
Abraham Kuyper is één van de grootste figuren uit de negentiende eeuw. Tegelijkertijd is hij zeer omstreden. In zijn eerste gemeente Beesd kwam hij onder andere door het contact met eenvoudige, godvrezende mensen tot inkeer. Hij gaf zijn vrijzinnige inzichten prijs en werd gewonnen voor de gereformeerde leer. Kuyper zette zich vanaf die tijd in voor het herstel van de kerk. Tenslotte stuurde hij welbewust aan op een breuk. Kuyper is één van de grondleggers geworden van de Gereformeerde Kerken. Daarnaast stichtte hij de Vrije Universiteit. Hij was hoofdredacteur van “De Standaard” en ook nog enige tijd minister-president. Dat laat wel zien dat hij een man was van grote talenten en bijzondere werkkracht.
Nog afgezien van zijn kerkelijke positie hebben meerdere van zijn gedachten tegen-spraak opgeroepen. En dat terecht. Ik denk aan zijn leer van de zogenaamde vooronderstelde wedergeboorte en vooral aan zijn optimistische kijk op de cultuur. Kuyper was een groot organisator, maar heeft hij niet te veel van organisatievorming verwacht en te weinig de noodzaak van persoonlijke omgang met God beklemtoond?! Zo heeft hij zelf de kiemen gelegd voor de latere ontsporing van de Gereformeerde Kerken.
Het valt mij wel op dat Kuyper meer dan eens in een kwaad daglicht wordt gesteld door mensen die nog veel verder van de gereformeerde belijdenis verwijderd zijn dan dat bij Kuyper ooit het geval was. Een kwalijke kant van Kuyper was dat hij een echt strateeg was, die mensen hetzij gebruikte hetzij negeerde om zijn doelen te bereiken. Tegenstanders vermorzelde hij of, als hem dat niet lukte, zweeg hij hen dood. Overigens heeft Kuyper daarin, juist onder hen die zijn naam als een negatief etiket gebruiken, vele navolgers. Navolgers die tot veel kwalijker kerkpolitieke manoeuvres de toevlucht nemen dan Kuyper ooit heeft gedaan.
Zelf heb ik grote reserves ten opzichte van Kuyper. Ik heb mij altijd zeer gegrepen gevoeld door Kohlbrugge die het verwachtte van het Woord van God. Kohlbrugge heeft eens van Kuyper gezegd dat hij nog weinig wist van de verborgenheden die de Heere aan Zijn kinderen leert. Dat neemt niet weg dat Kuyper ook positieve betekenis heeft gehad. Zo heeft zijn kijk op de betekenis van organisatievorming niet alleen negatieve kanten. Bij de opening van de Vrije Universiteit hield Kuyper een rede met de titel “Soevereiniteit in eigen kring.” Daarin stelde hij: “Er is niet één terrein des levens waarover Koning Jezus die ons aller soeverein is, niet uitroept: Mijn.” In deze zinsnede beluisteren we zowel Kuypers militante opstelling en optimistische cultuurvisie als een oprechte begeerte heel het leven onder het beslag van het Woord van God te brengen.
Kuypers visie dat in een niet-christelijke samenleving via christelijke organisatievorming getracht moet worden het christelijke erfgoed te bewaren en te verspreiden is voor Nederland van grote betekenis geweest. Deze visie van Kuyper is trouwens door heel de gereformeerde gezindte, tot aan de uiterst rechterzijde ervan, overgenomen. Daarbij had Kuyper meer dan sommige eigentijdse voorstanders van christelijke organisatievorming een missionaire inslag had. Het ging Kuyper erom dat het hele volk voor Christus gewonnen werd.
Waar Kuyper ook gedwaald heeft of in gebreke is gebleven, in ieder geval heeft hij zonder enige reserve beleden dat de kruisdood van Christus de enige grond van de zaligheid is. Dat blijkt uit de volgende gebeurtenis. Het was een keer dat Kuyper een politieke rede hield in het Groningse dorp Zuidhorn. Omdat er geen lokaal was dat groot genoeg was om de mensen te bevatten vond de samenkomst in de open lucht plaats. Nadat Kuyper had gesproken, kwam er debat. Een hoge ambtenaar uit Groningen stelde hem de vraag hoe hij voor de doodstraf kon zijn.
De ambtenaar betoogde: “Denkt u er niet aan dat de Heere Jezus door de overheid is ter dood veroordeeld en ter dood gebracht? Als de doodstraf er niet geweest was, dan zou dat niet gebeurd zijn.” Kuyper antwoordde daarop het volgende: “Onze Heiland is ter dood gebracht, door de overheid veroordeeld, stierf Hij aan het kruis. En nu ik daarvan ga spreken ontbloot ik het hoofd.” Daarbij zette hij zijn hoed af en alle hoeden en petten gingen af. “Nu belijd ik met al Gods volk, dat als de doodstraf niet geweest was, dat als de doodstraf niet geweest was het recht van de overheid die regeert bij de gratie Gods, en onze Koning en Heere niet tot de kruisdood was veroordeeld, er voor mij en voor u allen noch voor de tijd noch voor de eeuwigheid behoud zou zijn geweest. En wie dit met mij gelooft, die zegge nu: Amen.” Een duizendvoudig amen galmde door de avondlucht. Hierop zocht Kuyper het aangezicht des Heeren in dankgebed en gingen de aanwezigen uiteen.