Het afscheid van burgemeester Eddy Bilder. Een bekwame, originele en ietwat eigenzinnige bestuurder die nooit verborg wat zijn diepste drijfveer was

De bijzondere raadsvergadering

Vrijdag 21 november was ik bij het afscheid van Eddy Bilder als burgemeester van Zwartewaterland. Ik noem zijn voornaam want ook in Zwartewaterland zelf kent iedereen hem als Eddy Bilder. Eddy was het voorbeeld van een burgemeester die burgervader is. Een mensenmens die tussen de mensen staat, met jongeren in gesprek ging, en een man die het ook heel belangrijk vond om aanwezig te zijn bij jubilea. ‘Dan kijken namelijk’, zo zei hij in de bijzondere raadsvergadering die ik samen met meerdere anderen mocht bijwonen, ‘mensen op een leven terug. Dan wordt er gereflecteerd en daarin wil ik graag deelgenoot zijn.’

Als oud-ondernemer voelde hij ook aan wat ondernemers nodig hebben. Eddy zelf had als grondhouding dat bestuurders er zijn om de samenleving te dienen en niet om hun eigen belang te zoeken. Hij deed zijn werk in de overtuiging dat wie je ook bent, je dienstbaar behoort te zijn aan je medemens en dat alles tot eer van God.

Meerdere sprekers voerden het woord in de bijzondere raadsvergadering. Eddy werd geroemd om zijn bestuurlijke kwaliteiten. Duidelijk werd ook dat hij een burgemeester was met een geheel eigen en soms ietwat eigenzinnige stijl. Een man die naar het woord van de Heere Jezus weet dat de sabbat er is voor de mens en de mens niet voor de sabbat, en zo ook bestuurlijke regels kon hanteren.

Bij alle sprekers die het woord voerden en ook in het dankwoord van Eddy zelf, bleek hoe ingrijpend met name voor Zwartewaterland de coronacrisis is geweest. Eddy moest kerken opbellen dat diensten afgeschaald moesten worden. Bij de meeste maatregelen die aanvankelijk genomen werden had hij geen vragen. Maar naarmate de tijd vorderde ging hij zich wel steeds meer afvragen waarom maatregelen gehandhaafd moesten blijven. In het bijzonder had hij van meet af aan vragen bij het feit dat mensen in verzorgingshuizen geen bezoek mochten ontvangen. Nog steeds wacht hij op een grondige evaluatie van dit beleid.

Uit de toespraken bleek dat Eddy bestuurlijke bekwaamheid, het creëren van een ontspannen sfeer, humor en het vrijmoedig uitkomen voor God als de Schepper van hemel en aarde en van Jezus Christus als Zaligmaker heeft gecombineerd. Deze zaken kwamen ook allemaal naar voren in de slottoespraak van Eddy zelf. Ik moet zeggen dat ik – en het bleek dat het anderen ook zo verging – kennelijk heb genoten. Ik had de indruk dat dit ook gold voor de commissaris van de koning die de rij van sprekers opende.

Dat Eddy geen doorsnee burgemeester was, wist men in Genemuiden, en dat werd iedereen die middag ook wel duidelijk. Hij is ook een man met een grote historische kennis. Zijn beide huizen – zowel het huis dat in Ermelo als dat in Genemuiden – staan vol met boeken. Voor zover hij geen tijd vond om die te lezen, krijgt hij die nu meer, maar Eddy is geen man om stil te zitten. Ongetwijfeld pakt hij allerlei zaken op die op zijn weg komen.

Na afloop van de bijzondere raadsvergadering was er een receptie. Ik begreep dat sommigen bijna twee uur in de rij hebben gestaan voordat zij Eddy konden feliciteren. Een wel heel duidelijk signaal hoe geliefd hij in Zwartewaterland was. Eddy is lid geweest van het hoofdbestuur van het CDJA en van 1998 tot 2007 was hij wethouder in Ermelo, het dorp waar hij werd geboren. Van 2007 tot 2010 was hij lid van de Tweede Kamer en van 2011 tot 2025 burgemeester van Zwartewaterland. Dan word je geacht boven de partijen te staan en dat deed Eddy ook, maar dat de Bijbel voor hem Gods onfeilbaar Woord is en Christus de enige weg tot de zaligheid, heeft hij nooit onder stoelen of banken gestoken.

Het Joodse volk heeft een warme plek in het hart van Eddy. Dat zie je aan symbolen en voorwerpen zowel in zijn woning te Ermelo als in die te Genemuiden. Het was ook de reden dat hij bij de laatste verkiezingen voor de Tweede Kamer geen CDA kon stemmen. De koers die deze partij nu ten aanzien van Israël gaat is voor hem onverteerbaar.

*

Hoe ik Eddy Bilder leerde kennen

U vraagt zich misschien af wanneer ik Eddy heb leren kennen. Wel, dat was bij de presentatie van het boek van Bart Jan Spruyt over ds. Doornenbal in de Sint Janskerk in Gouda. Dat was in 2009. Ik was toen verbonden aan de Hersteld Hervormde Gemeente van Waarder en Driebruggen. Die avond was er een zeer gemêleerd publiek aanwezig. Eddy was een van de sprekers. Hij vertelde iets over zijn geestelijke achtergrond. In de Tweede Wereldoorlog hadden zijn grootouders van vaderszijde zich in Ermelo gevestigd en de kleur van de plaatselijke kerkelijke gemeente aangenomen. Dat was rechts-confessioneel.

‘Maar’, zo zei hij, ‘ik ben het meest gestempeld door mijn grootouders van moederszijde.’ Die waren, zo vertelde hij, christelijk gereformeerd. Met de humor die hem zo eigen was, voegde hij er aan toe: ‘Voor kenners van de kerkelijke kaart van Nederland: Bewaar het pand.’ Uit hun mond hoorde hij dat tenzij een mens wedergeboren wordt, hij het koninkrijk van God niet kan zien. Zij konden hem ook vertellen wat verborgen omgang met God inhield.

Na afloop van de bewuste avond was er nog een informeel samenzijn en toen ben ik op Eddy afgestapt. Wederzijds klikte het meteen en door de jaren heen hebben we contact met elkaar gehouden. Dat contact werd intensiever toen ik ruim anderhalf jaar voordat ik met emeritaat ging tot de conclusie kwam – een conclusie die in de loop van de jaren was gegroeid en gerijpt – dat ik het beste mijn docentschap aan het Hersteld Hervormd Seminarie kon beëindigen.

*

Godsvrucht en wetenschap

Meer en meer werd duidelijk dat ik met mijn zienswijze op: hoe theologie in academische context bedreven moet worden, waar de grenzen liggen van geestelijke verbondenheid (met name ging het mij dan om het betuigen van geestelijke verbondenheid met midden-orthodoxe theologen), en hoe in de theologie gedacht moet worden over de notie van het wel in de kerk zijn en toch niet van de kerk zijn en hoe dat in de prediking moet functioneren, niet paste bij het Hersteld Hervormde Seminarie. Gesprekken hebben dat alleen maar onderstreept.

Ik wist toen ik dat besluit nam, niet wat ik zou gaan doen nadat ik in september 2021 metterdaad het docentschap neerlegde. In januari had ik het besluit definitief genomen, maar de maanden ervoor was al duidelijk geworden dat er feitelijk geen andere optie was. Ik heb mij maar hooguit een week hoeven af te vragen wat ik zou gaan doen. Een aantal ondernemers vroeg mij of ik met theologische toerusting verder wilde gaan, en zij wilden mijn salaris tot mijn emeritaat garanderen. Zo is in het voorjaar van 2021 de stichting ‘Godsvrucht en wetenschap’ opgericht.

Mijn vrouw heeft dit nog meegemaakt en het was voor haar een gebedsverhoring. Zij wist hoezeer contact met mensen en het geven van theologisch onderwijs mij onder Gods zegen de kracht gaven de moeilijke gezinsomstandigheden te dragen. Zij maakte zich zorgen als dit weg zou vallen. Met het werpen van deze zorgen op de Heere is zij niet beschaamd uitgekomen. Tenzij mijn gezondheid het niet meer zou toelaten, ben ik altijd van plan geweest allerlei werkzaamheden zoveel mogelijk na mijn emeritaat voort te zetten. Toen wegen onbegaanbaar werden, werden andere wegen gebaand waardoor dit kon. Ook na mijn emeritaat kon ik met theologische toerusting doorgaan.

Om een kader te creëren voor de theologische toerusting die ik zou gaan geven, werd al in februari 2021 besloten hiervoor een stichting te gaan vormen. De naam zou al aangeven vanuit welke zienswijze en houding theologische toerusting zou worden gegeven. Ikzelf ben op zoek gegaan naar bestuursleden.

Er waren twee criteria: Men moest het doel van de stichting van harte bijvallen en over kerkmuren heen kunnen kijken. Het moesten ook geen mensen zijn die in kerkelijke hokjes en vakjes denken, maar wel mannen die van harte achter de gereformeerde belijdenis staan en ook bij de religie van de belijdenis (om een uitdrukking van prof. Severijn, een van de vroegere voorzitters van de Gereformeerde Bond te gebruiken) willen leven. Dan gaat het om de Bijbel als Gods onfeilbaar Woord, de noodzaak van verzoening met God en van wedergeboorte door Gods Geest met als vrucht verborgen omgang met God.

Op een gegeven moment waren er vier bestuursleden die behoorden tot de Hersteld Hervormde Kerk, de Gereformeerde Gemeenten, de Christelijke Gereformeerde Kerken en de Protestantse Kerk in Nederland. We misten nog een voorzitter. Toen heb ik Eddy Bilder gevraagd. Ik heb het hem al eens verklapt maar ik wilde gewoon even weten of mijn indruk van Eddy ook die van anderen was. Dat bleek het geval te zijn zowel toen ik iemand van de Hersteld Hervormde Gemeente van Genemuiden belde als iemand van de Gereformeerde Gemeente van Genemuiden. In nog krachtiger bewoordingen dan ik had vermoed, werd dit door beiden onafhankelijk van elkaar bevestigd.

Een dag of wat later belde ik Eddy om hem te vertellen dat er een stichting ‘Godsvrucht en wetenschap’ zou worden opgericht en het lichtte het doel en de opzet toe. ‘We zien jou heel graag als voorzitter’, zo zei ik hem. Eddy was direct enthousiast. Hij moest, zo vertelde hij, daarvoor toestemming krijgen van de gemeenteraad. Nu, die toestemming kwam.

Een aantal bestuursleden leerden elkaar voor het eerst kennen, en ik kan zeggen dat de vergaderingen onder de deskundige leiding van Eddy harmonieus verlopen, maar vooral dat wij meer dan eens de aanwezigheid van de Heere bij de vergaderingen mogen bemerken. We zijn echt aan elkaar verbonden geraakt. Als we de zakelijke dingen hebben gehad – en soms ook tussendoor – spreken we met elkaar over God en goddelijke zaken. Die gelegenheid is er vooral als wij de vergadering eenmaal per jaar met een educatief element en een maaltijd met elkaar combineren.

*

Een man die zelf belichaamt wat de stichting ‘Godsvrucht en wetenschap beoogt’

En dat Eddy het doel van de stichting van harte bijvalt, behoeft geen enkel betoog. Hij is niet iemand voor wie in zijn eigen leven geloof en godsvrucht privézaken zouden kunnen zijn. Een bestuurslid mailde zaterdagmiddag 22 november naar aanleiding van de bijzondere raadsvergadering die door alle bestuursleden en door mij was bijgewoond het volgende: ‘Gisterenmiddag bijzonder mooie middag. Heel mooi hoe inhoud en humor en menselijkheid en principes kunnen samengaan.’ En zo was het.

Wat ik in Eddy bijzonder waardeer, is dat hij nooit verbergt wat zijn diepste drijfveer is. Dat deed hij ook niet als politicus en bestuurder. Hij doet het wel op een heel natuurlijke en ontspannen wijze. Dat maakt, zo denk ik, dat ook mensen met een andere achtergrond dat kunnen waarderen of hem daarvoor in ieder geval de ruimte geven.

Zij beseffen ook dat dit zozeer bij hem behoort, dat hij dit gewoon niet kan verbergen. Zo behoort dat voor ons allen te zijn, welke plaats wij in de samenleving ook hebben. De omgeving van Hananja, Misael en Azarja wist dat deze jongemannen niet zouden buigen voor het beeld van Nebukadnezar. De omgeving van Daniël wist dat hij het nooit zou laten om openlijk de God van Abraham, Izak en Jakob te aanbidden. Deze houding riep verzet op, maar er was ook diep respect en waardering. Dan hoeven we maar aan Daniël te denken.

Ik sluit af met de woorden die ik schreef in het boekje dat ik op de afscheidsreceptie aan Eddy Bilder als persoonlijk aandenken heb gegeven: ‘Welgelukzalig is hij, die den God Jakobs tot zijn Hulp heeft, wiens verwachting op den HEERE, zijn God is’ (Psalm 146:5).

Plaats een reactie