Al weer enige jaren geleden verscheen bij uitgeverij Crossway Books een zeer uitgebreide bundel over het geloofsartikel van de rechtvaardiging. Het geloofsartikel waarmee naar de overtuiging van de Reformatie de kerk in haar zichtbare vorm staat of valt. Redacteur van deze bundel is Matthew Barrett, die als hoofddocent (associate professor) Christelijke theologie verbonden is aan Midwestern Baptist Theological Seminary. De bekende nieuwtestamenticus Donald A. Carson schreef een woord vooraf.
The Doctrine on Which the Church Stands or Falls: Justification in Biblical, Theological, Historical, and Pastoral Perspective bestaat uit 26 bijdragen waarin de boodschap van de rechtvaardiging in het licht van de Schrift zelf wordt ontvouwd (deel 1), de theologische betekenis en relevantie wordt onderzocht (deel 2), in kerkhistorisch perspectief wordt belicht (deel 3) en de pastorale betekenis ervan wordt getoond (deel 4). Telkens komt de blijvende betekenis van deze pijler van de protestantse theologie naar voren.
Het is ondoenlijk om in een recensie op alle bijdragen uit deze bundel in te gaan en er recht aan te doen. Ik noem er een aantal die er voor mij uitspringen. Dat is allereerst die van Robert J. Cara ‘Setting the Record Straight: Second Temple Judaism and Works Righteousness’. In deze bijdrage geeft Cara feitelijk een korte weergave van wat hij breder beargumenteerde in zijn boek Cracking the Foundation of the New Perspective on Paul (Mentor, 2017). Hij bewijst onomstotelijk dat het jodendom van de Tweede Tempel een sterk element van rechtvaardigheid uit de werken had, en dat zowel Jezus als Paulus zich daar tegen keerden.
Vervolgens noem ik de bijdrage van Timo Laato ‘The New Quest for Paul: A Critique of the New Perspective on Paul’. Dit essay, dat naar mijn overtuiging de scherpste beoordeling is van het zogenaamde nieuwe perspectief op Paulus in The Doctrine on Which the Church Stands or Falls, is gebaseerd op Laato’s boek Paul and Judaism: An Anthropological Approach (Scholars Press, 1995).
David van Drunen laat zien dat, hoewel zowel de rechtvaardiging als de heiliging ontvangen worden in geloofsvereniging met Christus, de heiliging uit de rechtvaardiging voortvloeit. Deze logische volgorde is bepaald niet zonder belang. Vanuit de wetenschap dat wij enkel en alleen op grond van Christus’ werk worden vrijgesproken, ontstaat de begeerte om voor Hem te leven.
Het derde deel bevat nog zeven hoofdstukken die ingaan op de historische ontwikkeling van de rechtvaardigingsleer. De eerste bijdrage in dit gedeelte is van de hand van Gerald Bray. Hij begint met de stelling dat ‘de kerkvaders dichter bij de geest van de apostel Paulus stonden dan de meeste katholieke apologeten bereid waren te erkennen, en dat hun denken daarom minder vreemd is aan dat van de protestantse hervormers dan zij hebben beweerd.’
De grote kerkvader Augustinus vat weliswaar rechtvaardigen als rechtvaardig maken op, maar toch gaat Rome niet helemaal in zijn lijn. Keer op keer beklemtoont Augustinus dat de vergeving van zonden onverdiend is. Als Augustinus over rechtvaardiging als rechtvaardig maken (iustum facere) spreekt, is namelijk steeds de vergeving van zonden als vrijsprekend oordeel Gods voorondersteld.
Heel mooi is ook de bijdrage van Nick Needham over hoe ten tijde van de Middeleeuwen de boodschap van de rechtvaardiging verwoord werd. Terminologisch zien we dat theologen als Anselmus van Canterbury en Bernard van Clairveaux zich bij Augustinus aansluiten om rechtvaardigen als rechtvaardig maken op te vatten. Tegelijkertijd vinden we in hun geschriften meerdere uitspraken waarin zij betuigen dat zij hun hoop alleen op Christus stellen, Die plaatsvervangend aan het kruis stierf. Anselmus van Canterbury en Bernard van Clairveaux brengen naar voren dat wij God niet zonder vrees op grond van onze werken kunnen ontmoeten, maar alleen op grond van Zijn barmhartigheid geopenbaard in Christus.
Niet voor niets was Bernard van Clairveaux de middeleeuwse theoloog voor wie de reformatoren zeer grote waardering hadden. De Rooms-Katholieke Kerk kan in haar opvattingen terminologisch in haar opvatting over de rechtvaardiging bij Augustinus en middeleeuwse theologie aansluiten, maar zij heeft de augustijns-bernardijnse erfenis bepaald niet in haar geheel overgenomen.
De bijdragen over de rechtvaardiging in de lutherse traditie, de gereformeerde traditie, de rooms-katholieke traditie en de Verlichting en post-Verlichting geven een rijk overzicht dat gevuld is met interessante details en historische debatten. Duidelijk is dat de wegen van Rome en de Reformatie uiteengaan in het nadrukkelijk onderscheid dat de Reformatie maakt in rechtvaardiging als vrijspraak en heiliging als vernieuwing.
Die kloof is ondanks gemeenschappelijke verklaringen nog nooit overbrugd. Rome geeft namelijk niet op dat rechtvaardiging ook transformatie is en dat die transformatie met de doop wordt geïnitieerd. De gemeenschappelijke verklaringen over de rechtvaardiging konden alleen tot stand komen, omdat het klassieke protestantse geluid anders geen recht wordt gedaan.
The Doctrine on Which the Church Stands or Falls sluit af met twee hoofdstukken die een pastoraal perspectief bieden op de leer van de rechtvaardiging. Chris Castaldo bespreekt verschillende reacties op de rooms-katholieke visie op rechtvaardiging door de geschiedenis heen, en biedt belangrijke observaties voor gesprekken met rooms-katholieken en over verkondiging van het Evangelie aan rooms-katholieken.
In zijn slotbijdrage ‘The Ground On Which We Stand: The Necessity of Justification for Pastoral Ministry’ maakt Sam Storms een heel belangrijk onderscheid: ‘Niet alle geloof is zaligmakend geloof’. Een levend geloof is nooit zonder vruchten. Echter, als de zonden ons benauwen, is het uiteindelijke medicijn alleen te vinden in het werk van Christus buiten ons als de enige en volkomen grond van onze vrijspraak.
The Doctrine on Which the Church Stands or Falls biedt genoeg stof voor hen die vanuit verschillende perspectieven over de leer van de rechtvaardiging willen nadenken. In de bijdragen is een stuk overlap, maar ik heb dat niet als storend, maar eerder als versterkend ervaren. Elk hoofdstuk eindigt met een lijst met aanbevolen bronnen en het boek besluit met een tweetal indices die de bruikbaarheid ervan verhogen.
Matthew Barrett (red.), The Doctrine on Which the Church Stands or Falls: Justification in Biblical, Theological, Historical, and Pastoral Perspective (Wheaton: Crossway Books, 2019), hardcover 912 pp., $60,– (ISBN 9781433555411)