De taak en plaats van man en vrouw in gezin, kerk en samenleving

Inleiding

Hoe moeten we aankijken tegen de positie van man en vrouw? Graag geef ik een aantal overwegingen, omdat ik de laatste weken meerdere bijdragen in de media daarover onder ogen zag. Soms werden daarin zaken tegenover elkaar gesteld die in elkaars verlengde liggen. In andere gevallen bleek dat het verschil vast zat op de vraag of de Bijbel zonder reserve als het Woord van God moet worden gezien. In grote delen van de kerk – en die zienswijze dringt ook de kerken van de gereformeerde gezindte binnen – is de Bijbel de weliswaar primaire, maar toch tijdbepaalde en cultuurgebonden neerslag van de openbaring.

De Bijbel bevat in deze zienswijze ook geen eenduidig geluid maar een veelheid van stemmen. Zo rechtvaardigt men dat zonder dat de Schrift er zelf aanleiding toe geeft Schriftgegevens als niet meer relevant voor deze tijd te zien. De Schrift zelf laat de voortgang van oude naar nieuwe bedeling zien. Zo is onder de nieuwe bedeling de mozaïsche wetgeving geen scheidingsmuur meer in Gods gemeente, terwijl als het gaat om huwelijk en seksualiteit praktijken die onder de oude bedeling werden getolereerd niet meer zijn toegestaan. Als men in onze tijd vragen heeft bij het blijvende gezag van Schriftgegevens geldt dat altijd ook Schriftgegevens over de verhouding van man en vrouw en over huwelijk en seksualiteit. Het argument is dan dat deze Schriftgegevens in onze tijd niet meer toepasbaar zijn.

In deze bijdrage wil ik eerst een aantal overwegingen geven. Ik begin met de ongehuwden en alleen-staanden. Als het gaat om de gehuwden neem ik het klassieke huwelijksformulier als vertrekpunt. Allereerst omdat ik ervan overtuigd ben dat daarin Bijbelse lijnen worden getrokken, maar ook omdat dit in tal van gemeenten van kerken van de gereformeerde gezindte nog wordt gebruikt in huwelijks-diensten. En daarom ook vele mannen en vrouwen op hun ja-woord, dat zij mede gebaseerd op het daarin gegeven onderwijs hebben gegeven, kunnen worden aangesproken. Trouwens in behoudende evangelische gemeenten ook al gebruikte of gebruikt men niet het genoemde formulier klonken en klinken dezelfde geluiden als het gaat om de verhouding van man en vrouw en de verschillende taken die zij in het gezin hebben.

*

De ongehuwden en alleenstaanden

Niet iedereen komt tot een huwelijk en gehuwden komen vroeger of later weer alleen te staan. Verdrietig is het als dat door echtscheiding is, maar ook het beste huwelijk wordt door de dood ontbonden. Ik wil mij vooral richten op de positie en taken van de alleenstaande vrouw. De Schrift laat ons zien dat de primaire taak van een getrouwde vrouw in het gezin ligt. Al haar taken zijn gerelateerd aan haar positie als vrouw – en als het huwelijk met de kinderzegen is bekroond – met die van moeder.

Dat maakt ons onder andere de lof op de deugdelijke huisvrouw die wij vinden aan het slot van Spreuken duidelijk. Het gaat daar kennelijk om de vrouw van een vermogend man gezien de veelheid van taken die zij kan ontplooien. In het publieke domein (in het oudste oosten ging het dan om de poort als plaats van beslissingen en rechtspraak) was haar man mede vanwege haar bekend.

Wie een kerkhistorisch voorbeeld wil hebben van een vrouw die aan het portret van deugdelijke huisvrouw beantwoord, denkt onwillekeurig aan Katarina von Bora, de vrouw van Luther. Zij was een duizendpoot die haar man bijstond, zorgde voor de kinderen en daarnaast kans zag nog tal van andere taken te vervullen. Lang niet elke getrouwde vrouw zal daar lichamelijk toe in staat zijn.

Hoe moeten we aankijken tegen de positie en taak van ongehuwde vrouwen? Bijna nooit is ongehuwd zijn een vrijwillige keuze. Vrijwel altijd is het een stuk levenslot. Dan is het zaak om het eens te zijn met de weg die de Heere gaat. Op tal van terreinen kan een ongehuwde vrouw zich inzetten en van betekenis zijn. Het ene terrein ligt meer voor de hand dan het andere, maar ik zou niet durven zeggen dat er terreinen zijn die de ongehuwde vrouw niet mag betreden.

Binnen de kerk is het leidinggeven niet aan de vrouw toevertrouwd. De leidinggevende ambten zijn een zaak van de man. Maar ook binnen de kerk kunnen zowel ongetrouwde als getrouwde vrouwen veel betekenen. Ik denk aan het geven van raad en onderwijs in persoonlijke contacten en in groepen van vrouwen. Wat hebben ongetrouwde vrouwen een diepe indruk nagelaten op kinderen aan wie zij op zondagscholen de Bijbelse geschiedenissen vertelden. Meer dan eens mochten zij aan meerdere generaties lesgeven.

Ongehuwde vrouwen – en trouwens ook gehuwde mannen – heb ik erop gewezen dat niet alle energie mocht uitgaan naar het opbouwen van een maatschappelijke carrière. Als de Schrift ons ertoe oproept onze talenten te gebruiken, is het kader de eer van God en de komst van Zijn koninkrijk. Dat kan juist betekenen dat wij er welbewust van afzien om een nog ingrijpendere betaalde maatschappelijke positie te accepteren, omdat wij ook op andere terreinen dienstbaar willen zijn.

Heel verdrietig is het als een vrouw met opgroeiende kinderen alleen komt te staan. Om financiële redenen kan zij dan vaak minder thuis zijn en tijd aan haar kinderen besteden dan zij zou wensen. De Heere weet alle dingen. Dan mogen we zorgen en omstandigheden in Zijn handen leggen en zo naar bevind van zaken handelen.

*

De taken van man en vrouw en het bijstaan van elkaar

Als het gaat om de gehuwden spreekt het klassieke huwelijksformulier de gehuwde man erop aan zijn gezin te onderhouden. Zijn eerste taak ligt op dat terrein. Een christelijk huwelijk vooronderstelt dat er van meet af aan de bereidheid is het huwelijk met de kinderzegen te laten bekronen. Verdrietig en on-Bijbels is het als men voorlopig die kroon niet wil ontvangen. Wie zo denkt, zal trouwens niet willen dat het klassieke huwelijksformulier in de trouwdienst wordt voorgelezen, want daar wordt dan iets gesteld dat men niet bijvalt.

De taak van een gehuwde vrouw is haar man tot hulp te zijn en op haar huishouding goede acht te geven. Haar eerste taak ligt in het gezin. In een trouwgesprek heb ik de bruid altijd aangeraden geen vijf dagen te blijven werken. De man heb ik erop gewezen zich bewust te zijn van het gevaar helemaal op te gaan in zijn werk. Mogen er kinderen komen, dan is de band van een moeder met kinderen – zeker als zij nog klein zijn – dieper als die van de vader. Komen kinderen thuis, dan is het niet vreemd als zij vragen ook al is de vader aanwezig: ‘Waar is mama?’

Dat een gehuwde vrouw zolang het huwelijk niet met de kinderzegen is bekroond en ook wanneer alle kinderen overdag buitenshuis zijn meer taken buitenshuis kan en mag vervullen, behoeft geen betoog. Dat hoeft niet altijd betaald werk te zijn. Iedereen weet dat er op allerlei terreinen een toenemend tekort aan vrijwilligers is. Een tekort dat mede bevorderd wordt door de belastingpolitiek van onze overheid die eenverdieners op buitengewone wijze meer belasting laat betalen dan tweeverdieners.

Taken buiten het gezin hoeven niet altijd taken buitenshuis te zijn. In de praktijk is dat echter veruit in de meeste gevallen wel zo. Een groot deel van haar taak mag een vrouw met opgroeiende kinderen buitenshuis vervullen. We moeten ons hoeden voor casuïstiek. De situatie van de een – niet in de laatste plaats in financieel opzicht – is niet de situatie van de ander. Wel moeten de Bijbelse kaders altijd het uitgangspunt zijn.

In trouwgesprekken en gesprekken bij doopzittingen heb ik er op gewezen dat het van belang is onze materiële wensen af te stemmen op Bijbelse kaders. Koop een iets goedkoper huis, besteed minder geld aan vakantie enz. Echter, het kan zijn dat ook als de wensen minimaal zijn het nog nodig is dat een vrouw betaald werk verricht. Mijn dringend advies is altijd geweest om bij opgroeiende kinderen twee dagen buitenshuis als het absolute maximum aan te houden en alleen bij evidente financiële noodzaak erover heen te gaan.

Zeker als er meer kinderen in de leeftijd van de basisschool en daarbeneden zijn, lijkt één dag mij beter en een vrouw moet zich er niet voor schamen dat zij al haar tijd aan haar gezin besteed. Ook hier geldt echter dat ik niet graag het pad van de casuïstiek opga maar vraag de Bijbelse kaders te hanteren. Dan kan het zijn dat men om financiële redenen gedwongen is keuzes te maken die niet de eigen voorkeur hebben. Duidelijk moet wel zijn dat het bijbels volstrekt niet te verantwoorden is als gehuwde vrouw met kinderen vijf dagen buitenshuis te werken.

Heel verdrietig is dat vrouwen die financieel die eerste keuze kunnen maken ook in kerkelijke kring zich vaak al moeten verantwoorden en zelfs de wind van voren krijgen. Hen wordt soms verweten – zeker als zij wat hoger opgeleid zijn – dat zij hun talenten zouden verwaarlozen. Maar daarmee wordt aan de gelijkenis van de talenten een invulling gegeven die niet overeenkomt met de Bijbelse bedoeling. Het gaat erom dat wij de mogelijkheden die God ons geeft maximaal inzetten tot verheer-lijking van Zijn naam en uitbreiding van Zijn koninkrijk. Dat het om maximale ontplooiing van eigen maatschappelijke carrière en positie zou gaan, is een seculiere invulling.

Zelf heb ik mijn vrouw als een geschenk van de Heere ervaren. Een heel groot geschenk. Nog voordat wij trouwden onderging zij een tweetal operaties waarvan er een zeer ingrijpend was. Het sprak daarom vanzelf dat zij stopte met haar werk, maar meer dan eens heeft zij gezegd dat zij hoe dan ook haar eerste taak in het gezin zag en de tijd die er overbleef, wilde zij steken in haar taak als predikants-vrouw. Zij bezocht eenzamen, deed aan Bijbelstudie om een vrouwenvereniging te leiden of daar in ieder geval een goede inbreng te hebben, ontving mensen die op bezoek kwamen voor raad en advies en nam deel aan geestelijke samensprekingen als mensen na de kerkdienst (vooral doordeweekse diensten) naar de pastorie kwamen om over de preek na te spreken.

De kinderen die wij mochten ontvangen, stonden voor haar bovenaan in haar taken. Zij was altijd thuis als zij uit school kwamen om hun verhalen aan te horen, bracht hen naar zwemles en pianoles, leerde hen Bijbelteksten uit het hoofd en las hen, toen zij nog klein waren, voor het naar bed gaan altijd iets voor. Minstens eenmaal per week deed ik dat trouwens en ik heb dat gehuwde mannen ook altijd zeer dringend aangeraden. Het feit dat zeker bij kleine kinderen de taal van de moeder prominent is, betekent niet dat de vader de afwezige mag zijn.

Heel belangrijk zijn dan de gezamenlijke maaltijden. Als predikant had ik het dan gemakkelijk. ’s Avonds ben je vaak niet thuis, maar meestal kon ik driemaal per dag met mijn gezin de maaltijd gebruiken. Mike Pence, de oud-vicepresident van de Verenigde Staten, maakt al in de titel van een boekje dat hij schreef Go Home for Dinner het belang daarvan duidelijk.

Voor mijn vrouw was het allerbelangrijkste dat ook haar kinderen mochten weten wat de Heere haar had geleerd: ‘Hij voor mij, omdat ik anders de eeuwige dood zou moeten sterven.’ Ik ben de Heere nog altijd dankbaar dat Hij mij zo’n vrouw en onze kinderen zo’n moeder gaf. Een moeder die haar kinderen bij de hand nam om hen tot Jezus te leiden.

Gods geboden en inzettingen zijn een kleed dat past bij de werkelijkheid. Als wij die verbreken, gaan zij ons verbreken. Tal van problemen in de samenleving zijn gerelateerd aan het feit dat gezinnen ontwricht of ouders – en dan denk ik niet alleen aan moeders maar ook aan vaders – de hoogste prioriteit toekennen aan eigen carrière in plaats van aan hun gezin.

Wie echter de Bijbelse lijnen over de taak en plaats van de vrouw ter harte neemt, kan niet beweren dat die ook geen con­sequenties hebben voor de plaats van de vrouw in de samenleving. Jammer is dat in prediking en catechese vaak weinig aandacht wordt gegeven aan deze aspecten van de Bijbelse boodschap en dat helaas mede omdat een deel van de gemeente er vaak al aan ontzonken is en men geen mensen voor het hoofd wil stoten. Echter krachtig geluid is gepast en waar nodig de oproep tot concrete bekering.

Ook als niet-christenen zich aan Gods scheppingsordeningen houden, zullen ze in dit leven een stuk harmonie, rust en vreugde ervaren. Het is al weer een aantal jaren geleden dat mij opviel dat SP-tweede kamerlid Nine Kooiman aankondigde uit de Tweede Kamer te ver­trekken. Ze gaf er voorlopig de voorrang aan alle tijd te besteden aan de opvoeding van haar eenjarige zoontje, zodat ze later niet hoefde te zeggen dat zij veel heeft gemist. Deze vrouw behoort uiteraard niet tot de gereformeerde gezindte, maar ik zou willen dat breed in de samenleving haar keuze meer werd gemaakt en dat vooral ook met het oog op kinderen. Zij zijn er de dupe van als de Bijbelse kaders over de positie van man en vrouw niet worden gehanteerd. De overheid zou het hanteren van die kaders moeten stimuleren door haar belastingpolitiek aan te passen. Het zou niet vreemd zijn dat dan op termijn minder geld naar jeugdzorg hoeft. Nu is het overheidsbeleid meer op de afbraak dan op de bescherming van het gezin gericht.

*

Het gezag van de Schrift

De discussie in de media over de positie van de vrouw ontstond naar aanleiding van een bijeenkomst van de Dutch Biblebelt Network in Gouda. Ik was niet op de samenkomst en ik ben nog nooit naar een samenkomst van het genoemde netwerk geweest. Ik moet prioriteiten stellen en kan bepaald niet alle samenkomsten bezoeken die worden belegd.

Ik moet eerlijk zeggen dat de naam Dutch Biblebelt Network is voor mij bepaald geen aansporing naar samenkomsten die onder die vlag worden belegd, toe te gaan. De naamgeving duidt erop dat het uitgangspunt een sociologische groep is. In dit geval de gereformeerde – of zoals men inmiddels vaker zegt reformatorische gezindte. De naamgeving past bij religiewetenschap die de godsdienstige mens of groep als centraal fenomeen ziet.

Van sprekers en deelnemers wordt niet verwacht dat zij zich gebonden weten aan de gereformeerde belijdenis of de Bijbel als de laatste en hoogste norm van leer en levenswandel erkennen, omdat dit het onfeilbare en volstrekt gezaghebbende Woord van God is. Ik weet dat er bijdragen zijn die wel aan deze norm voldoen, maar het uitgangspunt is niet de Schrift en de daarop gegronde belijdenis, maar de reformatorische godsdienstige groep en mens. En dat zijn bepaald geen constante gegevens.

Het vertrekpunt en kader moet altijd allereerst de Schrift zelf zijn en dan moet onze wens zijn dat mensen van welke achtergrond ook ervoor leren buigen. Om alle misverstand weg te nemen. Meer dan eens heb ik in allerlei verbanden bijeenkomsten bezocht waarvan de bijdragen niet onder de koepel stonden van het gezag van Gods Woord en de verbindende kracht van de gereformeerde belijdenis. Zeker in wetenschappelijke context.

Echter als het gaat om welke weg de kerken nu en in de toekomst moeten gaan, moet niet de groep het uitgangspunt zijn maar de Schrift in haar vernieuwende en reformerende kracht. Daarvan mogen we grote dingen verwachten. Dan zou ik wel wensen dat geluiden daarop gericht aandacht krijgen. Nu zien we nogal eens het omgekeerde en zo is Nederlands kerk bezig, als God het niet verhoedt, haar eigen graf te graven. 

Een van de hoofdsprekers op de bewuste bijeenkomst was Miranda Klaver. Niet alleen uit de de verslaggeving over de bijeenkomst maar ook aan een grote opinievormende bijdrage die zij in het RD mocht plaatsen blijkt dat de wegen uitgaan op het punt van het karakter en gezag van de Schrift en dat leidt tot andere keuzes zowel als het gaat om de vrouw in het ambt als breder de positie van de vrouw in gezin, kerk en samenleving.

Wie uitgaat van het zelfgetuigenis van de Schrift, weet dat de Schrift ons de waarheid openbaart en dat kan doen omdat zij een eenheid is. Zo hebben kerkvaders en reformatoren de Schrift gelezen. Vanuit dit perspectief wordt in de belijdenisgeschriften van de Reformatie gesproken. Wie ruimte ziet voor de vrouw in het ambt, kan dat alleen doen door het nieuwtestamentische onderwijs over de vereisten van ambtsdragers ten minste voor een deel als temporele ordemaatregelen te zien.

Hier zou de Schrift niet de uiteindelijke en blijvende wil van God openbaren. Het wordt als juist gezien deze Schriftgegevens met een beroep op andere Schriftgegevens die belangrijker worden geacht te relativeren. Zo kan Klaver ertoe komen een vrouwelijk theologiestudente die tot de overtuiging kwam dat zij de weg naar het ambt niet mocht inslaan een fundamentalistische Schriftvisie te verwijten.

Klaver gaat met een beroep op Genesis 1 voorbij aan relevante gegevens uit Genesis 2. Zij noemt die niet eens. Ik denk aan het feit dat Adam eerst is geschapen en dat Adam Eva haar naam gaf. De zondeval heeft geleid tot misbruik van gezag en relaties, maar de gehoorzaamheid van de vrouw aan de man is een scheppingsgegeven dat juist in de herschepping wordt bevestigt. Dan hebben man en vrouw genade nodig om daarbij te leven.

Heel indringend heeft Paulus de herbevestiging van de scheppingsorde door Christus verwoord in Efeze 5:2-27: Gij vrouwen, weest aan uw eigen mannen onderdanig, gelijk aan den Heere; Want de man is het hoofd der vrouw, gelijk ook Christus het Hoofd der Gemeente is; en Hij is de Behouder des lichaams. Daarom, gelijk de Gemeente aan Christus onderdanig is, alzo ook de vrouwen aan haar eigen mannen in alles. Gij mannen, hebt uw eigen vrouwen lief, gelijk ook Christus de Gemeente liefgehad heeft, en Zichzelven voor haar heeft overgegeven; Opdat Hij haar heiligen zou, haar gereinigd hebbende met het bad des waters door het Woord; Opdat Hij haar Zichzelven heerlijk zou voorstellen, een Gemeente, die geen vlek of rimpel heeft, of iets dergelijks, maar dat zij zou heilig zijn en onberispelijk.

Klaver stelt: ‘Vanuit het perspectief op de dood en opstanding van Christus, en de mens als nieuwe schepping door de verzoening met God, zien we hoe de relatie tussen man en vrouw hersteld wordt tot een relatie van onderlinge eenheid en verbondenheid (Galaten 3:282 Korinthe 5:17). Het is de belofte van de Geest die gaven geeft aan zowel mannen als vrouwen ter opbouw van de gemeente en de komst van het Koninkrijk van God (Handelingen 2:171 Korinthe 4-11).’

Dat is op zich helemaal waar. Man en vrouw mogen op gelijke wijze in de zaligheid delen, maar Klaver noemt zelfs niet de teksten die de eigen taak en positie van man en vrouw verwoorden. Hier wreekt zich dat zij kennelijk niet uitgaat van de eenheid en volkomenheid van de Schrift. Ik wees al op Efeze 5:2-27. Ik noem ook 1 Tim. 2 :15 en 1 Tim. 5:14. In 1 Tim.2:15 wordt van de gehuwde vrouw gezegd: ‘Doch zij zal zalig worden in kinderen te baren, zo zij blijft in het geloof, en liefde, en heiligmaking, met matigheid’. In 1 Tim 5:14 lezen we: ‘Ik wil dan, dat de jonge weduwen huwelijken, kinderen telen, het huis regeren, geen oorzaak van lastering aan de wederpartij geven.’ Deze teksten wijzen ons zowel op de bereidheid de kinderzegen te ontvangen als op de taak van de vrouw in het gezin.

*

Gods Woord in het hart geschreven

De eerste vraag moet altijd zijn: ‘Wat zegt de Schrift?’ Ook binnen de gereformeerde gezindte merken we dat bij doordenking van zaken het Schriftgetuigenis vaak naar de achtergrond wordt geduwd en de praktijk zoals die gegroeid is of begint te groeien uitgangspunt is. Bij zo’n insteek is de wissel eigenlijk al omgezet. We moeten ervoor bewaard en van verlost worden de Schrift fout te verstaan, maar uitgangspunt moet zonder reserve zijn: ‘Wat de Schrift zegt, zegt God Zelf’. Dan zal men in het ene geval moeten terugkeren tot een bepaalde praktijk of er aan vast moeten houden. In het andere geval moet een overgeleverde zienswijze worden prijsgegeven. Dat de Schrift het laatste en hoogste woord heeft, zal vaak maar toch niet altijd tot conservatieve standpunten leiden.

Als het gaat om het laatste denk ik aan het volgende. Toen ik op de middelbare school zat, keek menigeen binnen de gereformeerde gezindte behoorlijk onkritisch naar de apartheidspolitiek in Zuid-Afrika en Zimbabwe (toen nog bekend als Rhodesië). Ik kwam er pas een aantal jaren geleden achter dat de Free Presbyterian Church of Scotland, die in Nederland bekend is door het werk van de Mbumazending, de eerste kerk in het Verenigd Koninkrijk was die de apartheidspolitiek veroordeelde.

Dat was in de jaren zestig van de vorige eeuw. Welbewust werd in de hoogtijdagen van de apartheidspolitiek een zwarte predikant uit Zimbabwe, dat toen nog Rhodesië heette, tot synode-preses gekozen. Theologen die inhoudelijk ver van deze zeer behoudende gereformeerde kerk afstonden, waarvoor de vraag naar de positie van de vrouw in kerk en samenleving geen enkel discussiepunt is, hebben de Free Presbyterian Church om haar moed geprezen.

Hebben degenen die vast willen houden aan het Bijbelse getuigenis over de positie van de vrouw oog voor de werkelijkheid, zijn zij niet wereldvreemd? Die geluiden klinken. Mijn antwoord is heel eenvoudig: Zij kijken met de bril van de Schrift naar de werkelijkheid en ik zou iedereen willen aanraden dat ook te doen.

Verdrietig is als men op zich het bijbels getuigenis wil vasthouden, maar het in de praktijk niet functioneert en dan heb ik eerlijk gezegd meer mannen dan vrouwen zien falen. Mannen die narcistische trekken hebben en alleen aan zichzelf denken en zo niet alleen hun vrouw maar ook zichzelf beschadigen.

We doen het van harte en niet met tegenzin wat God van ons vraagt. Ook als het gaat om de verhouding van man en vrouw, wanneer God door Zijn Geest Zijn Woord in ons hart schrijft. Dan leren wij tot God naderen door Christus en worden Zijn geboden voor ons een regel van dankbaarheid. Dan geldt: ‘Ik doe Uw geboôn oprecht en welgezind, Uw liefdedienst heeft mij nog nooit verdroten.’

Dan moeten overigens mannen en vrouw, getrouwden en ongetrouwden belijden dat hun gelijkvormigheid aan Christus nog ten dele is of vaak nog maar heel ten dele. Dagelijkse omgang met God is nodig om niet onbewust geïnfecteerd te worden door on-Bijbels denken en om in die omgang te smeken om dicht bij Christus te blijven en meer op Hem te lijken. Dan nog blijft ons laatste houvast niet dat wij Hem liefhebben, maar dat Hij ons heeft liefgehad en ons van onze zonden in Zijn bloed heeft gewassen.

Plaats een reactie