J.C. Ryle (1816-1900) is naar mijn overtuiging een schrijver van wie wij veel kunnen leren. Meerdere van zijn boeken zijn in het Nederlands vertaald. In Practical Religion (Christen-zijn in het dagelijks leven) schreef hij over het deelnemen aan het Heilig Avondmaal het volgende:
Sommige mensen nemen niet deel aan het Heilig Avondmaal omdat zij menen onwaardig te zijn. Zij nemen ten onrechte aan dat iemand een zekere mate van volmaaktheid bereikt moet hebben om een geschikte avondmaalganger te zijn. Daarom wachten ze. Ze koesteren zo’n verheven beeld van een avondmaalganger dat zij niet durven te denken zelf aan te gaan. Maar al te vaak sterven zij totdat zij de innerlijke volmaaktheid hebben bereikt.
Deze mensen zouden moeten bedenken dat ze een verkeerde opvatting hebben van waardigheid. Ze vergeten dat het avondmaal van de Heere niet is bedoeld voor zondeloze engelen, maar voor zwakke mannen en vrouwen, die in een wereld vol verleidingen leven en die alle dagen van hun leven genade nodig hebben. Een gevoel van eigen onwaardigheid is de beste waardigheid waarmee wij kunnen aangaan.
Een diep besef van het feit dat we schuldenaren van Christus zijn ten opzichte van alles waarop we hopen, is het beste besef waarmee we kunnen aangaan. De mensen die ik nu op het oog heb, moeten overwegen of het standpunt dat ze hebben ingenomen, houdbaar is. Als ze wachten tot ze naar hun idee volmaakt zijn, zullen ze voor altijd blijven wachten. Er zijn nooit perfecte avondmaalgangers geweest, zeker niet in de dagen van de Heere Jezus en Zijn apostelen. En ze zullen er ook niet zijn zolang de wereld bestaat.
Alleen de gedachte al dat we ons werkelijk waardig voelen, is een kenmerk van verborgen eigengerechtigheid en een blijk van onbekwaamheid in Gods ogen. Toen we voor het eerst tot de genadetroon kwamen, waren we zondaars en dat zullen we altijd blijven.
Sommige mensen zijn bezwaard om aan te gaan omdat ze mensen zien deelnemen aan het Heilig Avondmaal die niet waardig zijn. Anderen eten en drinken onwaardig en daarom willen zij helemaal niet eten of drinken. Geen enkele reden komt mij onbijbelser voor dan deze. Dan kunnen we nooit deelnemen aan het Heilig Avondmaal
Op deze manier beroven we onszelf van een groot voorrecht, enkel omdat anderen dat misbruiken. We doen alsof we wijzer zijn dan onze Meester. Judas Iskarioth was immers ook aanwezig bij het eerste avondmaal? We voeren dan een reden aan waarvoor de Schrift geen grond geeft. Nergens lees ik dat mensen moeten wegblijven als anderen onwaardig aangaan. Wel lees ik dat de Heere Jezus zegt dat het tarwe en het onkruid samen tot de oogst opgroeien (Mattheüs 13:30).