Is de reformatorische leer van de rechtvaardiging exegetisch houdbaar?

 

Inleiding

Volgens Luther is de rechtvaardiging door het geloof alleen het artikel waarmee de kerk staat of valt. Is het reformatorische verstaan van de boodschap van de rechtvaardiging door het geloof gebaseerd op wat in het bijzonder Paulus daarover schreef in zijn brieven, exegetische wel houdbaar? Dat wordt door meerdere toonaangevende nieuwtestamentici ontkend. Men spreekt van het nieuwe perspectief op Paulus.

Eén van de vertegenwoordigers ervan is de Angli­caanse bisschop N.T. Wright. Als het gaat om de historiciteit van de opstanding en de maagdelijke geboorte laat Wright een helder geluid horen. Het leidt voor hem ook geen twijfel dat de Bijbel homoseksualiteit hoe dan ook afwijst. Wright wil trouw zijn aan de Schrift. Naar zijn overtuiging eist trouw aan de Schrift een ander verstaan van de rechtvaardiging dan we bij de Reformatoren vinden. het hele geding tussen Rome en de Reformatie over de recht­vaar­diging is volgens hem een vergissing. Het zal duidelijk zijn dat deze visie grote gevolgen heeft. Is het echter wel zo dat de Reformatie op dit zo cruciale punt de Schrift heeft mis­ver­staan? John Piper bestrijdt dit in zijn publicatie The Future of Justification. 

De visie van Wright

Wright stelt dat volgens Paulus de komst van Christus het einde inluidde van de geestelijke ballingschap waarin Israël nog altijd verkeerde. De gemeente van Christus wordt gevormd door hen die Hem in het geloof als Heere erkennen. Het geloof en niet gehoorzaamheid aan de mozaïsche wetgeving markeert de grenzen van de gemeente. Rechtvaardiging moet vanuit het verbond worden verstaan. Rechtvaardiging wil zeggen dat je wordt geconstateerd dat je tot de ver­bondsgemeente behoort.

Volgens Wright ligt de betekenis van de rechtvaardiging op het terrein van de kerkleer en niet op die van de verlossing. De huidige rechtvaardiging behoort volgens hem niet tot het hart van het evangelie. Zij is afgeleid van de kerkleer. In samenhang daarmee ziet Wright de verschijning van Christus aan Paulus op weg naar Damascus niet als een bekering, maar slechts als een roeping. Paulus gaat verstaan dat er een nieuwe heils­historische situatie aangebroken waarbij niet de werken van de wet, maar het geloof in Christus de grens van de verbondsgemeente bepaalt.

Allen die Jezus als Heere erkennen vormen samen het lichaam van Christus. In die erkentenis zijn christenen behorend bij Rome en de Reformatie één. Dat betekent volgens Wright dat te­rug­keer naar wat Paulus met de rechtvaardiging bedoelt, in ieder geval op dit terrein laat zien dat er tussen Rome en de Reformatie geen verschillen zijn.

Wright maakt een duidelijk on­der­scheid tussen onze huidige en toekomstige rechtvaardiging en Uit Romeinen 2:13 concludeert Wright dat in het jongste gericht onze werken een constituerende plaats hebben. Onze uiteindelijk rechtvaardiging is niet slechts gebaseerd op de belijdenis dat Jezus Heere is, maar ook op het leven door de Geest.

 

De kritiek van Piper

Piper bestrijdt dat de rechtvaardiging slechts een constatering is dat wij tot de verbonds­ge­meente behoren. Gerechtigheid is een begrip dat breder is als dat van het verbond. Ook nog af­gezien van Zijn verbond met Israël is God rechtvaardig. God komt op voor Zijn eigen recht en eigen eer. Dat betekent onder andere dat Hij Zijn verbond houdt, maar Gods gerechtigheid gaat daar niet in op.

Wanneer God een mens rechtvaardig verklaart betekent dat niet slechts dat hij tot de verbonds-gemeente behoort, maar zegt God daarmee ook dat de mens in kwestie voor Hem kan bestaan. De status van een mens is veranderd. Daarbij blijken werken geen rol te spelen. Hierbij gaat het niet slecht op specifiek identiteitbepaalde werken voor de joden als het onderhouden van de sabbat en de besnijdenis.

Het evangelie dat Jezus Heere is, kan ons slechts troosten als wij op grond van Zijn kruis en gehoorzaamheid voor God rechtvaardig zijn. Anders is het een schrikaanjagende werkelijk­heid. Uit Romeinen 4 blijkt dat rechtvaardiging betekent dat God ons zalig spreekt en ons onze zonden niet toerekent.

In Christus zijn wij volgens 2 Korinthe 5:21 voor God recht­vaar­dig. Dat wil zeggen dat Zijn gehoorzaamheid door God als onze gehoorzaamheid wordt ge­zien. Zo komt God in de rechtvaardiging van de mens op voor Zijn eigen glorie. De kerk­leer waarin gesteld wordt dat jood en heiden eenzelfde positie hebben, volgt uit de recht­vaar­di­gings­leer (jood en heiden zijn beiden alleen door geloof rechtvaardig) en niet omge­keerd.

Het feit dat het rechtvaardiging geloof in de vrucht van de Geest zijn echtheid bewijst, bete­kent niet de vrucht van de Geest mede de basis vormt van onze uiteindelijke rechtvaardiging. Wan­neer Paulus betuigt dat hij voor God rechtvaardig is verwijst hij niet naar het wandelen door de Geest van de gelovigen, maar naar de gehoorzaamheid van Christus en de kruisdood van Christus. Zij vormen de enige basis van de rechtvaardiging zowel nu als in de toekomst.

Dat laatste blijkt onder andere uit Romeinen 5:19v. Wanneer onze uiteindelijke recht­vaar­di­ging ook op ons leven door de Geest is gebaseerd, moeten we trouwens stellen dat Rome uit­ein­­delijk dichter bij Paulus staat dan de Reformatie. Voor Rome is de recht­vaar­di­ging name­lijk een innerlijk vernieu-wingsproces.

De verschijning van Christus aan Paulus heeft niet alleen het karakter van een roeping maar ook van bekering. Naar Paulus eigen getuigenis was hij voordat Christus aan hem verscheen, dood in misdaden en zonden. Wij mogen dan ook Paulus vóór zijn bekering, niet gelijkstellen met mensen als Zacharias en Elisabeth. Zacharias en Elisabeth worden rechtvaardig genoemd omdat hun leven werd gestempeld door het geloof in Gods genadige beloften. Dat kon van Paulus vóór zijn bekering niet worden gezegd.

Piper gaf zijn kritiek op Wright de titel The Future of Justification (De toekomst van de recht­vaardiging); een titel die duidelijk een dubbele bodem heeft. Zowel onze huidige als toekom­stige rechtvaardiging zijn alleen gebaseerd op de gehoorzaamheid van Christus die ons wordt toegerekend. Voor de toekomst van de kerk is essentieel dat dit geluid wordt gehoord. Het uiteindelijke houvast van een christen is en blijft niet dat hij Christus liefheeft en voor Hem leeft (hoe waar dit ook is), maar dat Christus hem heeft liefgehad en Zich voor hem heeft overgegeven. Daarom kon noch nu noch in de toekomst ons iets scheiden van de liefde van Christus.

John Piper, The Future of Justification: A Response to N.T. Wright (Wheaton: Crossway Books, 2007), paperback 239 pp., $13,99  (ISBN 978158134-641)

Plaats een reactie