In Christus ontslapen

Deze woorden mogen wij gebruiken voor het sterven van een christen, van een kind van God. Ze stonden boven de rouwbrief van Heleen Corvers-den Besten uit Sliedrecht, die op donderdag 19 november 2015  in de leeftijd van 77 jaar overleed. Dinsdag 24 november vond haar be­­gra­fenis plaats, die geleid werd door ds. A. van der Zwan onder wiens prediking zij jaren heeft mogen verkeren. Door een zware verkoudheid was ik helaas niet in staat de begrafenis bij te wonen.

De banden met Heleen Corvers en haar man dateren uit de tijd dat ik in Elspeet stond. Zij kwamen daar regelmatig op vakantie. De eerste ontmoeting met Heleen Corvers was op een maandag­mor­gen op de Brink in Elspeet. Het gesprek ging over de preek. De inhoud ervan had haar geraakt. Uit dat gesprek bleek ook dat Heleen Corvers in dezelfde kring van gemeenten was opgegroeid waaruit ik zelf afkomstig ben en waarvan gezegd mag worden dat de Heere er zeer krachtig heeft gewerkt.

Zij kwam ook uit een familie waarin de vreze des Heeren werd gevonden. Dat gold onder andere van haar vader. De jongste zus van haar vader is trouwens de vrouw van ds. H. de Bode. Met hen heb ik vele jaren een band in de Heere mogen hebben. Ook ds. De Bode is een aantal jaren geleden opgenomen in Gods heerlijkheid. Over hem schreef ik in het boek Gij zijt hun roem.

Of zij al vóór haar trouwen overgegaan was naar de Christelijke Gereformeerde Kerk van Sliedrecht of bij haar trouwen, heb ik nooit zo gevraagd, maar als jonggetrouwde vrouw zat zij onder het gehoor van ds. Smits. Al jong had zij diepe indrukken gehad van de eeuwigheid en de dood, maar onder de prediking van ds. Smits ging de Zon der gerechtigheid echt op in haar leven.

Heleen Corvers mocht weten dat zij naar ziel en lichaam het eigendom was van Christus. Als zij de weg vertelde waarlangs zij Hem had leren kennen, Die zij liefhad – maar van Wie zij nog veel meer wist dat Hij haar had liefgehad – hoorde je daarin bepaalde gezelschapstermen. Bij voorbeeld dat zij – nadat zij aan schuld was ontdekt – de Middelaar had leren kennen, maar dat zij pas later zich ten volle bewust was geworden deel te hebben aan de vrijspraak in Christus en nog weer later tenslotte mocht weten dat God in Christus haar Vader was. Zij was zich echter ook heel goed van het betrekkelijke van alle onder­scheidingen in het geestelijke leven bewust en wilde altijd weer een bedelares zijn aan de voeten van Jezus. Zij kon het ook voor een ander vaak gemakkelijker bekijken dan voor zichzelf.

Zelf denk ik met vreugde terug hoe ik na een spreekbeurt voor de GBS in Slie­drecht koffie dronk bij de familie Corvers. Samen met een aantal vrienden van de familie Corvers die toen ook aanwezig waren, hadden we nog een goede nabespreking. Wat mij onder andere opviel was hoe zeer zij er zicht op had dat God wereldwijd Zijn kerk heeft. Zelf was zij eenvoudig en stipt in haar levenswandel. Zij was bijvoorbeeld altijd donker gekleed, maar nauw van ingewanden was zij bepaald niet. Daar kwam bij dat zij een zeer opgeruimd karakter had. Onderwijzend kon zij spreken over de persoon en het werk van de Heere Jezus Christus. Zo wees zij anderen de weg.

De bewuste avond na  genoemde spreekbeurt merkte ik in het gesprek ik op dat God ook Zijn kinderen heeft buiten de kerken van de gereformeerde gezindte. Ik weet niet meer hoe ik ertoe kwam dit ter sprake te brengen. Wel weet ik dat Heleen Covers als volgt reageerde: ‘Dominee, er gaat een pak van mijn hart. Ik zie dat ook zo, maar meer dan eens word ik van binnen bestreden dat ik dat verkeerd zie.’

Het kwam naar voren dat Heleen en haar man meer dan eens bezoeken hadden gebracht bij een zus van Heleen die in de Ver­enigde Staten van Amerika woonde. Daar waren zij in contact gekomen met christenen die niet geheel in de gereformeerde gezindte pasten, maar met wie zij toch een hartelijke geeste­lijke verbondenheid gevoelden.

Heleen Corvers en haar man hadden door het gehele land contacten. Zij bezochten samen meer­dere gezelschappen van kinderen van God. Ook onder hun eigen dak kwamen ze vaak kinderen van God en werd gezelschap gehouden. Ik weet dat zij mij eens belde of ik ook geen zin had er een keer bij te zijn. Ik heb toen eerlijk naar voren gebracht dat ik niet wist of dat wel een verstandig voorstel was. Ik heb haar gezegd dat op gezelschappen namelijk wel eens onderscheidingen worden gehanteerd die naar mijn vaste overtuiging niet Bijbels zijn.

Heleen Corvers gaf aan dat zij er niet van opkeek dat ik zo dacht. Zij en haar man hadden dat al uit de preken, die zij van mij hadden gehoord, geconcludeerd. Juist daarom vond ze het juist fijn als ik zou komen. ‘Immers,’ zo zei ze, ‘als u Gods Woord aan uw kant hebt, is het goed dat dit eens gezegd en gehoord wordt.’

Samen met Jan Frens uit Elspeet ben ik toen gegaan en heb er geen spijt van gehad. Helemaal aan mijn belofte heb ik mij niet ge­houden. Ik ontmoette ten huize van de familie Corvers toen Nees Klok, de inmiddels over­leden oudste broer van ds. T. Klok. Hij sprak toen met veel vreugde en vrijmoedigheid over wie de Heere voor hem was. Bij de verwoording en theologische vormgeving had ik hier en daar een vraag, maar niet bij de inhoud. Daarom heb ik toen mijn vragen maar niet gesteld.

Omgekeerd heb ik op mijn manier iets verteld en ik vermoed dat Nees Klok van zijn kant toch ook wel zal hebben aangevoeld dat dit niet helemaal in oudgereformeerde schema’s paste, maar kennelijk had hij er van zijn kant geen behoefte aan om er vragen bij te stellen. Zo kan er bij alle variëteit die Gods kerk hier op aarde heeft, soms iets van de hemel op aarde zijn. Dat was die dag in Sliedrecht het geval.

Door de ziekte van mijn vrouw was het contact met de familie Corvers, zoals dat met meerdere vrien-den het geval is, verwaterd. Dat Heleen Corvers een aantal maanden ongenese­lijk ziek is geweest, hoorde ik pas na haar overlijden. De liefdesband was echter niet ver­wa­terd. Als die er is blijft zij er, al is het contact door omstandigheden minimaal. Van haar man begreep ik dat vooral de dagen vóór haar sterven veel aan haar bed is gezongen. Zolang het kon, zong zij zelf ook mee.

Onder het zingen van Psalm 43 vers 4 (die bij haar begrafenis ook op het graf gezongen is), gingen de handen de lucht in en klapte ze in de handen van geestelijke blijdschap. Het was tot haar verwondering dat ze vanaf de zondag vóór haar sterven in het geheel geen aanvechting meer kende. En ook de angel was uit de dood gehaald, terwijl ze daar tevoren zo tegenop gezien had. Ze zei het die zondag meer-malen: ‘Is dit nu waar ik al die jaren zo tegenop gezien heb? Wat een wonder dat de HEERE het zo rustig maakt!’

Heleen Corvers is alle strijd te boven. Voor haar kinderen en kleinkinderen en vooral voor haar man Ben is het gemis groot. Echter, ik wens hen toe dat zij allen mogen leven bij de hoop die alle leed verzacht. Jezus Christus blijft Dezelfde. Dat geeft verwachting en troost voor onszelf en voor de kerk.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s