
De redactie van Zicht (uitgave van het wetenschappelijk bureau van de SGP) legde mij naar aanleiding van de commotie rond Nashville-verklaring een aantal vragen voor. Een verkorte versie werd in het tweede nummer van 2019 gepubliceerd. Hierbij de oorspronkelijke versie. Deze was al een verkorting van een eerdere versie. De zaak van het belijden van Christus is allereerst een zaak van gebed en dan van publiek getuigenis.
- Hoe is de commotie rondom de publicatie van de Nashville-verklaring op u overgekomen?
Dat dit thema in de samenleving gevoelig ligt, was mij bekend. Maar dat men zo overspannen zou reageren had ik niet gedacht. De onverdraagzaamheid en het gebrek aan klassieke tolerantie (ruimte geven aan overtuigingen die je niet deelt) is groter dan ik voor mogelijk heb gehouden. Blijkbaar was het nieuw voor de samenleving dat nog altijd honderden voorgangers het klassiek christelijke stand-punt ten aanzien van huwelijk en seksualiteit actief naar hun gemeenteleden en via hun gemeente-leden naar de samenleving willen uitdragen. Dat maakt, vrees ik, ook duidelijk dat vele christenen op dit thema buitenshuis en buiten kerkelijke kring er het zwijgen toe hebben gedaan. Die indruk kreeg ik de laatste jaren op allerlei manieren. Vele christenen zwijgen waar zij behoren te spreken.
Ik wist niet dat men in Nederland als men in dienst van de overheid of bij een door de overheid gesub-sidieerde instelling werkt, deze verklaring niet mag ondertekenen. Onze vrijheid is al meer ingeperkt dan ik dacht. Dat moet christenen uit de gereformeerde gezindte tot nadenken stemmen. De Nashville-verklaring zegt namelijk niets meer dan de gereformeerde belijdenis. Zelf zou ik nog wel iets meer willen zeggen over de blijvende strijd die elke christen moet voeren. Echter, ik kan van harte instemmen met wat er staat. Temeer omdat door de Nashville-verklaring te gebruiken een breed front kan worden gemaakt waarin christenen van verschillende richtingen zich herkennen.
Het meest verdrietig heb ik de reactie van een deel van de gereformeerde gezindte gevonden. Al jaren merkte ik dat de panelen aan het verschuiven zijn. Meer dan eens hoorde ik van mijn catechisanten dat de visie op huwelijk en seksualiteit die ik verwoordde nog maar door een minderheid van hun leef-tijdsgenoten uit de gereformeerde gezindte wordt gedeeld. De panelen zijn nog verder verschoven dan ik dacht. Verdrietig vind ik ook dat er ook nu gezwegen werd, waar men had moeten spreken. Ik weet dat getuigen en belijden in ootmoed moet geschieden, maar dat appel kan alleen klinken als er beleden en getuigd wordt en niet als men zwijgt. Met Daniël zal men dan ook het gebed van veroot-moediging bidden. Dat moet bij alle commotie niet worden vergeten.
- Sommige SGP-bestuurders hebben (enige) afstand genomen van de verklaring. Anderen hebben hun instemming ermee betuigd. Dat roept verwarring op in onze achterban. Wat heeft dit volgens u te zeggen? En hoe gaan we om met de zichtbaar gekomen verdeeldheid?
De Nashville-verklaring is op een aantal punten niet goed begrepen. Zo is beweerd dat de verklaring stelt dat men van homoseksuele gevoelens genezen kan. Ten onrechte, want de verklaring stelt noch ontkent dat homoseksuele gevoelens kunnen verdwijnen, maar laat dit open. De Nashville-verklaring stelt wel nadrukkelijk dat een christen die homoseksuele gevoelens heeft, aan die gevoelens niet zijn diepste identiteit kan ontlenen. Zijn identiteit ligt namelijk in Christus en dat betekent dat hij strijdt tegen alles wat niet overeenkomt met het dragen van het beeld van God. De strijd tegen de oude natuur in navolging van Christus behoort bij de diepste identiteit van elke christen.
Bevreemding en vervreemding riep bij mij op dat christenbestuurders afstand namen van de Nashville-verklaring zonder dat zij expliciet opkwamen voor het Bijbelse getuigenis over huwelijk en seksualiteit. Als men dat laatste wel doet, heb ik met het eerste minder of nauwelijks moeite. Echter, ik heb hiervan geen concrete voorbeelden gehoord.
Wie de Bijbel als Woord van God erkent, weet dat van elke christen als het thema van huwelijk en seksualiteit ter sprake komt, verwacht wordt dat hij bereid is – ook publiek – hiervan verantwoording af te leggen. Dat moet wijs en verstandig gebeuren, maar het moet wel gebeuren. De commotie rond de Nashville-verklaring laat zien dat ook in Nederland het belijden van Christus maatschappelijke gevolgen heeft. Er gaan deuren dicht en promotie is uitgesloten. Dat is een realiteit waarmee we moeten rekenen. Die realiteit mag niet door zwijgen worden ontweken.
De zichtbare verdeeldheid onder christenen op dit punt is heel verdrietig. Dan moeten we gezien de eeuwigheidsgevolgen die afwijking van het Bijbelse getuigenis heeft, van een scheiding van geesten spreken. In de storm die rond de Nashville-verklaring opstak, bleek overigens niet alleen verdeeldheid, maar ook een andere kant: verbondenheid. De werkgroep kreeg van allerlei kanten reacties van instemming. Ook werd door meerderen opgemerkt dat dit geluid eigenlijk al veel eerder had moeten klinken.
- De omgang met LHBTI’s in onze samenleving blijkt een ‘zeer gevoelig’ thema te zijn. Heeft u een idee hoe dat komt? Wat betekent die gevoeligheid voor de opstelling van christenen jegens LHBTI’s?
Duidelijkheid in getuigenis moet altijd verbonden zijn met bewogenheid en meeleven. De duidelijke boodschap van Gods Woord die altijd confronterend is, moet wel in liefde en bewogenheid worden gebracht. Als anderen de boodschap kwetsend vinden, moeten we aangeven dat uiteindelijk voor iedereen de Bijbelse boodschap niet kwetsend, maar wel confronterend is. God vraagt van ons allen dat wij ons met Hem laten verzoenen en ons tot Hem bekeren. Dat is tenslotte voor ieder mens een allesomvattende verandering. Elke christen zal ook belijden dat hij niet meer is die hij eenmaal was, maar ook dat hij nog niet is wie hij zou moeten zijn. Daarom ziet hij uit naar de wederkomst van Christus. Dan zijn we pas helemaal zoals God ons wil hebben.
In de samenleving werken wij samen met mensen die zowel qua opvattingen als levensstijl ver van wat God vraagt, zijn verwijderd. Het is niet strijdig met ons christen-zijn om dat te doen. Dat geldt ook voor hen die over huwelijk en (homo)seksualiteit heel anders denken dan de Schrift en ook heel anders handelen.
Vriendelijkheid is altijd geboden. Door onvriendelijkheid is nog nooit iemand voor Christus gewonnen. Zo zal je een collega die met iemand van hetzelfde geslacht een relatie aangaat, daarmee niet kunnen feliciteren. Dat geldt trouwens ook als iemand zijn vrouw en kinderen in de steek laat en een nieuwe relatie aangaat. Zonder je boven iemand die zo handelt te verheffen, moet je wel eerlijk zijn. Als men van christenen al niet meer hoort dat men zo de levende God niet kan ontmoeten, van wie kan men het dan wel horen?
Bijzonder meeleven moet er zijn met christenen die worstelen met transgender of homoseksuele gevoelens en naar Gods gebod willen leven. Aan dat meeleven heeft nogal eens wat ontbroken. Ik weet uit pastorale ervaring dat mensen soms vreesden dat homoseksuele gevoelens als zodanig hen uit de hemel zouden houden. Echter, als zondige gevoelens ons uit de hemel houden, wordt er niemand zalig. Een christelijke gemeente moet hoe dan ook een veilige plek zijn voor leden met homoseksuele/ transgender gevoelens, die daar tegen willen strijden en in kuisheid en reinheid tot Gods eer willen leven.
Zij kunnen zich juist bij alle ontwikkelingen nu van allerlei kanten in de steek gelaten voelen. Van de kant van de overheid en de samenleving, maar ook van de kant van de kerk, omdat meer dan eens de indruk wordt gegeven dat men in tegenstelling tot wat de Schrift zegt, zijn zaligheid helemaal niet op het spel zet, als men ruimte ziet voor seksualiteit en intimiteit buiten het huwelijk tussen één man en één vrouw. Verdrietig is ook als in de oproep tot een heilige levenswandel niet blijkt hoe groot de strijd op dit punt kan zijn. Daarin kan meeleven van medechristenen veel betekenen.
- Als reactie op de Nashville-verklaring is op veel gemeentehuizen (alsook door kerken) de regenboogvlag gehesen – als gebaar van solidariteit. Hoe waardeert u deze reactie?
Dat is wel heel verdrietig en laat zien hoe geseculariseerd onze samenleving is. Zelf vond ik het ook heel intimiderend dat de instelling waaraan ik verbonden ben, dit deed. Hoe ga je er mee om? Onmid-dellijk denk je aan het beeld van Nebukadnezar. Daniëls vrienden bogen niet voor dit beeld, terwijl voor hen de gevolgen vele malen ernstiger waren dan voor Nederlanders die zich distantiëren van de regenboogvlag als symbool van een ideologie die haaks staat op het Bijbelse getuigenis.
Je zult duidelijk mogen en moeten maken dat je mensen als mens aanvaardt, die zich herkennen in de regenboogideologie, maar ook dat je niet instemt met hun opvattingen en al helemaal niet met deze wijze van handelen. Alleen al de indruk dat je publiek instemt met de regenboogideologie is een onmogelijke optie voor een orthodoxe christen. Orthodox wil toch ook juist zeggen dat je de lof aan de levende God wil geven? Meewerken met het hijsen van de regenboogvlag is een keuze tegen het algemeen, ongetwijfeld christelijke geloof. Daartoe behoort immers ook de Tien Geboden inclusief het zevende.
Met het hijsen van de regenboogvlag geeft de overheid of een instelling óók aan dat zij degenen die Bijbels denken over huwelijk en seksualiteit als tweederangsburgers zien of er voor hen niet wil zijn. Dat kan voor niet-christen nog een reden zijn om er niet aan mee te doen.
Laten wij veel voor elkaar bidden om getrouw te zijn en Christus te belijden. Ieder die zichzelf kent, zal begrijpen waarom mensen het in bepaalde situaties laten. Wie meent te staan, zie toe dat hij niet valle. Begrijpen is wel iets anders dan goedkeuren. We moeten op dit punt allereerst de Schrift gehoor-zamen, maar vervolgens kunnen we juist hier veel leren van de Vroege Kerk en van christenen elders in de wereld. Wanneer er een kostprijs aan verbonden is, blijkt pas of men echt kan belijden. Hierbij denk ik aan een uitspraak van Groen van Prinsterer: ‘(…) Het belijden is het uitkomen voor de waarheid waar de verdediging bezwaarlijk is, waar het belijden met lijden vergezeld is. Gelijk de aanval het kritieke punt aanwijst, zoo volgt, uit den aard der verloochening, de aard der belijdenis, welke in ieder tijdsgewricht de geloovigen voegt.’
- Veel gemeenten hebben LHBTI-beleid of zijn bezig om dat te formuleren. Helaas druist dat vaak in tegen de Bijbelse benadering van de omgang met seksualiteit, huwelijk en gezin. Hebben de initiatiefnemers van de Nederlandse Nashville-verklaring met dit onbedoelde gevolg rekening gehouden? Wat is uw advies aan volksvertegenwoordigers en bestuurders van SGP-huize?
Mij was uiteraard bekend dat niet alleen de overheid maar alom in de samenleving een bepaalde niet-Bijbelse visie op huwelijk en seksualiteit steeds meer als norm wordt gezien, waarnaar iedereen zich moet voegen. In heel de samenleving en al haar segmenten voltrekt zich op dit punt botsing tussen het belijdende christendom en de tijdgeest. De Nashville-verklaring is een appel aan iedereen het Schrift-getuigenis aangaande huwelijk en seksualiteit ernstig te nemen.
Wie bepaalde formuleringen wat ongelukkig vindt, kan zich eenvoudig aan het onderwijs van de Heidelbergse Catechismus houden. In antwoord 87 lezen we dat onkuisen het koninkrijk van God niet zullen beërven en in antwoord 108 dat alle onkuisheid door God vervloekt wordt. In woorden die niet-christenen begrijpen moet geprobeerd worden duidelijk te maken waarom deze overtuiging niet kan worden verzwegen. Politici moeten er in de Nederlandse context alles aan doen dat de vrijheid van godsdienst en van meningsuiting op dit punt ten volle wordt gehandhaafd.
In 2001 werd het zogenaamde homohuwelijk ingevoerd. Daarmee is de overheid een normloze weg ingeslagen. Want waarom is een relatie tussen meer dan twee mensen dan ook geen huwelijk? Het klassieke huwelijk moet de hoeksteen van de samenleving zijn. Anders gaat een samenleving tot ontbinding over. Christenpolitici moeten behoed worden voor het gevaar hier geen Bijbels geluid te laten klinken. Dat men afstand neemt van geweld of haattaal richting hen die zich niet houden aan de Bijbelse normen van huwelijk en seksualiteit, is uiteraard een zaak waar men zonder meer voor mag ijveren. Echter, het mag niet zo zijn dat het daarbij blijft. Het positieve kader dat de Bijbel aanreikt, moet in ieder geval als getuigenis klinken.
Als christen participeer je in een samenleving die niet rekent met Gods geboden. Dat geeft allerlei vragen. Nooit kan echter van een christen worden gevraagd dat hij in het publieke domein zijn innerlijke overtuiging zowel met betrekking tot Gods gebod als het Evangelie moet verzwijgen. Laten we niet vergeten dat wij eenmaal gedaagd worden voor de rechterstoel van de Overste van de koningen der aarde. Een christen heeft de Overste van de koningen der aarde als zijn Zaligmaker lief, omdat de Zaligmaker hem eerst heeft liefgehad. Daarom heeft een christen ook Zijn geboden lief. Van die liefde zwijgen is echt ondenkbaar.