Terugblik op de studiedag over de Nashville verklaring

Een dag in de geest van de verklaring

Donderdag 12 september jl. vond de studiedag naar aanleiding van de Nashville verklaring plaats. De dag bracht in overeenstemming met de oorspronkelijk Engelstalige verklaring een breed palet van voorgangers en geestelijke leiders bijeen die elkaar vinden in het vasthouden aan het Bijbelse getuige-nis over huwelijk en seksualiteit. De breedheid van deze dag kan voor Nederland uniek worden genoemd. Deelnemers kwamen uit een diversiteit aan kerkgenootschappen, variërend van de pinkstergemeenten tot Gereformeerde Gemeente in Nederland en van Christengemeente tot Oud Gereformeerde Gemeenten Eenstemmig werd er gezongen: niet-ritmisch de Psalmen bij het orgel en klassieke gezangen bij de piano.

Aan die breedheid was ook zoveel mogelijk recht gedaan met de keuze van sprekers en de leden van het panel aan wie in de tweede helft het middagdeel vragen werden voorgelegd. Ook in ander opzicht vertoonde het panel variëteit. Zo was er een lid die zijn homoseksuele gevoelens had voelen wijken. Bij een ander waren zij juist sterker geworden, maar hij had de vaste begeerte gehouden naar de wil van God te leven. Ook was er een vrouwelijk panellid dat single was, maar niet met homoseksuele gevoelens hoefde te strijden. Deze groep singles worden vaak vergeten, maar ook zij hebben hun strijd met onvervulde verlangens en eenzaamheid.

Een aantal van de aanwezigen was niet congeniaal met de Nashville verklaring maar wilde toch graag nader geïnformeerd worden over wat de werkgroep bewoog. Ik denk met name aan vertegenwoor-digers van de wijdekerk. Zij hebben zich waardig opgesteld. De vurige hoop moet zijn dat iedereen voor het Bijbelse getuigenis met betrekking tot huwelijk en seksualiteit wordt gewonnen. Met die intentie wil de werkgroep met iedereen het gesprek aangaan. Met name omdat de introductie van de Nashville verklaring zo tumultueus was verlopen, vroeg de werkgroep zich af hoe het op de studiedag zou gaan. De politie was van tevoren geïnformeerd en heeft ook aan het begin van de dag gesurveilleerd. Dit was echter gelukkig overbodig.

De dag zelf was geheel in de geest van de Nashville verklaring. Een helder en Bijbels getuigenis ver-bonden met pastorale bewogenheid naar hen die worstelen met homoseksuele gevoelens. Een dag biedt meer ruimte om de boodschap van een verklaring op alle facetten uit te werken en toe te lichten. Bijbels is dat, wanneer het gaat om homoseksualiteit, én de waarheid én de genade ten volle worden belicht.

Het commentaar in het Reformatorisch Dagblad suggereerde dat de dag hierin anders was dan de ver-klaring. Er zou in vergelijking met de verklaring meer aandacht zijn voor de pastorale nood. Echter, dat komt omdat de Nashville verklaring bij verschijning heel onwelwillend en kennelijk strijdig met de bedoeling van de opstellers en ondertekenaars is gelezen.

Bij zijn verblijf in Nederland onlangs, wees John Piper, die behoorde tot de eerste ondertekenaars, op het pastorale karakter van de Nashville verklaring.[1] Er wordt juist positief gesproken over hen die worstelen met homoseksuele gevoelens, voor hen is er een volwaardige plaats in de kerkelijke gemeente. En er wordt op gewezen dat zij in hun trouw aan Gods gebod een vruchtbaar en getuigend leven binnen Gods kerk kunnen en mogen hebben. Hier wreekte zich ook dat er tot aan het begin van dit jaar in de Nederlandse pers en ook in kerkelijke bladen niet tot nauwelijks aandacht voor de reeds in 2017 opgestelde Nashville verklaring was geweest.

Hetzelfde geldt voor al eerdere verschenen studies en publicaties. Dan noem ik: We Cannot Be Silent. van Albert Mohler, Openness Unhindered van Rosaria Champagne Butterfield, van Holy Sexuality and the Gospel van Christopher Yuan en Transforming Homosexuality van Denny Burk en Heath Lambert. Met ere mag De Banier als uitzondering worden genoemd met haar uitgave van de Nederlandse vertaling van Wat de Bijbel werkelijk leert over homoseksualiteit van Kevin DeYoung. Dat geldt ook voor uitgeverij Maatkamp met de Nederlandse vertaling van De Bijbel en homoseksualiteit van Robert A.J. Gagnon. Opmerkelijk is dan weer dat van deze boeken nauwelijks recensies in Nederland verschenen. Het lijkt erop dat er in kerkelijk Nederland een verlegenheid is met deze publicaties.

De vraag is hoe het komt dat voor deze publicaties in kerkelijk Nederland niet tot nauwelijks aandacht wordt gevraagd. Nodig is dat de kerk van Nederland belijdend spreekt en getuigt. Dat seksualiteit alleen thuishoort binnen het huwelijk tussen één man en één vrouw behoort immers tot de kern van het christelijke geloofsgoed. Dat was ook de reden dat er voor de Nashville verklaring aandacht is gevraagd. Met deze verklaring kunnen christenen in Nederland aansluiten bij de wereldkerk. Deze in de Verenigde Staten ontstane verklaring is inmiddels in meerdere talen vertaald en heeft wereldwijd onder belijdende christenen ingang gevonden.

Verbinding en scheiding

Duidelijk is dat de Nashville verklaring niet alleen verbindingen liet zien maar ook een diepe tweespalt laat zien die dwars door de gereformeerde gezindte en de evangelische beweging heenloopt. Op het grondvlak blijkt acceptatie van duurzame homoseksuele relaties in alle delen van de gereformeerde gezindte en de evangelische beweging voor te komen. Acceptatie laat zien dat het Evangelie losge-maakt wordt van de wet en het Evangelie niet als vervulling van de wet wordt gezien. Daarmee verandert het Evangelie zelf van karakter. Een boodschap waarbij het Evangelie niet leidt tot het gehoorzamen van Gods wet uit dankbaarheid, is de naam Evangelie niet waard.

Heel aangrijpend vond ik dat zelfs een aantal bestuurders van de SGP bereid bleken de regenboogvlag te hijsen. Deze regenboogvlag werd in juni 1978 ontworpen door de Amerikaanse kunstenaar Gilbert Baker uit San Francisco als symbool voor de Gay Pride parade van dat jaar. De vlag moest een teken zijn van lesbische en homoseksuele trots en tegelijk voor de diversiteit van deze levenswijze. Door de regenboogvlag te laten hijsen distantieerden bestuurders zich publiekelijk van het Bijbelse getuigenis over huwelijk en seksualiteit. Ook dit laat helaas zien hoe geseculariseerd Nederland is. In de Verenigde Staten weet iedereen dat vicepresident Mike Pence achter het gedachtegoed van Nashville verklaring staat en zelf deelt hij dit ook publiekelijk.

Heel verblijdend was dat SGP-leider Kees van der Staaij op een heel moedige wijze in de Tweede Kamer het voor het Bijbelse getuigenis aangaande huwelijk en seksualiteit opnam. Opvallend was ook hoe vijandig en intolerant hij tegemoet werd getreden, terwijl het toch om een zaak gaat die tot in de jaren vijftig van de vorige eeuw breed gedeeld werd in de Nederlandse samenleving. Niet alleen door christenen maar ook door niet-christenen.

Ook in de Verenigde Staten heeft de verklaring in de maatschappij weerstand opgeroepen, echter lang niet in die mate waarin dat in Nederland het geval was. Hetzelfde geldt voor de kritiek uit kerken. Albert Mohler was verblijd dat in een zo geseculariseerd land als Nederland dat als eerste een ‘huwelijk’ van twee personen van het zelfde geslacht legaliseerde, nog honderden voorgangers waren die aan de klassiek christelijke visie op huwelijk en seksualiteit wilden vasthouden. Hij was ook verbaasd dat voorgangers die zich zeggen te houden aan het gereformeerde belijdenis de Nashville verklaring niet ondertekenden of er zich zelfs openlijk van distantieerden.

Duidelijk is dat de kerk van Nederland in verval is en aangrijpend is dat menigeen zich dat niet lijkt te realiseren. Wat wij nodig hebben is een herleving. Een terugkeer naar de Bijbel. Dat betekent een duidelijke en liefdevolle prediking. Dat de wet concreet in haar veroordelende kracht wordt gepredikt en het Evangelie als boodschap van vrijspraak, vergeving en vernieuwing. Het is de Heilige Geest Die mensen vernieuwt, maar het geloof is immers uit het gehoor. Hier ligt niet alleen voor predikers maar tenslotte voor elke christen een grote verantwoordelijkheid. Wat horen mensen uit onze mond? Een ware kerk en een ware christen worden daardoor gekenmerkt dat prediking en getuigenis in overeenstemming zijn met het Woord van God.

Onze bede moet zijn dat kerken de kenmerken van een ware kerk van Christus blijven vertonen en, als dat niet het geval is, gaan vertonen en dat de leden van de kerk de kenmerken van ware christenen dragen.

De dag kwam later dan de oorspronkelijke bedoeling was

Later dan de bedoeling was, werd de studiedag belegd. De oorspronkelijk opzet van de werkgroep was om, nadat zoveel mogelijkheid predikanten en voorgangers gelegenheid hadden gekregen hun instemming te betuigen, met hen in mei een studiedag te beleggen en dan met de Nashville verklaring naar buiten te komen. Omdat de christelijke gereformeerde hoogleraren dr. A. Huijgen en dr. M.J. Kater eind december 2018 in het Reformatorisch Dagblad een zeer kritisch artikel schreven over de Nashville verklaring is het allemaal heel anders gelopen.[2]

Daarmee zetten zij niet alleen een proces in gang waarmee de Nashville verklaring zeer breed aandacht trok, maar hebben zij er ook aan meegewerkt dat deze heel onwelwillend is gelezen en op één punt aantoonbaar onjuist is gelezen. Huijgen en Kater wekte namelijk ten onrechte de indruk dat de Nashville verklaring ervan uit gaat dat homoseksuele gevoelens genezen kunnen en moeten worden. De werkelijkheid is dat de Nashville verklaring daar juist geen uitspraak over doet. Huijgen en Kater hebben dit erin ingelezen naar aanleiding van de uitspraak dat homoseksuele gevoelens gedood moeten worden. Echter, dat wil alleen maar zeggen dat er tegen deze gevoelens gestreden moet worden. Zoals dat ook geldt voor alle gevoelens die niet bij het goede beeld van God behoren.

Dat zij die niet bij de Bijbel zijn opgevoed deze uitdrukking niet gelijk begrijpen, is te begrijpen. Anders moet dat toch zijn voor christenen. Zij behoren toch de woorden van Paulus te kennen: ‘Doodt dan uw leden, die op de aarde zijn, namelijk hoererij, onreinigheid, schandelijke beweging, kwade begeer-lijkheid, en de gierigheid, welke is afgodendienst.’ (Kol. 3:5). Voor christenen uit de gereformeerde gezindte komt erbij dat nog altijd in grote delen ervan de klassieke formuleren (al dan niet in hertaalde vorm) voor het dopen van kinderen en van volwassenen worden gebruikt. Ook daarin lezen we dat zij die hun kind wensen te laten dopen of zelf gedoopt willen worden hun oude natuur moeten ‘doden’.

Wie op dit punt bezwaar heeft tegen de Nashville verklaring zal zich ook ongemakkelijk voelen bij de klassieke doopsformulieren. Nu weet ik dat inmiddels in delen van de gereformeerde gezindte de klassieke doopsformulieren niet meer worden gebruik en ook deze woorden dan zijn verdwenen, maar dat is een zaak die mij verdriet doet. Immers de klassieke formulieren gebruiken hier een voluit Bijbelse uitdrukking. Dat zij die niet bij de Bijbel zijn opgevoed bepaalde Bijbelse woorden niet begrijpen of anders opvatten dan is bedoeld, is geen reden die niet meer te gebruiken, maar wel om ze toe te lichten.

Wie de Bijbel als het Woord van God erkent, weet dat ons hele gevoelsleven is aangetast door de zondeval. Alle gevoelens die niet bij het goede beeld van God behoren moeten door ons bestreden worden in de kracht van Christus en smekend om de werking van Zijn Geest. Deze strijd is levenslang. De praktijk is vaak dat wanneer er al bepaalde gevoelens verdwijnen of naar de achtergrond wijken, er nog genoeg zondige gevoelens overblijven en of er zelfs andere voor terugkomen.

Taalkleed en context

Op de vraag hoe hij de kritiek op de Nashville verklaring zag, heeft John Piper geantwoord dat degenen die het met de inhoud niet eens zijn, maar dat niet openlijk willen erkennen zich gaan richten op de vorm. Dat zagen we ook in Nederland. Zo is opgemerkt dat het document te Amerikaans zou zijn en de Amerikaanse culturele context als achtergrond heeft. Inderdaad staat de Nashville verklaring, die in 2017 verscheen, niet los van het feit dat in 2015 het hooggerechtshof het huwelijk openstelde voor personen van gelijk geslacht. Maar wie dat als argument aanvoert, moet zich afvragen waarom niet veel eerder de Nederlandse kerken en christenen een document deden uitgaan dat opkomt voor het Bijbelse huwelijk tussen één man en één vrouw die elkaar hun leven lang trouw zijn. Immers reeds in 2001 legaliseerde Nederland het homohuwelijk. En een bepaald taalkleed mag nooit een reden zijn een document daarom af te wijzen. Het is ook geen inhoudelijk en Bijbels gefundeerd argument.

Zelf zou ik in de lijn van de Heidelbergse Catechismus nog nadrukkelijker over de blijvende strijd van een christen willen schrijven dan de Nashville verklaring doet. De Nashville verklaring spreekt echter geheel in de lijn van de Schrift en ook van de gereformeerde belijdenis over huwelijk en seksualiteit. Vooral ook in het aanwijzen dat homoseksuele – en brede zondige seksuele – gevoelens niet neutraal zijn. Daarom heb ik hem ook con amore kunnen ondertekenen.

Wat lag de echte pijn?

De echte pijn bij de Nashville verklaring lag daar dat homoseksuele gevoelens als gevoelens worden gezien die terug te leiden zijn tot de zondeval en dat seksualiteit alleen in het huwelijk tussen één man en één vrouw thuis hoort.

Het Nederlands Dagblad legde aan John Piper de vraag voor: ‘In Nederland was er veel ophef over de Nashvilleverklaring. Ook verschillende orthodoxe protestantse kerken vonden dit niet de manier om over de rug van kwetsbare homo’s zo’n hard geloofsstatement te maken. Begrijpt u dat?’

Piper gaf hierop het volgende antwoord: ‘Ik ben het er niet mee eens dat de verklaring te hard is voor homo’s. Toen ik de kritiek hoorde, die ik overigens verwachtte, heb ik alles nog eens nagelezen. Als je het met de Bijbel in de hand leest, is er pastorale fijngevoeligheid richting deze echte, kwetsbare, beschadigde mensen. Ik zou met iedereen die mij hierop aanspreekt om de tafel willen zitten om de tekst door te nemen. Maar het echte thema is niet het gebrek aan pastorale gevoeligheid, maar de positie die het inneemt: dat homoseksuele verlangens gebroken verlangens zijn. Reken maar dat ik sommige homo’s heel goed ken, dit is geen theoretisch vraagstuk. Ik ga hun leven niet makkelijker maken door te zeggen: het maakt niet uit. Dat is de oplossing die de wereld biedt. Nee, als je handelt naar je verlangens, zondig je. Volhard je daarin, dan maakt het je kapot. Dat zo stellen, maakt mensen furieus.’

Voor minister Van Engelshoven was om die reden de Nashville verklaring onaanvaardbaar. In onze samenleving is homoseksueel gedrag breed geaccepteerd.

Opvallend was dat Kater en Huijgen in hun bijdrage in het Reformatorisch Dagblad wel stevige kritiek op de Nashville verklaring uiten, maar met geen woord repten over de oprukkende acceptatie in eigen kerkelijke kring van duurzame homoseksuele relaties. Het rapport van de Christelijke Gereformeerde Kerken wijst die op Bijbelse grond af, maar tegelijkertijd tolereert men al jaren dat plaatselijke gemeenten daarin een andere koers varen.[3] Waarom klonk er in de bijdrage van de beide christelijke gereformeerde hoogleraren geen ernstige waarschuwing om aan deze situatie een einde te maken? Het feit dat Kater een warme aanbeveling schreef in het boek Om het hart van homo’s van Herman van Wijngaarden dat mei dit jaar verscheen, maakt duidelijk waarom die waarschuwing ontbrak. Het grote verschil in waardering van de Nashville verklaring van Huijgen en Kater enerzijds en Piper anderzijds heeft diepe inhoudelijke redenen..

Van Wijngaarden wijst op grond van de Schrift duurzame homoseksuele relaties af en roept hen die worstelen met homoseksuele gevoelens op tot een celibatair leven, maar ziet uiteindelijk toch ruimte voor duurzame homoseksuele relaties als verlegenheidsoplossing. Zij die zo’n relatie hebben, kunnen wel aan het Heilig Avondmaal deelnemen, maar hij acht niet verstandig hen tot ambtsdrager te benoemen. Een Bijbelse onderbouwing van dit standpunt wordt niet gegeven. Het is duidelijk waarom die onderbouwing ontbreekt, want die kan onmogelijk worden gegeven. Van Wijngaarden spreekt heel verhullend over een oplossing die ‘minder heilzaam’ is. Echter, hier wordt rechtstreeks tegen de Schrift ingegaan. Zij die worstelen met homoseksuele gevoelens worden zo niet geholpen maar hen wordt een weg aangewezen die naar het Bijbelse getuigenis leidt naar de eeuwige rampzaligheid.

Het getuigenis van de Schrift en de gereformeerde belijdenis

De Nashville verklaring stelt dat homoseksuele onreinheid geen zaak is waarover christenen onderling van mening mogen verschillen. Wie dat te hard vindt, moet zich wel realiseren dat de Heidelbergse Catechismus nog veel indringender spreekt over seksuele onreinheid. In antwoord 106 van deze catechismus lezen we dat ‘alle onkuisheid door God vervloekt is, en dat wij daarom, haar van hart vijand zijnde, kuis en ingetogen leven moeten, hetzij in den heiligen huwelijken staat of daarbuiten.’ In antwoord 87 wordt gesteld dat ‘geen onkuise, afgodendienaar, echtbreker, dief, geldgierige, dronkaard, lasteraar, noch rover, noch dergelijke, het rijk Gods beërven zal.’

Wie moeite heeft met de wijze waarop de Nashville verklaring het Bijbelse geluid over huwelijk en seksualiteit verwoord, moet nog veel meer bezwaren op dit punt tegen de Heidelbergse Catechismus hebben. De Heidelbergse Catechismus geeft hier het standpunt van de katholieke christelijke kerk weer.

Daarom geldt dat dit niet zomaar een afwijking van de belijdenis is, maar een afwijking die de zaligheid rechtstreek raakt. Juist daarom is het zaak elkaar ertoe op te roepen hier het Bijbelse getuigenis getrouw te bewaren. Laten we niet meedoen met het legitimeren van de zonde. Daarmee versperren we niet alleen voor onszelf de toegang tot het koninkrijk van God, maar als God het niet verhoedt ook voor anderen. We mogen en moeten op hen die in welke vorm ook ruimte zien voor seksualiteit buiten het huwelijk tussen één man en één vrouw een ernstig en indringend appel tot bekering doen.

Voor hen die alleen staan – en dat geldt niet alleen als men moet worstelen met homoseksuele gevoelens – kan de strijd heel zwaar zijn. Als de Heere het niet verhoedt, vallen wij in zonde. Als dat het geval is, is bij God altijd een weg terug. De Heere vraagt erkenning van schuld en het breken met zondig gedrag, maar dan mag er ook de volkomen zekerheid zijn dat er bij Hem vergeving is. Ook al hebben wij Zijn geboden heel zwaar en lang overtreden.

De houding van de overheid

Van tal van overheidsgebouwen hingen regenboogvlaggen. De overheid gaf daarmee het signaal af dat zij moeite heeft om publiek ruimte te bieden aan het klassieke geluid over het huwelijk en burgers die dat doen op zijn minst met argwaan behandeld. Tot dusver heeft de overheid ook geen problemen gemaakt dat zij mensen die zijn in dienst van overheidsinstellingen of semioverheidsinstellingen, lid zijn van een organisatie of vereniging die onder de Heidelbergse Catechismus als grondslag heeft.

Aan de overheid kan worden gevraagd of christenen die klassiek over huwelijk en seksualiteit denken, publiek voor hun standpunten mogen uitkomen als zij in overheids- of semioverheidsdienst zijn, of moeten zij daarover zwijgen? En wat betekent dit alles voor de vrijheid van onderwijs, godsdienst en meningsuiting? Zijn bepaalde beroepen voor klassieke christenen verboden?

De laatste twee vrijheden zijn klassieke vrijheden en de eerste is diep verankerd in het Nederlandse bestel en ook diep verworteld in geschiedenis van Nederland van de laatste twee eeuwen. Laten christenpolitici en christenbestuurders hier de wacht betrekken. Laat de kerk van Nederland voor hen die hen regeren en besturen bidden en daarbij een bijzondere plek inruimen voor christenbestuurders en christenpolitici.

De taak en roeping van kerken en christenen

Van kerken en christenen mag en moet worden gevraagd dat zij onverkort het Bijbelse getuigenis belijden en gestalte geven. Hier rust een bijzondere taak op allen die leiding hebben te geven in de kerken. Denk hierbij aan predikanten, ambtsdragers, catecheten, leidinggevenden en leerkrachten op scholen. De gelijkenis van de verloren zoon (die eigenlijk beter de gelijkenis van de ontfermende vader kan worden genoemd) mag hier onze leidraad zijn.

De ware vreugde is alleen in God te vinden. Het is een leugen dat wij echt vrij zijn als we ons niet gebonden weten aan Zijn geboden. De verloren zoon vond de vreugde en vrijheid niet in ‘het ver gelegen land’. Hij keerde terug naar zijn vader. Die ontving hem met blijdschap. Zo mag de kerk verkondigen dat er vergeving is voor hen die tegen al Gods geboden openlijk en langdurig hebben gezondigd. Wie zich tot God bekeert en vergeving van God ontvangt, voelt zich ook bij Hem thuis. Dan zijn Gods geboden geen last meer, maar vinden we vreugde in God en in het leven naar Zijn wil.

In de gelijkenis van de verloren zoon komen we ook zijn oudste broer tegen. Die zegt dat hij nooit een gebod van zijn vader heeft overtreden. Omdat hij alleen aan de buitenkant dacht, had hij gelijk. Echter, uit zijn eigen woorden blijkt dat hij zich niet bij zijn vader thuis voelde. Hij had met zijn vrienden zonder dat zijn vader erbij was feest willen vieren. Hij wilde niet binnenkomen, maar bleef buiten staan. Dat is een aangrijpende werkelijkheid. Dat laatste is ons portret als wij anderen veroordelen maar nooit onszelf hebben leren veroordelen. Dan kan het zijn dat wij deugdzaam leven en toch ontbreekt ons het allerbelangrijkste: de vreugde in God door Christus.

Dat laatste is de kern van het echte christen-zijn. Hier op aarde blijft die vreugde ten dele. Niet in de laatste plaats omdat wij ons leven lang strijd moeten voeren tegen onszelf. Echter wie strijdt om meer aan Christus gelijkvormig te worden zal eenmaal de vreugde die al ons verstand te boven gaat ontvangen. Laten we elkaar zo aansporen om een pelgrim te zijn naar het nieuwe Jeruzalem.

[1]‘ John Piper weet zich geroepen tot vreugde’, Nederlands Dagblad, 27 september 2019

[2] https://www.rd.nl/opinie/na-bezinning-door-kerken-pas-visie-op-genderideologie-1.1537254

[3] https://cgk.nl/project/rapporten/

Plaats een reactie