
In het vorige artikel zagen we dat we deel krijgen aan Christus door de werking van Gods Geest. Ook hebben we aandacht besteed aan het onderscheid tussen schepping, verzoening en voleinding. Volgens de daar genoemde theologen (Barth, Noordmans, Miskotte) is de staat der rechtheid geen historische realiteit. Het is manier van spreken om aan te geven dat het feit dat wij schepsel als zodanig niet zondig is. Zij menen wel dat de werkelijk schepping al vanaf het begin een door de zonde geschonden schepping is. Dat geldt ook de mens. Tegelijkertijd mag heel de schepping vanaf het begin al in het licht van de verzoening worden gezien. Het werk van Christus brengt het ja van God ten deze wereld en tegen de mensheid dat er van meer af was, volkomen kenbaar.
Over de mens als beelddrager van God wil alleen vanuit Christus en Zijn kruis spreken. Noordmans kon zeggen dat de zondeval even ver reikt als de schepping. Bij hem kan je niet spreken van een onderscheid tussen schepping en herschepping. Scheppen omschrijft hij als scheiden. In de weg van zijn oordelen, baant God zich een weg door de geschiedenis heen, tot aan Zijn oordeel ten zegen op Golgotha, waar Hij zelf in de val gaat staan. Deze weg wordt vervolgd tot in de voleinding. Daar worden de dingen uiteindelijk rechtgezet en wordt met de zonde voor goed afgerekend.
Het is begrijpelijk dat in de theologie van Barth en zijn geestverwanten weinig tot geen aandacht is voor het feit dat de voleinding ook betekent dat rechtvaardigen en niet-rechtvaardigen, geredde en niet geredde zondaren, definitief van elkaar worden gescheiden. Barth zelf sprak over verloren gaan als een onmogelijke mogelijkheid. Uitsluiten deed hij die mogelijkheid niet maar bevestigen evenmin. Gaat men in zijn spoor en wil men toch nog over de eeuwige rampzaligheid spreken, dan zal men zeggen dat een mens alleen verloren kan gaan als hij zich welbewust verzet tegen Gods genade en het feit dat Hij met hem verzoend is. Men zal er aan toevoegen dat wij het oordeel of dit het geval is aan God moeten overlaten. In de praktijk betekent dit dat de boodschap van de twee wegen niet meer functioneert.
Het zal hopelijk duidelijk zijn dat ‘Christus alleen’ zo een heel andere inhoud krijgt dan de Reformatie eraan gaf. Belangrijker: het is niet Bijbels. De Bijbel leert ons wel dat dezelfde God Die de wereld schiep, verzoening en verlossing tot stand bracht, maar schepping en verzoening zelf vloeien niet ineen. Genesis 1-2 en Genesis 3 behandelen niet naast elkaar staande werkelijkheden maar op elkaar volgende werkelijkheden. De zondeval is een historische gebeurtenis en er is geen enkel Bijbels argument te vinden om het woord ‘historisch’ dan tussen aanhalingstekens te plaatsen.
Wij zijn goed en naar Gods beeld geschapen. Zoals we vanuit de Bijbel iets weten over het nieuwe Jeruzalem, is er ook kennis van het paradijs en de staat van rechtheid mogelijk. Het verzoeningswerk van Christus is niet nodig omdat God bij de schepping al moest scheiden en de schepping zelf al een probleem was. Integendeel het is Gods antwoord op het probleem van de zonde. Zonde die door de mens die goed werd geschapen, op een concreet moment werd verricht. Zo wordt overal in het Nieuwe Testament over Christus en Zijn werk gesproken. Het werk van de Heere Jezus Christus als de laatste Adam staat tegenover de overtreding van de eerste Adam. De oorspronkelijke schepping was niet volmaakt (de staat van heerlijkheid zal die van de rechtheid overtreffen) maar bepaald niet gestempeld door zonde.
Sinds de zondeval is een mens een kind des toorns. Zo moeten we allereerst over de mens spreken, Niet als iemand die vanuit de schepping al het beeld van Christus draagt, maar een zondaar die het beeld van God mist en wedergeboren moet worden. De volkomen verzoening is tot stand gebracht, maar zolang we niet door een levend geloof ingeplant zijn in Christus rust Gods toorn op ons. Niet in de laatste plaats de brief die de apostel Paulus aan de Romeinen schreef is hier van belang. Pas nadat Paulus vanuit de schepping en vanuit de wet over Gods toorn en oordeel heeft gesproken, komt het verzoeningswerk van Christus ter sprake.