Een vijftal brieven van John Duncan aan zijn dochter Maria Dorothea

Een brief aan Maria Dorothea (1857)

Zodra wij zondaren zijn, hebben wij Christus nodig. Een Israëliet zou er niet verstandig aan hebben gedaan wanneer hij had gezegd: ‘Wanneer ik nog wat ernstiger ben gebeten, wanneer het vergif dieper heeft ingewerkt en ik de pijn nog heviger voel, wanneer ik bijna dood ben, als iemand die niet eerder naar de slang opkeek dan op het moment dat hij bijna de geest gaf, pas wanneer het zover komt zal ik opkijken naar de slang en niet eerder.’ Overtuigingen zijn niet nodig om ons welkom te doen zijn bij Christus, maar om Christus bij ons welkom te doen zijn.

*

Een tweede brief aan Maria Dorothea (1857)

De pijn van de overtuiging en de verlenging ervan komen in veel gevallen niet gewoon voort uit de diepte van de overtuiging, maar uit ongeloof in het Evangelie en een trotse onbereidheid om door vrije genade te worden gered, maar toch in deze kostbare weg van verlossing door het bloed van het Lam. Overtuigingen gaan niet over door ons komen tot Christus.

De diepste overtuigingen (ik zeg niet: de schrik van het oordeel, o nee, maar: overtuigingen) van zonde en zondigheid worden verkregen na ons komen. Hoe meer vooruitgang in het goddelijke leven, des te dieper is de overtuiging van overvloeiende zonde, en ook de ervaring van de genade die nog veel overvloediger is, is dan des te zoeter.

Kom zoals je bent, lief kind, maar wees op je hoede tegen die troost die niet blijvend is, en sta naar een diepere overtuiging. Waar de Heilige Geest overtuigingen zaait, probeert Satan (en maar al te vaak is hij daarin succesvol) er ongeloof, twijfel en ontmoedigingen in te vermengen. Wanneer de Geest zegt: ‘je bent een zondaar, de voornaamste van de zondaren, je hebt Christus nodig, kom tot Hem’, dan zegt Satan: ‘zo’n zondaar ben je niet, en je hoeft niet te komen’.

Als dat verworpen wordt, dan zegt hij: ‘goed, het is waar, je bent een zondaar, een groot zondaar, de voornaamste van de zondaren en nog erger dan dat, dus je hoeft niet te komen, je zult nooit een ontvangst vinden’. Als dat wordt verhinderd, zegt hij: ‘ja, overtuigde zondaren zullen welkom worden geheten, maar jij bent niet overtuigd, of niet genoeg overtuigd, of je bent niet geestelijk overtuigd’. Als je genoeg overtuigingen hebt om je tot Christus te brengen, hoe weinig die ook zijn, dan is dat echt genoeg. Al zou je ziel twintig jaar gefolterd en gemarteld worden – en je komt niet tot Christus, dan heb je niet genoeg overtuigingen.

*

Een brief aan Maria Dorothea  gedateerd 12 februari 1858, haar veertiende verjaardag)

Mijn lieve, lieve meisje! Mag de Heere, die jou genadig heeft gespaard zodat je opnieuw jarig mag zijn, je zegenen en tot een zegen stellen. Ik hoef je niet te zeggen wat voor een vreugde het is voor het hart van een vader wanneer hij zijn kinderen in de waarheid ziet wandelen. Dank daarvoor zij voor altijd aan Hem, die, naar ik vertrouw, jou iets van de plaag van je eigen hart heeft laten zien en van de gepastheid van de verheerlijkte Christus als een Redder om zondaren te redden, en die jou, naar ik vertrouw, niet alleen heeft gegeven dat je je aangetrokken voelt tot Zijn voortreffelijkheden en uitnodigingen, en dat je je daardoor bemoedigd voelt, maar Hij heeft jou ook (denk ik in nederigheid) enkele zoete tekenen gegeven van de ontvangst die Hij altijd geeft aan degenen die tot Hem komen.

O, wees dankbaar, nederig, waakzaam! Bid voor de genade om je dat te maken en je dat te doen blijven. Koester vertrouwen in de Heere, en schroom ten opzichte van jezelf. Zelfs wanneer je echt bekeerd bent, zal veel afhangen van de grondige vorming van je christelijke karakter tijdens deze eerste periode. Wanneer genade is geschonken en het gehele karakter symmetrisch doordringt, is er niet alleen leven maar ook schoonheid. Kanaänieten die door Israël worden gespaard, worden ook door God gespaard om doornen in Israëls zijden te zijn.

Oefeningen in de genade versterken het principe, en dragen er in grote mate aan bij dat de wandel van de gelovige met God aangenaam en nuttig is. Het is een onuitspreekbare zegen om vroeg in het leven bekeerd te worden, wanneer de gewoonten nog niet zo gevormd zijn, het karakter nog wat flexibeler, de affecties levendiger. En als God je zal sparen (wat wel onzeker is maar toch waarschijnlijk) ligt er zoveel voor je wat zal bepalen of je ‘nauwelijks zalig zult worden’ of dat je ‘rijkelijk zal worden toegevoegd de ingang in het eeuwig Koninkrijk van onze Heere en Zaligmaker Jezus Christus’.

Papa is momenteel zo druk bezet met andere dingen dat hij niet in een staat is een gedicht te schrijven, laat staan poëzie. Neem II Petrus 1:1-15 als een vervanging. Mag onze hemelse Vader jou overvloedig alle zegeningen geven die in de eerste vier verzen worden opgesomd, en Hij neige je en stelle je in staat om alle uitnemende, praktische lessen in vers 5-10 te bestuderen en in de praktijk te brengen, zodat je uiteindelijk de belofte uit vers 11 zult ontvangen.

*

Een brief aan Maria Dorothea gedateerd 28 mei 1861

Mijn liefste Maria! Ik denk dat het bij jou in Zwitserland nu heel erg warm is, maar niet zo heet als het hier is. Maar het is niet heter dan ik vreesde dat het zou zijn.

Ik hoop dat je, lieve Maria, in de genade zoekt te groeien en in de kennis van onze Heere en Zaligmaker Jezus Christus, en dat je je in betamelijke gehoorzaamheid aan monsieur en madame gedraagt, in vriendelijkheid jegens je klasgenoten en dat je ijverig verder studeert. Omdat je nu je Franse grammatica goed onder de knie zult hebben, en over een best wel uitgebreid vocabulaire voor bijna alle onderwerpen zult beschikken, wil ik je eraan herinneren dat je veel aandacht moet besteden aan je idioom, want je brieven lezen vaak als vertalingen uit het Engels. Idioom is het moeilijkste om te verwerven, en wordt het gemakkelijkst eigen gemaakt in de dagelijkse omgang met hen voor wie de taal hun moedertaal is.

Adieu voor nu!

*

Een brief aan Maria Dorothea gedateerd 28 september 1861)

Ik ben verheugd nu ik uit de brief van monsieur Troyon heb begrepen dat je weg voldoende helder hebt bevonden en daardoor aangemoedigd aan de tafel des Heeren bent gegaan. Het meest ernstige moment in het leven van een mens is het moment waarop hij, op het punt verloren te gaan, de vrij aangeboden Redder van zondaren aanneemt.

Het volgende ernstige moment is het moment waarop hij zich volledig aansluit bij Christus’ zichtbare kerk, wanneer hij met ‘het hart gelooft ter rechtvaardigheid en met de mond belijdt ter zaligheid’.

Alle ervaring bewijst, zelfs als de bekering echt is en het hart oprecht, dat veel van de schoonheid, kracht, lieflijkheid en werkzaamheid van het leven erna afhangt van het vroegste model dat ‘de nieuw geboren baby’ ontvangt. Ik verlang niet alleen dat je een echt christen zult zijn, maar ook een gezonde en mooie christen.

Plaats een reactie