
Er zijn boeken die mij hebben gevormd en een diepe indruk op mij hebben gemaakt. Boeken die door Gods genade in samenhang met de Bijbel als Zijn onfeilbare Woord mijn leven richting hebben gege-ven. Ga ik terug naar mijn kinderjaren dan denk ik aan De Christenreis van John Bunyan. Bunyan tekent het leven van een christen als dat van een pelgrim en strijder op reis naar een beter vaderland en al jong werkte de Heere in mij het verlangen ook zo’n pelgrim en strijder te mogen zijn. Op de mid-delbare school werd ik diep getroffen door het meesterwerk van Augustinus de Belijdenissen. Op een andere toonzetting dan bij Bunyan hoorde ik hier toch dezelfde melodie. Augustinus beschrijft hoe God hem deed terugkeren naar Hem Zelf en Zijn Kerk.
Onder de boeken die mij hebben gestempeld zijn werken die heel diep de theologische boodschap van de Schrift verwoorden. Ik denk aan de werken van de grote puritein John Owen. Om hem beter te leren kennen las ik al zijn werken en schreef ik over hem een proefschrift. Ik heb ook eenvoudige stich-telijke werken gelezen waardoor ik dieper ging verstaan wat nu gemeenschap met God door Christus is zoals die door de Heilige Geest wordt gewerkt. Als voorbeeld noem ik Gebedsgestalten van ds. F. Bakker. Van dit eenvoudige boek dat inmiddels al in heel wat talen is vertaald, zijn vele honderd-duizenden exemplaren gedrukt en gelezen.
Ik noem ook een andere naam die – naar ik vermoed velen minder bekend of totaal onbekend is – en wel die van ds. Murdoch Campbell (1900-1974). Campbell is predikant geweest in de Free Church of Scotland. Hij was afkomstig van het eiland Skye. In mijn studententijd kocht ik in een boekwinkel in Schotland zijn autobiografie Memories of a Wayfaring Man (Herinneringen van een pelgrim). Ik was al predikant, toen er een Nederlandse vertaling van dit werkje verscheen.
Niet vaak heb ik op een zo tere en bevindelijke wijze de gemeenschap met God in Christus uit per-soonlijke ervaring uiteen horen zetten als Campbell dat deed. In de kern is de christelijke geloofs-ervaring universeel. Toch heeft de ene geloofservaring ver-schillende variëteiten of kleuren. In Nederland was de godsvrucht van het Reveil toch weer iets anders van kleur dan die van de Afgeschei-denen, al zie je ook veel overeenstemming. De godsvrucht van Campbell is gestempeld door wat men in Schotland ‘the Highland piety’ noemt: de godsvrucht van de Hooglanden. In deze godsvrucht hebben ook dromen hun plaats zonder dat ook maar iets wordt afgedaan aan het feit dat alleen de Schrift norm en bron van het geloof is. Heel kenmerkend voor Campbell is ook hoezeer hij een trooster van treurigen en van aangevochten gelovigen wil zijn.
Campbell heeft behalve zijn autobiografie meer werken geschreven. Ik was zo door zijn autobiografie getroffen dat ik ze alle aanschafte. Diep getroffen werd ik door zijn werk In All Their Affliction (In al hun benauwdheid). Mijn herinneringen aan dit werkje kwamen terug, toen ik al weer enige tijd gele-den een Nederlandse vertaling ervan door Om Sions Wil uitgegeven onder ogen kreeg. Campbell belicht in dit boekje een aantal thema’s uit de praktijk van het geloofsleven waarbij hij de uiteenzet-ting ervan verweeft met herinneringen die hij zelf heeft gehad aan kinderen van God.
Ik geef een aantal zaken door die mij jaren geleden al raakten. Campbell vermeldt hoe een zekere Alexander Gair heeft opgemerkt dat God in één nacht Zijn volk uit Egypte voerde en het vervolgens veertig jaar duurde voordat Hij Egypte uit het hart van Zijn volk had geleid. Campbell zelf was er ook diep van doordrongen dat een christen een strijd moet voeren tegen zichzelf totdat hij de Doods-jordaan is doorgegaan.
Een ander voorval is afkomstig van Ducan MacRae. Als jongeman ontving hij van een rijke vreemdeling een zilveren munt. Toen hij de munt in zijn zak deed voelde hij zich de rijkste mens van het land. Zijn blijdschap veranderde in verdriet, toen hij met zijn hand in zijn zak voelde en bemerkte dat de munt was verdwenen. Wat was zijn verbazing en blijdschap groot toen hij er achter kwam, dat de munt in de voering zag. Duncan zag in deze gebeurtenis een voorbeeld van de wijze waarop Gods volk kan treuren over het schijnbare verlies van wat zij nooit kunnen verliezen, namelijk het leven en de liefde van God in hun ziel.
Om duidelijk te maken hoe God Zijn volk in en door beproeving kan troosten verhaalt hij wat hijzelf hoorde uit de mond van één van zijn leermeesters prof. John MacLeod, hoogleraar dogmatiek aan het Free Church College in Edinburgh. Deze wees op bepaalde zeevogels die vanaf grote hoogte in zee duiken en dan lange tijd onder water blijven. Je zou vermoeden dat zij de dood in het water hebben gevonden, maar dan komen zij weer boven met een vis in hun bek. Zo gebruikt God kruis en beproe-vingen om Zijn volk geestelijk te zegenen.
Heel leerzaam en behartigenswaardig is wat Campbell schrijft over de strijd tegen boezemzonden. Hij noemt dat voor meerderen dan het toegeven aan onreine gedachten een groot probleem is. Hij wijst in verband daarmee op de kwalijke invloed van de tv. In onze tijd is door internet dat probleem alleen nog maar verhevigd. Hij spoort zijn lezers aan om evenals Job een verbond te sluiten met hun ogen. In alles is van groot belang dat wij onszelf niet overschatten. Wie meent te staan, zie toe dat hij niet valle. Dan wijst Campbell op Petrus.
Bij weinig schrijvers heb ik zozeer het heimee naar God en naar de volmaakte gemeenschap der hei-ligen geproefd als bij Murdoch Campbell. Zijn kinderlijke eenvoud en geloofsvertrouwen waren voor mij een beschamend voorbeeld. Van dat heimwee geef ik nog een voorbeeld uit In al hun benauwd-heid. Eens trok een man zich terug in zijn vaste gebedsplaats. ‘Heere,’ zo fluisterde hij, ‘ik woon hier in een plaats waar maar weinigen Uw naam aanroepen. Velen die in vroeger dagen met U wandelden, zijn in de hemel en ik ben dikwijls alleen. Nauwelijks had hij deze nood voor God neergelegd of God troostte hem op krachtige wijze door hem erop te wijzen: ‘U bent niet alleen, want Ik ben bij u.’
Van een oude predikant verhaalt Campbell dat hij op de begrafenis van een overleden vriend zei: ‘Zij die in de Heere sterven, zeggen nooit voor de laatste keer: vaarwel.’ Alle leden van Gods vrijgekochte Kerk zullen elkaar in het nieuwe Jeruzalem ontmoeten. In het licht van de eeuwigheid zal dat heel spoedig zijn. Bij het lezen van de boeken van Murdoch Campbell werd bij mij het heimwee naar God en naar het nieuwe Jeruzalem verhevigd. Ik hoop dat zij die zijn boeken zullen lezen dit heimwee krijgen of erin versterkt worden. En dan is dit zeker: ‘Die heimwee hebben, komen thuis.’
N.a.v. Murdoch Campbell, In al hun benauwdheid. Pastorale memoires van een Schotse predikant, vertaling R. Pieterman (Gouda: Om Sions Wil, 2013), hardcover 154 pp., €11,50 (ISBN 978-94-91586-06-4)