Hosea. De eerste van de Kleine Profeten

De Tyndale Old Testament Commentaries is een Bijbelcommentaar die niet alleen als doel heeft de lezer de tekst van de Bijbel beter te doen verstaan, maar ook een gids wil zijn om duidelijk te maken wat de betekenis ervan voor het heden is. Deze serie is zoveel voor predikanten heel geschikt bij het voorbereiden van preken als voor gemeenteleden die aan persoonlijk Bijbelonderzoek doen. Bijvoor-beeld in het kader van stille tijd. Aan de eigenlijke uitleg gaat een brede inleiding op het behandelde Bijbelboek vooraf. Daarin wordt onder andere aandacht gegeven aan de originele setting, compositie en het doel van het bewuste Bijbelboek. Op een aantal plaatsen wordt in samenhang met de uitleg aanvullende achtergrondinformatie gegeven.

Het deeltje over Hosea is van de hand de inmiddels overleden hoogleraar Oude Testament en president van Fuller Theological Seminary David Allan Hubbard. Hosea is de eerste van de zoge-naamde Kleine Profeten. In de tijd gaat het optreden van Amos aan dat van Hosea vooraf. Ongetwij-feld is Hosea aan het begin van de Kleine Profeten geplaatst, omdat zijn boek in omvang dat van Amos overtreft. In zijn inleiding wijst Hubbard op de vele vergelijkingen en woordspelingen die wij bij Hosea vinden. Een aantal bijzonderheden van het Hebreeuws heeft hoogstwaar­schijnlijk te maken met het feit dat  het in een Noord-Israëlitisch dialect is geschreven.

Hosea heeft allereerst een boodschap voor het Tienstammenrijk. Echter, Hubbard bestrijdt dat de uitspraken over Juda latere toevoegingen zijn. Niet voor niets wordt de tijd waarin Hosea profeteerde niet alleen gedateerd tijdens de regering van Jerobeam II maar ook van de Judese koningen Uzzia, Jotham, Achaz en Hizkia. Hosea wist kennelijk van de bijzondere plaats van Juda en het huis van David in het plan van de HEERE>

Inhoudelijk, zo brengt Hubbard terecht naar voren, valt bij Hosea op hoezeer hij de soevereiniteit van de HEERE onderstreept. Omdat de HEERE de Heilige van Israël is, mag Israël alleen Hem dienen. Afgodendienst is afgoderij. Dat laatste wordt onderstreept door het beeld van het huwelijk tussen man en vrouw dat Hosea gebruikt voor de verhouding tussen de HEERE en Israël. Daarnaast gebruikt de profeet het beeld van vader en zoon.

Hubbard ziet een driedelige structuur in het boek Hosea: Hosea 1:2-3:5 (ervaringen van de profeet); 4:1-11:11 (boodschappen van de profeet deel 1), 12:1-14:10 (bood-schappen van de profeet deel 2). De profetieën zijn zowel thematisch als chronolo-gisch geordend. Het derde deel waarin weerkeer en herstel centraal staan is een brede uitwerking van het slot van Hosea 11.

Als het gaat om het huwelijk dat Hosea met Gomer moest sluiten, gaat Hubbard ervan uit dat het om een reële gebeurtenis gaat. Gomer was een vrouw die zich in haar huwelijk aan overspelig gedrag zou bezondigen. Vanuit de opbouw van Hosea 1-3 toont Hubbard aan dat de vrouw van wie de naam  niet wordt genoemd in Hos. 3:1 Gomer moet zijn. Hosea 1-3 heeft namelijk een concentrische structuur.

A  1:2-9 geschiedenis van oordeel

         B1 1:10-2:1 een sprank van hoop

                   B 2:2-13 een boodschap van oordeel

         B1 2:14-23 een proclamatie van hoop

A1 3:1-5 een geschiedenis van hoop

Bij Hosea 6:1-3 is de vraag of de schuldbelijdenis waarachtig is of weinig diepgaand. Wie voor het eerste kiest, zal Hosea 6:3 een hoofdcesuur moeten aanbrengen. Immers in Hos. 6:4 volgt geen heilsprofetie, maar lezen we woorden van vermaning. Hubbard kiest voor een nauwe aansluiting tussen Hos. 6:1-3 en 6:4vv. en gaat van een weinig diepgaande schuldbelijdenis uit.

Hubbard meent dat Adam in Hos. 6:9 een plaatsnaam is. Meer bevredigend dunkt mij het voorstel van wijlen dr. C. van Gelderen in COT dat Israël geplaatst in een milieu dat vergelijkbaar was met Edens hof het verbond heeft overtreden. Deze opvat­ting sluit aan bij het feit dat je in Hosea meerdere zinspelingen op de Pentateuch vindt.

De kanttekening bij de geboden uitleg van Hos. 6:9 neemt mijn waardering voor wat Hubbard in zijn deel op Hosea in TCOT biedt niet weg. Hosea besluit met een aansporing de profetieën van Hosea ter harte te nemen Het taalkleed van Hos. 14:10 is dat van de wijsheidsliteratuur. Hubbard wijst erop dat Jeremia geestelijk en leerling is geweest van Hosea. Bij hem vinden we woorden, beelden en thema’s van Hosea terug. Ongetwijfeld zijn de woorden van Hosea in de tijd tussen Hosea en Jeremia niet alleen schriftelijk bewaard maar ook overdacht en ter harte genomen. Om dat laatste gaat het nog altijd.

David Allan Hubbard, Hosea, TCOT 24 (Downers Grover: IVP Academic, 2009), paperback 146 pp., $20,– (ISBN 978-0-8308-4224-7)

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s