zich nooit uitsluitend – bewust of onbewust – op een van de filosofische stromingen uit de Middeleeuwen georiënteerd.

Horton brengt naar voren dat in een aantal opzichten het nieuwe perspectief minder nieuw is dan het soms lijkt. De gedachte dat de werken der wet specifiek mozaïsche wetten geldt, werd ook gehuldigd door scholastieke middeleeuwse theologen. De Reformatoren wezen deze gedachte expliciet van de hand. Ze doet geen recht aan de radicale tegenstelling die Paulus tussen wet en evangelie maakt, als het gaat om het ontvangen van de zaligheid.

Het tweede deel van de studie van Horton biedt zeer veel gedachten. Met name gaat hij in gesprek met N.T. Wright, een van de boegbeelden van het nieuwe perspectief op Paulus. Kern van het klassieke reformatorische perspectief is dat de rechtvaardiging gebaseerd is niet op wat Christus in ons doet maar wat Hij voor ons heeft gedaan. Horton laat zien dat dit onderscheid helemaal in de lijn is van het Nieuwe Testament. Dat is ook zijn grote bezwaar tegen de gemeenschappelijke verklaring die Rome en de Lutherse Wereldfederatie hebben opgesteld. Rechtvaardiging omvat daarin zowel vergeving als vernieuwing, terwijl over de toerekening van Christus’ gerechtigheid helemaal wordt gezwegen.

Feit is ook dat Lutherse kerken die nog vasthouden aan hun confessionele erfenis deze verklaring niet hebben ondertekend, terwijl de Lutherse Wereldfederatie zowel op het punt van de vrouw in het ambt als de aanvaarding van homoseksuele relaties afwijkt niet alleen van de Schrift maar ook van het getuigenis van de kerk der eeuwen. De overeenstemming die bereikt werd, staat naar de overtuiging van Horton ook niet los van het feit dat zowel in grote delen van het protestantisme als bij Rome sinds Vaticanum II het eeuwigheidsperspectief nauwelijks meer een plaats heeft. De grote klem waarmee de Reformatie de boodschap van de rechtvaardiging verdedigde, staat niet los van dit perspectief.

Horton laat zien dat de weergave van het klassieke, reformatorische perspectief op de rechtvaardiging door aanhangers van het nieuwe perspectief veelal niet op nauwkeurig onderzoek van de bronnen stoelt. Zo staat de klassiek reformatorische boodschap van de rechtvaardiging in een breder kader dan meestal wordt gesuggereerd. Aan de toe-eigening van het heil gaat nadrukkelijk de verwerving van het heil vooraf. De kracht van het persoonlijk geloof ligt niet in het geloof of de geloofservaring zelf maar in het voorwerp van het geloof. Horton kan hier een kritische kanttekening maken bij het piëtisme. Nu is dat een heel breed verschijnsel. Het was goed geweest als hij dat had aangegeven.

N.T. Wright maakt een scherp onderscheid tussen persoonlijke zaligheid en kosmische vernieuwing. Volgens hem staat in het Nieuwe Testament het tweede centraal. Terecht betoogt Horton dat het tweede nooit losstaat van het eerste. De vraag naar de persoonlijke zaligheid behoort niet tot de periferie maar tot de kern van de nieuwtestamentische boodschap. De achtergrond van de zienswijze van Wright is dat hij feitelijk maar één verbond kent. Gods verbond met de schepping waaraan God ondanks Adams zondeval trouw blijft. Zo wordt de ernst van de zondeval miskend. Bij Wright wordt ook de wet zelf een vorm van genade en heeft de aanklagende functie van de wet geen echte plek. Gerechtigheid is volgens Wright een louter relationele aanduiding en geen norm. Horton laat zien dat dit laatste niet het geval is. In Rom. 1:17-18 wordt de gerechtigheid niet alleen met de genade van God maar ook met de toorn van God verbonden.

In onze tijd is er zware kritiek op de klassieke leer van de verzoening. Ook in kringen waarvan dat tot voor kort niet gold. We zien het in Nederland bij iemand als Reinier Sonneveld die afkomstig is uit de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt, een kerk die inmiddels is opgegaan in de Nederlandse Gereformeerde Kerken. Tegenover de leer van verzoening door voldoening (Agnus Dei) wordt die van Christus Die overwint en bevrijdt van de machten geplaatst (Christus Victor). Horton laat zien dat niet alleen bij Luther maar ook bij Calvijn die twee met elkaar zijn verweven. Dan kan trouwens ook worden gewezen op antwoord 1 van de Heidelbergse Catechismus.

Rechtvaardiging is verbonden met gemeenschap met Christus. Gemeenschap met Christus is een klassiek christelijke notie die wij in alle hoofdstromen van het christelijk geloof vinden. Door deze notie te verbinden met die van de toegerekende gerechtigheid van Christus vindt zij haar duidelijkste weergave die het meest recht doet aan het Nieuwe Testament. Daarbij geldt dat gemeenschap met Christus niet betekent dat Hij Zich met ons verenigt maar wij verenigd worden met Hem en wat Hij deed in Zijn kruisdood, opstanding en hemelvaart en nog doet met Zijn voorbede aan de rechterhand van Zijn Vader. Het zal duidelijk zijn dat grondige kennisname van dit boek de moeite waard is.

Michael Horton, Justification, twee delen, New Studies in Dogmatics (Grand Rapids: Zondervan, 2018), paperback 928 pp., $74,99 (ISBN 9780310597254)

Plaats een reactie