Izaäk Boot (1930-2000). Prediker van het koninkrijk der hemelen (2)

De prediking van dr. I. Boot

Terecht zegt zijn biograaf Cees Hoogendoorn dat de blijvende betekenis van Boot vooral in zijn predi-king ligt. Daarnaast moet ook zijn catechetische arbeid worden genoemd. Dan denk ik aan onderwijs dat hij aan volwassenen op Bijbelkringen gaf. Hij deelde in het onderwijs dat hij gaf zijn grote kennis in voor de aanwezigen toegankelijke vorm uit. Dat ik over de blijvende betekenis van zijn prediking schrijf, staat niet los van het feit dat Cees Hoogendoorn een website met preken van Boot samen-stelde met zo’n 550 preken (www.hetkoninkrijkderhemelen.nl).

De preken zijn gerangschikt onder de rubrieken Oude Testament, Nieuwe Testament, Heidelbergse Catechismus en Nederlandse Geloofsbelijdenis. Wie op Oude of Nieuwe Testament klikt, ziet vervol-gens dat de preken per Bijbelboek zijn geordend. Ik hoop dat van deze site veel gebruikt wordt gemaakt. Ik kan het met name studenten in de theologie en jonge predikanten aanbevelen, maar bepaald hen niet alleen. Wie Boot heeft gekend, zal bij het beluisteren van de preken een gevoel van herkenning hebben. Zij die hem niet hebben gekend, kunnen van hem leren hoe uitleg en toepassing samenkomen in het aanprijzen van Christus als volkomen Zaligmaker. Dat is het voedsel dat iedereen – predikant of gemeentelid – ook zelf nodig heeft.

Boot bereidde zijn preken zeer grondig voor. Dat was te merken. Hij wist zich van harte verbonden met de gereformeerde belijdenis en wenste niet alleen Schriftuurlijk maar ook bevindelijk en onder-scheidenlijk te preken. De inhoud was echter niet voorspelbaar. Zijn preken bevatten telkens weer verrassende elementen. Zij spraken zowel een fabrieksarbeider als een academicus aan. Kenmerkend was ook zijn brede tekstkeuze. Het verklaart dat ook mensen die inhoudelijk zijn preken minder kon-den bijvallen, hem toch konden waarderen. Hij was een Schriftgeleerde onderwezen in het koninkrijk der hemelen die uit de schat van het Woord nieuwe en oude dingen voortbracht.

In de prediking van Boot kwamen de Vroege Kerk, de Middeleeuwen (ik denk niet in de laatste plaats aan Bernard van Clairveaux), de Reformatie en de Nadere Reformatie samen. De verbondenheid met de Vroege Kerk en met een man als Bernard van Clairveaux vinden we trouwens ook bij de Reformatie en. als het gaat om Bernard, haast nog meer bij de Nadere Reformatie. Deze zaken zijn Boot reeds op de middelbare school opgevallen. Evenals dat geldt voor hun aandacht voor de brontalen, waarvan Hellenbroek wel een heel sprekend voorbeeld is, is Boot in dit opzicht in hun spoor gegaan.

Een bijzondere vermelding blijft wel de aandacht van Boot voor de Oosterse Orthodoxie waard. Reeds in zijn studententijd bezocht hij Rusland. Dat was niet bepaald algemeen gebruikelijk. Het was nog volop in de tijd van de Koude Oorlog. Diepe indruk maakte op hem een dienst in een Russisch-Orthodoxe kerk waarin de preek ging over de storm op het meer. Duidelijk was dat de priester zinspeelde op de moeilijke omstandigheden waarin de kerk in Rusland verkeerde. Meer dan dertig jaar later preekt Boot na de val van het communisme zelf oever deze geschiedenis. De val van het commu-nisme is een bewijs dat Christus ook nu nog stormen tot bedaren brengt.

Als het gaat om zijn preekstijl noem ik zijn aansprekende voorbeelden en ook het gebruik van fictieve dialogen. Het waren allemaal middelen die Boot inzette om zijn hoorders te bereiken. Fictieve dia-logen kom je ook in de preken van meerdere puriteinen tegen. Ongetwijfeld is dit Boot opgevallen en begreep hij de kracht van dit genre.

De lezing die Boot in 1976 hield voor de predikantenvergadering van de Gereformeerde Bond, is niet alleen een bewijs van zijn brede kennis, maar maakt ook duidelijk wat hemzelf in zijn prediking bewoog. Aanleiding voor zijn referaat was het proefschrift van de christelijke gereformeerde predi-kant dr. T. Brienen die in 1974 was gepromoveerd op een proefschrift met de titel De prediking van de Nadere Reformatie.

De ondertitel ‘Een onderzoek naar het gebruik van de classificatiemethode binnen de prediking van de Nadere Reformatie’ maakte de insteek van Brienen duidelijk. Boot gaf aan dat hij de aanduiding ‘classificatiemethode’ minder juist vond. Ze deed naar zijn overtuiging geen recht aan de intentie van de oude schrijvers. Hij vond de uitdrukking ‘kenmerkenprediking’ beter. Die gaf aan dat het de bedoe-ling was de hoorders verder te helpen. De kenmerken waren voor de oude schrijvers, zo stelt Boot heel terecht, katalysator, aandrijver en lokmiddel.

Voor een gedifferentieerde benadering van de hoorders zijn, zo zegt Boot in zijn referaat tal van Bijbelse argumenten aan te voeren. Hij waarschuwt er dan wel voor dat differentiatie van de hoorders er niet toe mag leiden dat men door de bomen het bos niet meer ziet. De klemmende oproep tot geloof en bekering mag niet verdwijnen of naar de achtergrond worden gedrongen. De prediking mag een descriptief element bevatten, maar moet ook appellerend en opdrachtgevend en niet wensend zijn.

In onderscheid van Brienen wil Boot vasthouden aan de prediking als uitleg én toepassing van het Woord van God. De synthese zoekt hij in de persoon van Christus Die door de Heilige Geest wordt toegepast aan het hart. Aandacht voor de persoonlijke zaligheid en de noodzaak van een levend geloof en waarachtige bekering was bij Boot verbonden met de wetenschap dat heel de schepping wordt vernieuwd. Vandaar ook zijn aandacht voor het welzijn voor dieren. Deze breedte, verbonden met de diepte was de kracht van Boot. Daarin heeft hij blijvende betekenis. Mijn bede is dat ook een nieuwe generatie predikers niet alleen van de breedte, maar ook van de diepte weet en zo hun hoorders tot Christus wenst te leiden en geestelijk onderwijs geeft.

Het gevaar dat de diepte ontbreekt en de werkelijkheid van persoonlijk geloof meer vooronderstelt wordt dan concreet uitgewerkt, bedreigt niet alleen de gereformeerde richting in de PKN, maar ook de Hersteld Hervormde Kerk. Een niet Schriftuurlijk genormeerde en oeverloze bevindelijkheid jaagt zo’n ontwikkeling alleen maar aan. Nodig is dat wij persoonlijk leren worstelen met de vraag hoe wij vrede vinden met God en alle dingen schade leren achten om de uitnemendheid van de kennis van Christus. Gezegend is een gemeente die een predikant mag hebben die niets wenst te weten dan Jezus Christus en Dien gekruisigd.

Christus Zelf houdt door Zijn Woord en Geest Zijn kerk in stand. Predikers en hoorders hebben beiden de ontdekkende, vernieuwende en vertroostende werking van Gods Geest nodig om Christus te leren kennen en aan Hem gelijkvormig te zijn. In de lijn van Boot sluit ik af met woorden uit het Hooglied die ons daarop wijzen: ‘Ontwaak, noordenwind! en kom, Gij zuidenwind! doorwaai mijn hof, dat zijn specerijen uitvloeien. O, dat mijn Liefste tot Zijn hof kwame, en ate zijn edele vruchten.’ (Hoogl. 4:16).

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s