God, U bent mijn God, ik ontwaak vroeg om U (te zoeken), mijn ziel dorst naar U, mijn vlees verlangt naar U in een droog en dor land, waar geen water is. Psalm 63:2 (DB 1545)
Zoals het droge en dorre land naar een goede regenbui dorst, zo maakt de wet dat de bevreesde en benauwde mensen dorsten naar Christus. Voor hen smaakt Christus bijzonder zoet; voor hen is Christus enkel vreugde, troost en leven. Dit gebruik van de wet is dus het beste, namelijk in zoverre het ons vernedert en doet uitzien naar Christus. Deze armen worden door Hem getroost en genezen. Hij wil geen andere zielen of gewetens bij Zich hebben, dan die moe en dorstig zijn. Dat zijn de zielen die Hij roept en vriendelijk lokt. Tot hen zegt Hij: ‘Kom tot Mij allen die vermoeid en beladen zijn, en Ik zal u verkwikken’ (Mattheüs 11:28).
Hoe graag regent Hij op zulke dorre en droge landen! Dat betekent: zulke verslagen en bange gewetens wil Hij graag en van harte troosten. Hij giet het water niet uit over landen die al doorweekt en vruchtbaar zijn. Zijn genadegoederen zijn onmetelijk groot. Daarom deelt Hij deze alleen uit onder hen die ze echt nodig hebben. Aan armen predikt Hij het Evangelie (Mattheüs 11:5). Hij geeft de dorstigen te drinken: ‘Indien iemand dorst heeft’, zegt Hij, ‘die mag bij Mij komen en drinken’ (Johannes 7:37). En Hij geneest hen die een verbroken en verslagen hart hebben (Psalm 147:3). Dat zijn allen die door de wet geplaagd en gekweld zijn, die wil Hij troosten en helpen.
In epistolam S. Pauli ad Galatas Commentarius [1531.] 1535. WA 40.1, 509 ff]
Dit stukje is ook te vinden in Vertroost elkander met deze woorden. Dagboek over belofte en troost (Houten: Den Hertog, 2022), hardcover, 378 pp., €10,99 (ISBN 9789033131851). Dit dagboek is door H.C. van Woerden sr. uit verschillende verzamelingen van Luthers werken. Ik kan het iedereen ter lezing aanbevelen. Nu het is afgeprijsd, is de prijs al helemaal geen bezwaar en is het ook een mooi geschenk om weg te geven.
Psalm 119:50
LikeLike