Bewogen én belijnd
De publicatie van de Nashville Verklaring waarin niets anders werd gedaan dan dat het Bijbelse geluid over huwelijk en seksualiteit weergegeven, veroorzaakte een storm in de Nederlandse samenleving. Ook bij veel christenen werd opnieuw duidelijk dat zij zijn weggegroeid van het Bijbelse getuigenis. Velen zwegen ook en lieten niets van zich horen.
Juist daarom was ik heel blij met een bijdrage van Henk Teuling die ik onder ogen kreeg. Jarenlang schreef hij columns in Credo, het blad van het Confessioneel Beraad in de Gereformeerde Kerken en vanaf 2004 in de PKN. Ik wil wat hij schreef graag op mijn website met anderen delen. Hij gaf zijn bijdrage de titel: bewogen èn belijnd. Zijn bijdrage is een navolgenswaardig voorbeeld van Bijbels belijden. Juist als de tijd en de omstandigheden daarom vragen.
Bewogen én belijnd
Het zal begin zeventiger jaren zijn geweest toen een jongeman die van plan was om theologie te gaan studeren contact opnam met zijn gemeentepredikant, die hij voluit vertrouwde. Hij was bang, homofiel te zijn. Zijn verkering met een christelijk-gereformeerd meisje had hij om die reden uitgemaakt. Bijbelpassages over Paulus’ doorn in het vlees (ook al zal dit geen homofilie hebben betroffen), maar ook over Gods kracht in onze zwakheid (“Mijn genade is u genoeg”) waren voluit voor hem gaan leven. Maar ook een gedeelte als 1 Korinthe 7 : 29 – 35, waarmee hij zich troostte met een celibatair bestaan in het vooruitzicht; zijn toewijding zou dan immers groter kunnen zijn.
Op grond van de Bijbel was hij er diep van overtuigd geraakt dat een homoseksuele relatie niet kon. Het was in de tijd dat de moderne theologie z’n duizenden, ja z’n tienduizenden binnen de Gerefor-meerde Kerken in Nederland begon te verslaan. Behoorlijk schokkend vond hij het dan ook dat zijn dominee, aan wie hij overigens heel veel te danken had, als volgt reageerde: “Misschien mag je er heel anders instaan.” Met dit antwoord voelde hij zich echter niet geholpen. Hij had juist een stimulans verwacht om te volharden!
Deze jongeman, inmiddels ruim in de zestig, ken ik heel goed. Sterker: ik ben het zelf. En ik wilde destijds de geestelijke strijd – want zo ervoer ik dat- in Gods wapenrusting aangaan. Laat staan hoe nodig dat anno 2019 is. Want reken maar dat het ontzettend moeilijk was en is om stand te houden in een samenleving die steeds meer afrekende met christelijke ethische standpunten en deze inmiddels geheel achterhaald vindt. Met als gevolg dat de kerk veelal homo’s die de strijd willen aangaan domweg in de kou laat staan door geen bezwaren te zien t.o.v. de homoseksuele praxis. Ook in dat opzicht is er in nog geen halve eeuw tijd gigantisch veel veranderd! Ook Goddank met mijzelf trouwens: inmiddels ruim 41 jaar ben ik heel gelukkig getrouwd met mijn Hetty, met vier fantastische kinderen en negen lieve kleinkinderen als zichtbaar resultaat. Maar één ding weet ik wel: het spanningsveld waarin homo’s kunnen verkeren kan ik door mijn verleden volop navoelen en in grote bewogenheid voor hen wil ik dan ook naast hen staan, zeker ook in hun strijd om rein te leven.
Tegelijkertijd: wat zou ik in 1971 al blij geweest zijn met een mijns inziens krachtig en Bijbels geluid als de Nashville-verklaring, laat staan hoe nodig deze anno 2019 is. En ik weet dan ook van celibatair levende homo’s die deze als een enorme steun in hun rug hebben ervaren. Zelfs van iemand die een losbandig leven leidde, maar zo onder de indruk van de verklaring was dat hij een totaal andere weg is ingeslagen. Dat mag bij alle commotie die is losgebarsten (binnen de kerken helaas niet minder dan in de hele samenleving) ook wel eens worden benadrukt. Trouwens, een ”anti-homopamflet”, wat de seculiere pers ervan maakte en wat door velen als papegaaien werd herhaald, is deze verklaring zeker niet. Integendeel: zij spreekt volmondig na wat de kerk van alle eeuwen altijd op grond van de Bijbel heeft beleden (daar is moed voor nodig in deze soms antichristelijke cultuur!) en biedt daarbij ook een ootmoedig en pastoraal naschrift. Met de strekking van de Nashville-verklaring ben ik het dan ook helemaal eens. Ik had deze graag mede ondertekend. Ook al besefte ik meteen terdege dat op zo’n helder Bijbels getuigenis ook vele negatieve reacties zouden komen.
Volgens mij is het volstrekt duidelijk: deze verklaring veroorzaakt geen verdeeldheid, maar openbaart allang bestaande verdeeldheid. Triest genoeg ook in de steeds liberaler wordende kerk van Jezus Christus, die tot op het bot verdeeld en bepaald niet meer één in waarheid is (alsof Johannes 17 daarover geen klare taal spreekt!), en die zich vaak bijna amechtig aanpast aan de zich snel ontwikke-lende maatschappelijke ontwikkelingen. Het is echter nog steeds maar al te waar wat prof. Berkhof ooit opmerkte: “Een kerk die huwt met de tijdgeest is al spoedig weduwe.” En zelf denk ik: wanneer we als kerk nu al zo weinig ruggengraat hebben en een slap christendom vertonen, wat moet het dan wel niet worden wanneer het echt moeilijk gaat worden? Laten we hier alsjeblieft eens terdege over nadenken!