We verliezen het zicht op de zonde

In de Nieuwsbrief Gereformeerd Venster (nr. 86 Maandag 19 februari 2024) stond een vertaling van een artikel van de hand van Ian Hamilton. De oorspronkelijke Engelstalige versie is te vinden op https://banneroftruth.org/us/resources/articles/2000/losing-sight-of-sin. De Nederlandse vertaling is verzorgd door Heleen van de Fliert. Ik spreek mijn erkentelijkheid uit dat dit artikel is vertaald.

Iain Hamilton is een de trustees (leden van het stichtingsbestuur van The Banner of Truth Trust. Hij is van huis nominaal rooms-katholiek en kwam als teenager tot bekering. Meer dan eens heb ik hem horen spreken op conferenties van de Banner of Truth. Het was mij altijd een vreugde om naar zijn heldere en indringende woorden te luisteren.

In het bewuste artikel wordt over de evangelische kerk gesproken (evangelical church). Voor Nederlandse lezers is het van belang te weten dat het woord ‘evangelisch’ niet zoals in Nederland vaak het geval is, tegenover ‘reformatorisch’ of ‘gereformeerd’ staat.

In principe is in de angelsaksische context ‘evangelisch’ (evangelical) een voluit positief woord. In die positieve zin vinden we het trouwens ook in de kanttekeningen van de Staten vertaling. ‘Evangelisch’ wil zeggen dat men trouw aan het Evangelie wil zijn. De grote zorg van Hamilton is dat de ‘evangelical church’ dat wil zeggen kerken die pretenderen trouw aan de Schrift te zijn, lang niet altijd aan het Evangelie recht doen.

Daarom schreef hij zijn artikel met de titel: ‘We verliezen het zicht op de zonde’.

*

Inleiding

Onlangs las ik enkele woorden van George Swinnock (een puritein van halverwege de zeventiende eeuw), die volgens mij het evangelische christendom van de eenentwintigste eeuw beschrijven:

“We schatten de grootte van de zonde te laag, te kort en verkeerd als we die afmeten aan het kwaad dat wij doen aan onszelf, onze familie, buren of het land waarin we leven; Daarin zien we namelijk wel iets van het kwaad en de schade van de zonde, maar om de volledige lengte en omvang van de zonde te zien, moeten we stilstaan bij het kwaad dat het doet tegen de grote, heerlijke en onvergelijkbare God. De zonde is oneindig kwaad, omdat de God, Die er in de eerste plaats door aangetast wordt, oneindig voortreffelijk is.”

Swinnock zegt hiermee niets anders dan wat de Bijbel zelf zegt. Het uiterste gevolg van de zonde is niet dat het mijn leven bederft, mijn relaties kapotmaakt of littekens in mijn wereld maakt, maar dat het mijn God onteert, uitdaagt en te schande maakt!

Dit is een waarheid – een uiterst fundamentele en eenvoudige waarheid – waar onze huidige generatie het zicht op kwijtgeraakt is. De zonde wordt – als het al genoemd wordt – vrijwel alleen beschreven met woorden die naar onszelf verwijzen.

Het wordt beschouwd als “psychische pijn en relationele schade.” En de zonde veroorzaakt inderdaad diepe psychische pijn en relationele schade. Maar de kern en gruwel van de zonde is niet het gevolg dat het voor mij heeft, maar de uitwerking die het op God heeft, de “onvergelijkbaar voortreffelijke” God.

Dit blijkt duidelijk uit Psalm 51:6, waar koning David diep overtuigd is van de zonde van zijn samenspanning om Uria te doden. Als hij in deze psalm tot God roept om genade, bidt David: “Tegen U, U alleen, heb ik gezondigd, en gedaan wat kwaad is in Uw ogen.”

David ontkent niet de zonde die hij gedaan heeft tegen Bathséba, Uria, zijn eigen familie en Gods kerk, maar hij vertelt zichzelf – en ons – dat de ware verschrikking van de zonde is dat het tegen God gedaan is. Het meest schadelijke van de zonde kan alleen theologisch aangeduid worden, niet psychologisch of relationeel.

*

Alpha-cursus
Dit is een waarheid waar de evangelische kerk in onze tijd opnieuw bekend mee moet worden. Wij leven in een cultuur die om onszelf draait. De kerk wil echter in deze cultuur het Evangelie van Gods genade en liefde uitdelen. Het gevaar dat daarbij altijd dreigt, is dat we het onderwijs dat de Bijbel over de zonde geeft, afzwakken om ons aan te passen aan de gevoelde nood van onze tijd.

Dat is ook wat “Alpha” probeert te doen. Het oorspronkelijke voornemen van Alpha was prijzenswaardig: Hoe kunnen we de onkerkelijke heidenen in onze maatschappij het best bereiken met het goede nieuws van de Heere Jezus Christus? Ik waardeer dat verlangen en voelde me er ook door terechtgewezen.

Als je echter zorgvuldig kijkt naar Alpha, wordt de zonde er vrijwel alleen weergegeven als een psychologisch, persoonlijk en sociaal kwaad. En de zonde bevat dat kwaad ook zeker. De zonde is de wortel van alle kwaad in de wereld, zowel persoonlijk als wereldwijd.

Maar zolang mannen en vrouwen niet worden geholpen om te zien dat de gruwel van de zonde is dat het tegen God gedaan wordt en het de mens tot Zijn vijand maakt (Rom. 5:10), zal Jezus Christus nooit worden gezien voor Wie Hij werkelijk is.

Hij zal niet worden gezien als Degene Die van God en door God gezonden is om ons met God te verzoenen, ons te bevrijden van de toekomende toorn en ons rijp te maken voor eeuwige gemeenschap met God. De wortel van al onze ellende is dat onze gemeenschap met de levende God, is gebroken door de zonde.

Vele grote theologen uit de christelijke kerk hebben de zonde “Deicidium” genoemd, wat “Godsmoord” betekent! Is dat hoe u en ik over de zonde denken? We raken het gevoel en het leerstuk van de zondigheid van de zonde zo snel kwijt. Als dat gebeurt, gaan we over de zonde spreken op een manier die aansluit bij onze cultuur.

En als we zo alleen over de zonde spreken in om onszelf draaiende en therapeutische bewoordingen, verdwijnt de morele verantwoordelijkheid steeds meer. Is er niet een duidelijk verband tussen het verlies van de theologische dimensie van de zonde en het morele verval in het hart van het belijdende christendom?

*

Athene
Waar brengt ons dit alles? We moeten niet alleen maar napraten wat de puriteinen ons vier eeuwen geleden leerden. Zij waren mannen van hun tijd: zij verstonden de tijd waarin ze leefden en dat moeten wij ook doen. Wij moeten ons ook inspannen om zinvol te spreken in deze tijd. Paulus’ toespraak in Athene (Hand. 17) is op veel manieren een voorbeeld voor ons. We moeten spreken tot de mensen in de plaats waar ze zijn, niet waar wij hen zouden willen hebben. We moeten ons minder bezighouden met “resultaat” en meer met “getrouwheid”.

We moeten Paulus’ belijdenis inzetten: “Maar wij hebben verworpen de bedekselen der schande, niet wandelende in arglistigheid, noch het Woord Gods vervalsende, maar door openbaring der waarheid onszelf aangenaam makende bij alle consciënties der mensen, in de tegenwoordigheid Gods” (2 Kor. 4:2).

Eén van onze grote uitdagingen is om het Evangelie aan te prijzen, zonder gekunsteld te zijn. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, maar we moeten het doen.

Waar moeten we dan beginnen? Met de zonde? Nee. Met God! Laat me eindigen zoals ik begon, met enkele woorden van George Swinnock: “Als deze heerlijke God aan u verschijnt en u een glimp toont van Zijn oneindige heerlijkheid, als Hij u iets laat zien van de grootheid die de hemel en de hemel der hemelen niet kan bevatten, van die grenzeloze volmaaktheden, wat zou u dan denken van de zonde?”

Als wij willen zien wat de zonde werkelijk is, moeten we eerst zien Wie God werkelijk is. Zo schreef Thomas Goodwin: “Als u wilt zien wat de zonde is, ga naar de heuvel Golgotha,”

Plaats een reactie