
In onze erediensten zijn wij in navolging van Calvijn gewoon om enkel de psalmen te zingen. Ik hoop dat dit zo blijft. Daarmee ontken ik niet dat er geen goede gezangen zijn. Integendeel en ik hoop dat die bij allerlei gelegenheden worden gezongen. Dit is zeker dat goede gezangen een afglans zijn van de psalmen. Dan denk ik bijvoorbeeld aan het Lutherlied, ‘Een vaste burcht is onze God, aan een gezang als ‘Vaste Rots van mijn behoud’ en niet te vergeten het Wilhelmus, onze nationale psalm.
Wanneer wij thuis of bij andere gelegenheden gezangen zingen moeten wij ons afvragen of de heilig-heid van God, de verlorenheid van de mens, het kruis van Christus en de blijvende zondigheid van Gods kinderen erin naar voren komen. Dat is de kracht van de gezangen die zijn verzameld in de Gadsby’s Hymns. Britse en Amerikaanse christenen spreken hier van de ‘good old hymns’ en dat in tegenstelling tot allerlei eigentijdse liederen die vaak zijn gestempeld door een oppervlakkig opwek-kingschristendom; voor wie de Engelse term wil hebben een godsdienst van ‘revivalism’ en niet van ‘revival’.
Ik wil eerlijk bekennen dat het mij meer dan eens met zorg vervuld dat er in de gereformeerde gezindte bij allerlei gelegenheden liederen worden gezongen die bepaald geen afglans zijn van de psalmen en niet gelijk gesteld kunnen worden met de ‘good old hymns’. Via liederen met een onbij-belse of op zijn best gezegd eenzijdige inhoud worden dwalingen en afwijkingen de christelijke kerk binnengebracht. In meerdere kerken van de gereformeerde gezindte waar men zondags alleen psalmen zingt, worden buiten de eredienst liederen gezongen die gereformeerde christenen buiten Nederland die geen moeite hebben met gezangen in de eredienst, helemaal niet willen zingen van-wege hun onbijbelse, mensgerichte inhoud.
Kenmerkend voor de gereformeerde en Bijbelse religie is dat ernst wordt gemaakt met de heiligheid van God en met de verlorenheid van de mens en dat in dit licht het werk van de Heere Jezus Christus als Middelaar aan de orde wordt gesteld. In dit verband wijs ik ook op een opmerking van Calvijn over de melodieën die hij wenste te gebruiken voor de psalmen. Die moesten een afspiegeling zijn van de majesteit van God. Deze eis mogen we ook stellen aan vrije liederen. Dan vallen heel wat eigentijdse melodieën af. Het swingende karakter daarvan doet wel heel weinig recht aan de majesteit van God
Overal horen we muziek. In winkels, op postkantoren, op straat enz. Dan leegt dat niet te gaan om muziek waarin God wordt verheerlijkt. Welke muziek beluisteren wij graag? En vooral: wat zingen wij? Laten wij Gods lof toch bezingen en dan op een wijze die overeenstemt met Zijn heilig wezen. Wat is het een goede zaak als wij niet alleen in de kerk maar ook persoonlijk en in gezinsverband Gods lof bezingen en dan met name gebruik maken van de liederenbundel die Hij ons gaf. Vooral de avond van de dag des Heeren (dat is toch de mooiste naam voor de zondag) is daar uitnemend voor geschikt.
Wat een wonder als daarbij in het gezin dan iets van een voorsmaak van de eeuwige vreugde van het nieuwe Jeruzalem wordt ervaren. Daar zullen immers God en het Lam ongestoord en volkomen worden groot gemaakt. Van de zangers aan de glazen zee wordt betuigd: ‘En zij zongen het gezang van Mozes, den dienstknecht Gods, en het gezang des Lams, zeggende: Groot en wonderlijk zijn Uw werken, Heere, Gij almachtige God, rechtvaardig en waarachtig zijn Uw wegen, Gij Koning der heili-gen.’ (Openbaring 15 vers 3). Laat toch nu in ons leven blijken dat ook wij daar straks zullen meezingen.