
Aanstaande woensdag zijn er verkiezingen voor de Tweede Kamer, terwijl vanaf vandaag bepaalde kwetsbare groepen al hun stem kunnen uitbrengen. In het licht van de Bijbel is gebed voor de overheid belangijker dan stemmen. Het feit dat gebed belangrijker is, maakt stemmen niet onbelangrijk. Het is niet onbelangrijk hoe onze volksvertegenwoordiging is samengesteld. Met het uitbrengen van een stem maken we duidelijk dat wij aan die samenstelling een bijdrage willen leveren.
De volksvertegenwoordiging controleert de regering en onze regering heeft met grote problemen te maken. Ik denk uiteraard aan de coronacrisis en alle gevolgen die dat met zich meebrengt. Ik noem ook de wereldwijde klimaatverandering die niet losstaat van het feit dat er door de mens niet op een verantwoorde manier met de schepping wordt omgegaan.
Voor een christen is het niet onbelangrijk hoe de overheid deze problemen aanpakt. Als het gaat om de coronacrisis is ook voor kerken van belang dat zij, zonder dat dit bezwaarlijk is voor de volks-gezondheid, met een zo groot mogelijk aantal kerkgangers kunnen samenkomen. Dat betekent dat minstens een kwart van het aantal kerkgangers toegelaten zou moeten kunnen worden. Helaas is dit tot nog toe niet de insteek van de overheid. Dat neemt niet weg dat kerken niet in strijd met de wet komen, als zij zo handelen.
Verdrietig is dat meerdere kerkelijke gemeenten dan zelf nalatig zijn en het Bijbelse belang van het uitdelen van het Brood van het Leven in onderlinge samenkomsten kennelijk onvoldoende beseffen. Daarom moet er niet alleen gebed voor de overheid maar ook voor de kerk zijn. Of de kerk opgericht wordt uit haar verval en verlevendigd mag worden.
Als het gaat om ethische kwesties die nu spelen, noem ik bedenktermijn voor abortus. Het is al heel verdrietig dat abortus gelegaliseerd is. Het is wel heel goed dat nu dit zo is, er toch nog een bedenktijd is. Immers het gaat om het beëindigen van menselijk leven in de moederschoot. Juist daarom is het zo onbegrijpelijk dat er volksvertegenwoordigers zijn die van de bedenktermijn af willen.
Als christenen echt gehoorzaam zijn aan de Bijbel als het Woord van God en het beeld van Christus dragen, dan wensen zij matig, rechtvaardig en godzalig te leven. Zij bidden niet in de laatste plaats voor de overheid opdat zij een stil en gerust leven mogen lijden. In Nederland is er naast vrijheid van meningsuiting en vrijheid van godsdienst ook nog vrijheid van onderwijs. Die laatste vrijheid staat inmiddels steeds meer onder druk en in het verlengde ervan worden er ook kanttekeningen geplaatst bij de vrijheid van meningsuiting en van godsdienst.
Tot aan de jaren zestig was er in onze samenleving een brede consensus als het gaat om wat wij de tweede tafel van de wet noemen: Gods geboden die betrekking hebben op het liefhebben van de naaste. Alle partijen die ons land kende, hielden vast aan het gezin als hoeksteen van de samenleving. Dan ging het om wat nu het traditionele gezin wordt genoemd: één man en één vrouw die elkaar trouw blijven. Aan het begin van de eerste helft van de vorige eeuw trad nog een niet-confessionele minister af, omdat zijn huwelijk door echtscheiding beëindigd zou worden. Dat is inmiddels volstrekt ondenkbaar.
Alleen de Christen-Unie en SGP houden als partij nog vast aan de uniciteit van het Bijbelse huwelijk. Daarmee beweer ik niet dat er geen individuele kamerleden zijn van andere partijen die daaraan ook willen vasthouden. Al houdt de Christen-Unie als partij vast aan de uniciteit van het huwelijk, zij spreekt als partij niet uit dat seksualiteit alleen thuishoort binnen het huwelijk tussen één man en één vrouw, al voeg ik er aan toe dat er zeer zeker vertegenwoordigers van de Christen-Unie zijn die dat wel uitdragen.
Zeker is dat op dit punt de vrijheid van onderwijs en in het verlengde daarvan de vrijheid van meningsuiting en van godsdienst onder druk staan. Blijft er in Nederland de vrijheid om de Bijbelse boodschap van huwelijk en seksualiteit in scholen, in de samenleving en in kerken uit te dragen?
Van christenen mag worden verwacht dat zij met respect omgaan met hen die het Bijbels getuigenis, welk facet dat ook betreft, niet voor hun rekening nemen. Echter, een christen wordt feitelijk gedwon-gen zijn christen-zijn te verloochenen als hij niet openlijk voor het Bijbelse getuigenis mag uitkomen en uiteraard wil een christen daar anderen voor winnen. Hij weet immers dat het vrezen van God (en dat betekent in de Bijbel het liefhebben van God) alle mensen betaamt. Immers ieder mens is op reis naar de rechterstoel van Christus.
Steeds meer wint in onze samenleving de gedachte terrein dat iemand wel godsdienstig mag zijn. Echter zijn godsdienst mag niet in strijd zijn met de levensbeschouwing van de meerderheid van de bevolking. Het beginsel van klassieke tolerantie (dat wil zeggen dat je ruimte geeft aan opvattingen die je zelf niet deelt) wordt lang niet meer door iedereen gedeeld. Dat geldt ook voor volksvertegen-woordigers. Voor christenen die naar de Bijbel luisteren, betekent dit dat zij wel christen mogen zijn, maar het niet mogen laten merken dat zij het zijn.
Hoe ook het beleid van onze overheid zich ontwikkelt, christenen mogen nooit hun christen-zijn verbergen. Ook niet als de prijs maatschappelijke uitsluiting (iets waarvan we nu al het een en ander zien) steeds groter wordt. Laat er gebed voor onze overheid en volksvertegenwoordiging zijn. Laten we smeken dat regering en leden van de volksvertegenwoordiging, al zijn ze geen christen, vast willen houden aan de vrijheid van onderwijs, meningsuiting en godsdienst, juist ook op het terrein van het huwelijk en seksualiteit.
Voor christenen ligt dit teer omdat zij weten dat zij die Gods norm dat seksualiteit alleen binnen het huwelijk tussen één man en één vrouw thuishoort, overtreden, het koninkrijk niet zullen binnengaan, tenzij zij met hun zondig gedrag hebben gebroken en schuld aan God hebben beleden. Dan moeten we zeggen dat de verst gevorderde christen nog reden heeft over zondige gevoelens en gedachten vergeving te vragen. Een vergeving die bij God is te krijgen. Maar nooit is dit een vergeving zonder berouw zoals we ook zien in de zo bekende gelijkenis van de verloren zoon.
Als het gaat om stemmen is het zaak dat wij stemmen op personen van wie wij weten dat zij vast-houden aan het Bijbelse getuigenis over huwelijk, gezin en seksualiteit en dat ook uit durven dragen. Bij zulke volksvertegenwoordigers zijn de vrijheden van onderwijs, meningsuiting en godsdienst voor hen die hun christelijke overtuiging niet willen en kunnen verbergen, gegarandeerd.
Een christen kan – als het goed is – ook verdrukking en vervolging verdragen, maar dat neemt het grote goed van deze vrijheden niet weg. Ik wil iedereen opwekken aanstaande woensdag zó zijn of haar stem uit te brengen. En laten we vurig gaan bidden en blijven bidden voor hen die ons regeren en voor hen die deel uitmaken van onze volksvertegenwoordiging.