
Ter gelegenheid van het zeventigjarig bestaan van de staat Israël kwam onder redactie van Darrell L. Bock en Mitch Glaser een bundel uit op de plaats van Israël als het Joodse volk in Gods bedoelingen. Bock is als senior research professor Nieuwe Testament aan Dalles Theological Seminary verbonden. Glaser is een Joodse gelovige en is de president van Choosen People Ministries. Het leek mij een goede gelegenheid om nu de staat Israël dit jaar 75 jaar bestaat aandacht te vragen voor deze bundel.
Israel, the Church, and the Middle East is geschreven voor voorgangers, christelijke leiders, theolo-gische studenten en geïnteresseerde kerkgangers die op zoek zijn naar Bijbelse toerusting en visie op de staat Israël en het conflict in het Midden-Oosten, dat ontstond rond de oprichting van de staat Israël. De bijdragen zijn van de hand van vertegenwoordigers uit een breed evangelisch spectrum.
Uiteraard komt dan de vraag naar de relatie tussen het Joodse volk en de christelijke kerk aan de orde. Als het gaat om de staat Israël kan men niet om de vraag heen welke plaats Arabieren daarin mogen hebben en welke consequenties dit heeft op onze kijk op het Joodse volk voor Arabieren die christen zijn.
Alle schrijvers wijzen de gedachte af dat het Joodse volk met de komst van Christus zijn bijzondere betekenis heeft verloren. Dat neemt niet weg dat men niet alleen de komst van Christus, maar ook het ontstaan van Zijn gemeente ziet als de vervulling van het Oude Testament. In de gemeente van Christus is plaats voor zowel Joden als heidenen, omdat zij beiden in één lichaam met God zijn verzoend door het bloed van Christus. Daarin gaan zij terecht een andere weg dan het klassieke dispensationalisme.
Meerdere schrijvers hebben een dispensationalistische achtergrond. In het klassieke dispensationa-lisme worden de kerk en het Joodse volk helemaal van elkaar los worden gemaakt en wordt de bedeling van de gemeente niet gerelateerd aan het Oude Testament. Deze visie wordt terecht nergens verwoord. Iemand als Bock typeert zichzelf als een progressief dispensationalist. Progressief slaat dan niet op liberaal, maar wil zeggen dat men ook in de gemeente de vervulling van het Oude Testament ziet. Er wacht dan nog wel een verdere vervulling. Dat is uiteraard juist.
De vraag is wat die verdere vervulling inhoudt. De meeste – zo niet alle – auteurs van Israel, the Church, and the Middle East verwachten dat Jezus voorafgaande aan het laatste oordeel duizend jaar lichamelijk te Jeruzalem zal regeren en dat dan pas het laatste oordeel komt. Ik weet dat mannen als Ryle en Spurgeon zo ook dachten, maar overal in het Nieuwe Testament is de wederkomst van Jezus verbonden met het laatste oordeel. Zou Jezus lichamelijk te Jeruzalem gaan regeren, dan kan van gelovigen niet meer worden gezegd dat zij met Christus in de hemel zijn gezet en dat zij een Voorspraak bij de Vader hebben. Eigenlijk is dan sprake van achteruitgang in plaats van vooruitgang.
Michael Rydelnik stelt met zoveel woorden dat wij ook mogen uitzien naar de bouw van een derde tempel. Ik kan begrijpen dat Joden daar naar uitzien. Echter, ik begrijp niet hoe een christen daarnaar kan verlangen. Nergens staat deze gedachte in het Nieuwe Testament. Wie deze zienswijze aanhangt, zal zich toch zeker moeten verbazen over het feit dat ook in de brief aan de Hebreeën en het boek Openbaring over een herbouw van de tempel wordt gezwegen. Als er ergens aanleiding was op dit thema in te gaan is het wel in deze nieuwtestamentische Bijbelboeken.
Echter, in de brief aan de Hebreeën die hoogstwaarschijnlijk is geschreven toen de Tweede Tempel er nog stond, wordt betuigd dat de tempeldienst verouderd is en nabij de verdwijning. Immers het ene offer is gebracht en levend in het laatste der dagen zien de volgelingen van Christus uit naars de wederkomst vanuit de hemel van Jezus als hogepriester. Dan breekt de eeuwige gelukzaligheid aan en niet een bedeling die nog niet de definitieve zal zijn.
Aanhangers van de zienswijze dat er een Derde Tempel komt, beargumenteren deze door op inge-nieuze wijze oudtestamentische en nieuwtestamentische gegevens te combineren. Het zou overigens betekenen dat er een tempel komt, waarvan Jezus komend uit de stam van Juda alleen de buitenste voorhof mag betreden.
Het Nieuwe Testament leert mij dat Jezus meer is dan de tempel en dat heel de tempel- en offerdienst in Hem tot vervulling is gekomen. Als wij bidden of de Heere Jezus weerkomt, vragen wij niet of Hij duizend jaar in Jeruzalem gaat regeren, maar of met Zijn wederkomst ook het nieuwe Jeruzalem uit de hemel mag neerdalen. Dat is een stad zonder tempel, omdat het Lam Zelf haar tempel is. Daarom bidt de christelijke kerk toch dagelijks: Maranatha.
De waarde van Israel, the Church, and the Middle East is, dat getoond wordt dat het Joodse volk een blijvende plaats heeft in Gods bedoelingen. God heeft, zoals Paulus zegt, Zijn volk niet verworpen. Daarom hebben niet alleen Joodse christenen een plaats in de gemeente van Jezus Christus, maar mogen we ook uitzien naar een massale bekering tot Christus onder het Joodse volk. In het ontstaan van de staat Israël zien we iets van Gods trouw ten aanzien van het Joodse volk.
In Israel, the Church, and the Middle East wordt gewaarschuwd om van Bijbelse profetieën en beloften een politiek programma te maken. Ik wijst erop dat wij deze voorzichtigheid ook bij het overgrote deel van de orthodoxe Joden vinden. De staat Israël wordt als het ontluikend begin van de verlossing gezien. Er is tweemaal een beperking. Het is een begin en dan nog maar een ontluikend begin.
Ik val de auteurs van Israel, the Church, and the Middle East bij als zij blijvende betekenis toekennen aan de landbelofte. Omdat de uiteindelijke vervulling van Gods beloften een zaak is van God Zelf bepleitten zij voorzichtigheid om hier al te concrete politieke invulling aan te geven. Men heeft ook oog voor de rechten van Arabieren en vooral wordt benadrukt dat het Evangelie de uiteindelijke remedie is om de spanning tussen Joden en Arabieren weg te nemen. Zonder iets af te doen van de landbelofte voor het Joodse volk zou ik er wel aandacht voor willen vragen dat de uiteindelijke vervulling van de landbelofte te vinden is in het nieuwe Jeruzalem. Dan zal er een nieuwe hemel en een nieuwe aarde zijn waarop vrede en gerechtigheid woont.
Het zal duidelijk zijn dat ik het nodig acht enkele kanttekeningen bij deze bundel te plaatsen. Wat mij aan de auteurs verbindt, is hun liefde voor het Joodse volk en hun wens om Joden voor Christus te winnen. Ontroerend vond ik die bijdragen die getuigen van het diepe verlangen dat Joden en Arabieren hun diepste identiteit vinden in de verzoening met God door Christus’ bloed. Het was voor mij een aansporing om voor Joodse en Arabische christenen te bidden. Als zij een voorbeeld geven van eenheid in Christus heeft dat allereerst geestelijke betekenis, maar ook maatschappelijk moet dat wel zegenrijk zijn.
Darrell L. Bock en Mitch Glaser (red.), Israel, the Church, and the Middle East: A Biblical Response to the Current Conflict (Grand Rapids: Kregel Publications, 2018), paperback 304 pp., $24,99 (ISBN 9780825445774)