
De kerkgeschiedenis het hart van de wereldgeschiedenis
Het belang van kennis van de kerkgeschiedenis
Minder dan vroegere generaties weet de huidige generatie zich betrokken op de kerkgeschiedenis. Omdat de theologie als wetenschap een veelheid van aandachtsvelden heeft, zijn er ook theologen die wel heel weinig weten van de kerkgeschiedenis. Ik denk niet in de laatste plaats aan oudtestamentici en nieuwtestamentici. Is kennis van de kerkgeschiedenis dan zo belangrijk? De Bijbel is toch onze uiteindelijke gids?
Om meer dan één reden moet die vraag met ja worden beantwoord. Kerkgeschiedenis is namelijk ook de geschiedenis van de wijze hoe de Bijbel is verstaan en meer dan eens ook misverstaan. Bijbelweten-schappers kunnen inzichten naar voren brengen waarvan zij menen dat die nieuw zijn, maar meer dan eens blijkt dat wie kennis heeft van de kerkgeschiedenis kan laten zien dat de inzichten minder nieuw zijn dan men dacht en in vroeger eeuwen terecht zijn weersproken.
Als theologen het gevaar al lopen de Bijbel mis te verstaan mede ten gevolge van een gebrek aan ken-nis van de kerkgeschiedenis, geldt dat zeker gewone kerkgangers. Daarbij merk ik wel op dat er een-voudige kerkgangers geweest zijn die meer zicht hadden op de betekenis van de gang van Christus door de geschiedenis dan menig theoloog.
Kennis van de kerkgeschiedenis is een middel dat ons kan bewaren om te worden meegesleurd door ketterijen en dwalingen. Hij bewaart ons er ook voor of verlost ons van de gedachte dat er ooit in pe-riode in de kerkgeschiedenis is geweest dat de kerk geen vlekken of rimpels vertoonde. Ook als de Heere heel krachtig werkte en het Evangelie op vele harten beslag legde, was dat het geval. Zo kan kennis van de kerkgeschiedenis ons aansporen om trouw te blijven aan de kerk ondanks haar tekorten en gebreken.
Het diepste geheim van het voortbestaan van de kerk ligt in de belofte dat Christus haar nabij blijft tot aan de voleinding van de wereld en dat daarom de poorten van de hel Zijn gemeente niet zullen over-weldigen. De kerkgeschiedenis is hart de wereldgeschiedenis. Dat blijkt uit de Bijbelse geschied-schrijving.
Onder de nieuwtestamentische Bijbelboeken moeten dan met name de twee door Lukas geschreven boeken worden genoemd. Het boek Handelingen beschrijft de vroegste geschiedenis van de kerk in haar nieuwtestamentische vorm. Het eindigt daarmee dat het Evangelie ongehinderd wordt doorge-geven.
Ook het boek Openbaring moet worden genoemd. Heel de geschiedenis staat tenslotte in het teken van de worsteling tussen het vrouwenzaad en het slangenzaad, tussen het Lam en de draak. Het Lam heeft overwonnen en gaat al overwinnend Zijn gang door de geschiedenis. Niets kan verhinderen dat van geslacht tot geslacht zondaren worden getrokken uit de duisternis tot Gods wonderbare licht.
*
De rode draad door de kerkgeschiedenis
De Schotse kerkhistoricus Nick Needham typeert de kerkgeschiedenis als de geschiedenis van de macht van Christus. Niemand kan ontkennen dat de christelijke kerk nog altijd bestaat en zich ver-spreid heeft over alle continenten. De kerk is bedreigt van buiten af. In de eerste eeuwen van haar bestaan werd zij vervolgd.
In het midden van de derde eeuw en aan het begin van de vierde eeuw was die vervolging heel zwaar en gold het niet slechts bepaalde delen van het Romeinse rijk. Nadat Constantijn in 312 bij de Mil-vische brug zijn tegenstander Maxentius versloeg, maakt hij in 313 met het edict van Milaan officieel een einde aan de christenvervolging. Feitelijk was die al een aantal jaren daarvoor in het westelijke deel van het Romeinse rijk beëindigd. Onder zijn opvolgers werd het christelijke geloof de enige offi-cieel toegestane godsdienst.
De nauwe band tussen kerk en staat bracht voor de kerk nieuwe problemen met zich mee. Het gevaar van verwereldlijking bedreigt de kerk juist in zo’n situatie. Telkens weer is de kerk ook van binnenuit bedreigd door ketterijen en dwalingen. De Vroege Kerk leerde God belijden als de drie-enige God en zo als de God van volkomen zaligheid. Jezus is niet het hoogste schepsel, maar God, Die mens werd en toch God bleef. Vanuit een ander perspectief dan in de tijd van de Reformatie werd zo duidelijk dat zalig worden alleen genade is. Een mens ontvangt de zaligheid niet omdat hij opklimt tot God, maar omdat de tweede persoon uit de goddelijke drie-eenheid mens werd.
De grootste kerkvader is ongetwijfeld Augustinus. Steeds dieper heeft Augustinus leren verstaan dat een mens God alleen vindt, omdat God hem al gevonden heeft. Wij leren God zoeken, omdat God ons trekt. De eeuwen door is deze lijn bewaard gebleven in de kerk. Als het gaat om de Middeleeuwen mag dan met ere Bernard van Clairvaux worden genoemd. Met name in zijn preken over het boek Hooglied blijkt dat hij wist van een diep bevindelijke band met Jezus Christus, de Middelaar Die God en mens is in één persoon. De Reformatie sloot niet in de laatste plaats aan bij de agustijns-bernardijnse gees-telijke erfenis uit de eeuwen vóór haar.
De Reformatie was niet een vestiging van een nieuwe kerk, maar de hervorming of reformatie van de bestaande kerk. Een christen van de Reformatie is, als het goed is, niet ook katholiek maar juist katho-liek. De Reformatie heeft Rome dan ook verweten niet teveel maar te weinig katholiek te zijn. De kerk van de Reformatie is de katholieke kerk in haar gereformeerde of hervormde gestalte. Vandaar dat men ook wel sprak over de christelijke gereformeerde kerk. Dat is nu de naam van een van de gerefo-rmeerde kerken in ons vaderland. Deze naam geeft aan wat de Reformatie bedoelde, namelijk de christelijke kerk reformeren.
Ballast ging overboord. Men greep allereerst terug op de Schrift, maar wist zich juist daarom ver-bonden aan de belijdenis van de Vroege Kerk. Met Augustinus beleed men dat zalig worden alleen genade is. Dieper dan Augustinus heeft de Reformatie geleerd rechtvaardiging en heiliging van elkaar te onderscheiden. De rechtvaardiging is niet gebaseerd op het werk van Gods Geest in ons, maar dat van Christus buiten ons. Tegelijkertijd mogen wij het werk van Christus buiten ons en dat van Christus in ons nooit van elkaar losmaken. Heel diep heeft Calvijn dat verwoord in het derde deel van zijn Institutie.
De eeuwen door zijn er mensen geweest die hebben leren roemen in Gods vrije genade. Mensen die zich afhankelijk wisten van God, die dagelijks om de leiding van Zijn Geest baden. Die voor Christus Die hen had vrijgekocht wilden leven en moesten klagen dat dit zo ten dele bleef. Heel mooi ver-woordde John Newton dat in het lied ‘Amazing grace’. Genade maakt een mens een christen, door genade blijft een mens een christen en Gods genade brengt een mens tenslotte thuis.
*
Tips over boeken
Ouders hebben een taak om hun kinderen liefde tot de kerkgeschiedenis bij te brengen. Ik denk ook aan leerkrachten op christelijke scholen. Dan moet dat al gebeuren op de basisschool. In onze taal zijn tal van boeken over personen uit de kerkgeschiedenis voor kinderen geschreven. Onder andere dhr. C. van Rijswijk heeft zich hier verdienstelijk gemaakt. Zelf las ik al op de basisschool de kerkgeschiedenis van dhr. J. Vreugdenhil. Er kan ook gewezen worden op de serie verzorgd door mevr. A. Vogelaar-van Amersfoort. Omdat het gaat om boeken geschreven voor kinderen en jongelui kunnen een aantal nuances niet echt worden verwoord. Dat doet niets van hun waarde af.
Voor volwassenen acht ik de serie van dr. L. Praamsma De kerk van alle tijden nog altijd onovertroffen. Tweeduizend jaar kerkgeschiedenis wordt behandeld. Daarbij wordt de kerkgeschiedenis bezien vanuit het licht van Schrift en belijdenis. Praamsma combineert academische deskundigheid met een goede en toegankelijke schrijfstijl en met innerlijke betrokkenheid. Voor wie de Engelse taal machtig is, is de serie van Nick Needham. De titel daarvan 2000 Years of Christ’s Power is al een belijdenis. Als het gaat om kerkhistorische studies die zich beperken tot een bepaalde periode of land tot een bepaalde persoon, kunnen tal van titels worden vermeld.
Goede beschrijving van de kerkgeschiedenis is altijd een betrokken beschrijving. Wie meent neutraal te kunnen zijn, doet daarmee ook een keuze. Dat is een andere keuze dan de keuze waartoe de Koning van de kerk ons oproept. Goede beschrijving van de kerkgeschiedenis en personen uit de kerkgeschie-denis doen ook recht aan de feiten en aan de beschreven personen. Dat betekent niet dat vlekken of rimpels moeten worden verzwegen. Dat mag juist niet.
Augustinus schreef in Het eerste geloofsonderricht dat degenen met wie wij gerechtvaardigd worden nooit gelijk mag worden gesteld aan Degene in Wie wij gerechtvaardigd worden. Niet alleen in de Bijbelheiligen maar ook in tal van personen uit de kerkgeschiedenis hebben wij een wolk van getuigen rondom ons heen. De bedoeling is dat wij in navolging van hen zien op de overste Leidsman en Voleinder van het geloof, Jezus.
*
Nick Needham, 2000 Years of Christ’s Power, vier delen (Fearn: Christian Focus Publications, 2016), hardcover, prijs per deel £19,99 (ISBN 978-1-78191-778-7/779-4/780-0/781-7)
Nick Needham is docent kerkgeschiedenis aan get Highland Theological College in Dingwall en predi-kant van de Inverness Reformed Baptist Church. Needham schrijft toegankelijk en geeft een breed overzicht van de geschiedenis van de kerk. De auteur is een groot kenner van de Vroege Kerk. Hij is een baptist die op het punt van de genadeleer van harte de gereformeerde confessie onderschrijft.
Meer dan veelal in overzichtswerken over de kerkgeschiedenis het geval is, schenkt hij aandacht aan de oosterse orthodoxie. Daarin vormt hij een aanvulling op het in onze taal uitgebrachte vierdelige werk van Louis Praamsma De kerk van alle tijden. Iets minder nadrukkelijk dan Praamsma laat hij in zijn beschrijving uitkomen dat hij ontwikkelingen in de geschiedenis van de kerk beziet in het licht van de gereformeerde belijdenis.
De titel die Needham zijn reeks geef is overigens wel een belijdenis. Christus Zelf houdt Zijn kerk in stand. Zijn macht wordt zichtbaar in de geschiedenis van de kerk. Het eerste deel van de serie is gewijd aan de Vroege Kerk, het tweede aan de Middeleeuwen, het derde aan de Renaissance en de Reformatie en het vierde aan de tijd van de godsdienstoorlogen. Ik hoop van harte dat de auteur ook van de nog resterende eeuwen een beschrijving kan bieden.
U looft d’ apostelschaar in heerlijkheid, o Heer!
Profeten, martelaars vermelden daar uw eer!
Door heel uw Kerk wordt steeds, daar boven, hier beneden,
in strijd en zegepraal, uw grote naam beleden.
Zij looft, o Vader, U, oneindig in vermogen,
onpeilbaar in verstand, onmeetbaar in meˆdogen!
*
U, Vader, U zij lof, op een verhoogde toon!
Lof uwe eigene, uw eengeboornen Zoon!
Lof uwe Geest, die ons ten Trooster is gegeven,
ten Leidsman op de weg naar ’t eeuwig zalig leven!
U looft uw Kerk alom, waar Gij die ook vergaarde;
U loov’, wat loven kan, in hemel en op aarde!
*
U, Christus, onze Heer, bekleed met majesteit,
U, ’s Vaders een’ge Zoon, zij lof in eeuwigheid!
Het mensdom lag in schuld en vloek voor God verloren,
Gij werd de mens tot heil uit ene maagd geboren,
Gij Hebt aan ’t kruis voor ons den dood zijn macht ontnomen,
zo baandet G’ ons de weg, om weer tot God te komen.
*
Gij zit in heerlijkheid aan ’s Vaders rechterhand,
totdat G’ als Rechter eens de laatste vierschaar spant.
Laat ons in gene nood uw bijstand ooit ontberen;
Gij kocht ons met uw bloed, blijf, Heiland, ons regeren,
blijf ons, uw erfenis, door uwe macht bewaren,
wil met uw heil’gen ons voor uwe troon vergaren!