Een pastorale herinnering

In mijn eerste gemeente Zwartebroek-Terschuur leerde ik meerdere kinderen van God kennen zowel binnen de gemeente als daarbuiten. Een van hen was dhr. H.A. Seisveld. Met hem kwam ik in contact via mijn gemeenteleden Maartje en Mina van der Meiden. Vele jaren heeft deze tweeling die maar door een enkeling van elkaar konden worden onderscheiden, in Nijenstede, een verzorgingstehuis in Amersfoort, gewerkt. Na de dood van zijn vrouw was dhr. Seisveld hier komen wonen. Toen ik hem leerde kennen was hij al ver in de tachtig. Zijn gezichtsvermogen was in de loop van de jaren heel sterk verminderd en hij had een grote loep nodig om de Bijbel te lezen.

Bij de wijkgemeente van Amersfoort waartoe Seisveld behoorde, had hij in de loop der jaren steeds minder aansluiting gekregen. Dat gold ook voor de gemeente waar zijn dochter kerkte. Een gemeente van een confessionele kleur in een dorp op de Veluwe. Zij haalde haar vader elke zondagmorgen op en bracht hem in de loop van de middag dan weer thuis. In de boodschap van de geestelijke verzorger die aan Nijenstede was verbonden, miste hij het geestelijke voedsel waarnaar hij zozeer verlangde. Kerk-telefoon was er in die tijd nog niet en van internet was toen ook nog geen sprake. Elke gemeente had toen wel een cassettedienst (later werden het cd’s). Maartje en Mina van der Meiden hadden gees-telijk aansluiting bij Seisveld en zij stelden hem voor cassettes vanuit Zwartebroek te brengen. Deze beluisterde hij voortaan zondagavond en ook doordeweeks. Hij gaf ze ook door aan andere bewoners in Nijenstede.

Op zijn manier was hij echt een evangelist. Zijn buurman in Nijenstede behoorde tot de Gereformeerd Kerk Vrijgemaakt. Seisveld wees hem erop dat hij afgaande op wat zijn buurman zei niet kon horen dat hij door de Zoon van God Zelf was vrijgemaakt van de vloek van de wet. Het leed voor Seisveld geen twijfel dat wij door God Zelf vrijgesproken moeten zijn op grond van de gerechtigheid van Christus om eenmaal het nieuwe Jeruzalem te mogen binnengaan. Het grote wonder was voor hem dat deze Christus in Wie vrijspraak is te vinden ook aan de meest onwaardige zondaar wordt aangeboden en dat deze onmiddellijk tot Hem mag vluchten.

De inhoud van de preken trof Seisveld. Hij werd er geestelijk door verfrist en vroeg Maartje en Mina van der Meiden of het mogelijk zou zijn mij een keer te ontmoeten. Zij kwamen met deze vraag naar mij toe en uiteraard heb ik hun verzoek ingewilligd. Op een doordeweekse avond kwam  Seisveld samen met Maartje en Mina naar de pastorie in Zwartebroek. Aan het begin van de avond hadden zij hem in Nijenstede opgehaald.

De eerste ontmoeting met Seisveld zal ik, zolang ik mijn verstandelijke vermogens mag behouden, nooit vergeten. Terwijl ik in de gang zijn jas aanpakte zei Seisveld: ‘Nu mag ik deze avond een bezoek brengen aan de ambassadeur van de Koning der koningen.’ Tweemaal bezocht ik hem in Nijenstede en daarbij werd ik verwelkomd als de ambassadeur van onze goede God. Zo had Seisveld God leren kennen. Hij eerde Zijn Zoon als het enige Hoofd en de enige Koning van de kerk. De Bijbel las hij als Diens liefdesbrief. Hij was zijn zwemwater, zo zei hij. ‘Zoals een ander in het zwembad duikt om lichamelijk verfrist te worden, zo lees ik de Bijbel om geestelijk te worden verfrist’, zo vertrouwde hij mij toe. De Bijbel lag toen ik hem bezocht opengeslagen op een tafeltje naast zijn stoel met een grote loep ernaast.

Seisveld was van huis uit rooms-katholiek. Hij was geboren en opgegroeid in Tubbergen in de Achter-hoek. Echter, reeds als kind had hij vragen bij wat de geestelijken hem vertelden Na een opleiding tot banketbakker vond hij werk bij een rooms-katholieke baas in Laren in het Gooi. In het Gooi bezocht hij voor het eerst hervormde kerkdiensten. Hij kreeg verkering met een meisje dat afkomstig was uit Baarn en bij ds. I. Kievit, een bekend hervormd-gereformeerd predikant wiens geschriften nog altijd worden gelezen, belijdenis had gedaan. Van harte werd Seisveld hervormd. Het was hem een heel groot wonder dat God hem uit de rooms-katholieke kerk had gehaald en hem aan de voet van Golgotha’s kruis had gebracht. Daarvan zei hij: ‘Daar kan ik Hem niet lang genoeg voor danken. Daar zal de eeuwigheid voor nodig zijn.’

Een groot wonder was het voor Seisveld dat hij na belijdenis van het geloof te hebben afgelegd tot de dis van het verbond mocht toetreden. Dat was in een dienst waarin ds. J.H.F. Remme, een Amster-damse predikant die behoorde bij de Gereformeerde Bond, voorging. Toen ds. Remme de tafel, die in principe de laatste tafel zou zijn bediende, durfde hij niet aan te gaan. Hij voelde zich zo onwaardig en werd zwaar bestreden. Groot was zijn verwondering toen ds. Remme zei dat hij zich gedrongen voelde, ondanks het feit dat de laatste avondmaalstafel niet helemaal vol was gekomen, nogmaals een nodiging te doen. Als enige avondmaalganger mocht Seisveld toen aangaan.

Jarenlang was Seisveld ouderling geweest in, naar ik van hem begreep, een gemeente met een rechts-confessionele kleur waar hij na zijn trouwen was gaan wonen. Als ik het mij goed herinner was het Kortenhoef. Dr. J.G. Woelderink, die zich binnen hervormd-gereformeerd kring tot een tegenpool van ds. I. Kievit zou ontwikkelen, bevestigde zijn huwelijk. Dr. Woelderink diende van 1912-1917 de Hervormde Gemeente van Mijdrecht. Waarschijnlijk heeft hij als consulent de huwelijksdienst geleid. Van zijn overgang naar de kerk van de Reformatie heeft Seisveld nooit enige spijt gehad, maar in pro-testantse mensen is hij meer dan eens teleurgesteld. Zijn trouwtekst was hem tot grote steun en troost: ‘Vertrouwt niet op prinsen, op des mensenkind, bij hetwelk geen heil is.’ (Ps. 146:3). De HEERE stelde hem nooit teleur. Hem leerde Hij kennen in Zijn waarachtigheid en betrouwbaarheid.

Seisveld zei dat hij de hele Bijbel kon samenvatten in vijf woorden die hem dierbaar waren, namelijk “Ik ben”, “Gij zult” en “Kom”. ‘Dat “Kom”, zo zei hij, ‘begint al in Genesis 3, als Hij Adam roept. En zo is het de hele Bijbel door, tot de Openbaring toe: Kom, kom, kom. En dan mogen we komen zoals we zijn. De liefdevolle Vader zag de zoon al van verre aankomen en hij kuste hem met al z’n vodden nog aan. Zo mogen we komen met al ons hebben en houwen. Dan is Hij het Die verlossing zendt.’ Een jaar of wat na ons vertrek uit Zwartebroek is Seisveld overleden. De wijze waarop is veelzeggend.

Voordat zij vrijdag naar huis gingen, waren Maartje en Mina van der Meiden nog even bij hem langs geweest. Met tranen in zijn ogen had hij gezegd dat de strijd tegen de zonden en de duivel hem zo zwaar viel. Toen zij de maandag daarop weer op hun werk kwamen, bleek dat Seisveld aan het begin van de zondagavond was overleden. Een zuster had nog een cassettebandje met een preek van ds. L. Schaafsma in zijn cassetterecorder gedaan. Doordat hij zo slecht zag, moesten anderen dit voor hem doen. Toen zij een half uur later in zijn kamer kwam, zat hij dood in zijn stoel, terwijl de preek nog aan-stond. Luisterend naar de stem van een gezant van de Koning der koningen was hij in de vreugde van zijn Heere ingegaan.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s