
Het lezen van goede christelijke biografieën laat ons iets zien over de strijd tussen het zaad van de vrouw en het zaad van de slang en is een middel om aangemoedigd te worden om die strijd te strijden. Onder christelijke biografieën mogen die van zendingsarbeiders wel een bijzondere plek hebben. Mannen en vrouwen die hun leven gewijd hebben aan de verbreiding van het Evangelie aan mensen voor wie het Evangelie onbekend was en op plaatsen waar het Evangelie onbekend was.
In Swift and Beautiful vertelt David B. Calhoun, emeritushoogleraar kerkgeschiedenis aan Covenant Theological Seimary te St. Louis, Missouri, over twaalf mannen en vrouwen van wie het leven in het teken stond om het Evangelie te brengen aan hen die het nog nooit gehoord hadden. De bundel opent met John Elliot en David Brainerd. Dat zijn bekende namen uit de zendingsgeschiedenis. Het door Jonathan Edwards beschreven leven van Brainerd is vanaf de verschijning in de achttiende eeuw onaf-gebroken uitgegeven en heeft tal van lezers liefde tot de zending bijgebracht en meerderen geïnspi-reerd zelf de zending in te gaan.
Van meerdere personen had ik nog nooit gehoord voordat ik dit boekje las. In de meeste gevallen gaat het dan om mannen en vrouwen uit de zuidelijke staten van de VS die behoorden tot de zuidelijke presbyterianen . Heel ontroerend vond ik het laatste hoofdstuk. Daarin wordt het werk van Mary Beam (1911-2002) en Betty Cridland (1907-2003) onder de Uduk in Zuid-Sudan beschreven. Hun arbeid werd op een wel heel opmerkelijke wijze met Gods zegen bekroond.
Bij twee van de beschreven personen, namelijk James A. Bryan (1863—1941) en Bob Childress (1890-1956) gaat het om inwendige zending. Bryan diende slechts één gemeente, de Third Presbyterian Church van Birmingham, Alabama. Op allerlei wijze heeft hij in deze stand het Evangelie verbreid. Elke gelegenheid om dat te doen greep hij aan. Childress werkte in Blue Ridge Mountains in het zuiden van Virginia. Een streek van grote natuurpracht, maar ook een streek waar de misdaad welig tierde.
We lezen dat Childress eens werd overvallen. Hij vroeg zijn overvallers of hij eerst een gebed voor hen mocht doen. Voordat zij konden antwoorden, had hij reeds zijn knieën gebogen. Hij eindigde zijn gebed met het Onze Vader. De mannen bleken na het gebed hun messen te hebben opgeborgen. Childress bood hen vervolgens een lift aan.
De titel die Calhoun de bundel met levensschetsen meegaf, is ontleend aan een regel uit het bekende gezang van Francis Ridley Havergal dat in de Nederlandse herdichting begint met de woorden: ‘Neem mijn leven, laat het, Heer, Toegewijd zijn aan Uw eer.’ In de Engelse versie komen we de woorden tegen ‘Take my feet, and let them be, Swift and beautiful for thee.’. In de Nederlandse herdichting is dat als volgt weergegeven: ‘Elke schrede van mijn voet, Zij geheiligd door Uw bloed.’
David B. Calhoun, Swift and Beautiful: The Amazing Stories of Faithful Missionaries (Edinburgh: The Banner of Truth, 2020), paperback 225 pp. £6,25 (ISBN 9781848719385)