Pascal over Christuskennis, zelfkennis en Godskennis

Pascal was er diep van overtuigd dat wij onszelf alleen kunnen begrijpen in licht van de leer van de erfzonde. Dan begrijpen we zowel onze hoge komaf als onze huidige ellende. Voor dat laatste is er slechts één geneesmiddel en dat is het kruis van Christus. Daarom kon Pascal zeggen: ‘Heel het ge­loof bestaat in Christus en in Adam, en heel de ethiek in de be­geerte en in de genade.’ (Pensées, Fr. 226.)

Pascal wist dat Christus, Godskennis en zelfkennis met elkaar verbonden zijn. Dat blijkt uit de volgende gedachte:

Alleen door Christus kennen wij God. Zonder deze Middelaar is ieder contact met God verbroken. (…) Daarbuiten: zonder de Schrift, zonder de erfzonde en zonder noodzakelijke Middelaar, die beloofd was en gekomen is, is het niet mogelijk God volkomen afdoend te bewijzen en de goede leer en moraal te onderwijzen. Maar door Christus en in Christus bewijst men God en onderwijst men de ethiek en de leer. Daarom is Christus de ware God der mensen.

Maar tegelijkertijd kennen we onze ellende, want deze God is Degene Die onze ellende herstelt. Daarom kunnen wij God alleen goed kennen als we onze zonden kennen. Daarom ook hebben degenen die hebben leren kennen zonder hun ellende te kennen, niet Hem verheerlijkt maar daarom zichzelf verheerlijkt.

Want omdat, in de wijsheid Gods, de wereld God niet heeft gekend door de wijsheid, zo heeft het Gode behaagd, door de dwaasheid der prediking, zalig te maken, die geloven. (Pensées Fr. 189)

Plaats een reactie