De canon, het verbond en de christologie

Matthew Barret, die als universitair hoofddocent christelijke theologie aan Midwestern Baptist Theological Seminary in Kansas City is verbonden, onderzocht de houding van de Heere Jezus ten opzichte van de Schrift in de context van de canon en Gods verbondsmatige handelen. Hij betoogt dat Gehoorzaamheid aan en geloof in de Heere Jezus Christus kan niet worden losgemaakt van gehoorzaamheid aan de Schrift. Wie dat wel doet, gaat niet in het spoor van de Heere Jezus Zelf. Het Evangelie van de Heere Jezus Christus bevestigt dat de Schrift in haar geheel en al haar delen de stem van God is.

Barrett laat zien dat de Heere Jezus Zichzelf als de vervulling van de Schrift presenteert. In Hem bereikt Gods verbondsgeschiedenis met Israël zijn climax. De wijze waarop de Heere Jezus het oud-testamentische geschriften uitlegt, is alleen gerechtvaardigd als deze een innerlijke eenheid zijn met God als uiteindelijke Auteur. Uitgangspunt is dat dezelfde God Die tot ons spreekt door de Schrift, de geschiedenis van Israël tot voltooiing brengt met de komst van de Heere Jezus Christus en dat het Oude Testament daar ook metterdaad op is aangelegd.

Aan hen die de Schrift als Gods onfeilbaar Woord zien is vaak het verwijt gedaan dat hun Schriftleer rationalistisch en te weinig christologisch is. Ik wijs erop dat Barrett hier het woord ‘inerrant’ gebruikt. In de Angelsaksische context is er een verschil tussen ‘inerrant’ en ‘infallible’. Een dergelijk onder-scheid deed zich in de Europese context nooit voor en daarom kan ‘inerrant’ het beste met ‘onfeilbaar’ worden vertaald. Waar het om gaat is dat wij de reikwijdte van het gezag van de Schrift niet mogen beperken tot haar heilsboodschap. De heilsboodschap is ingebed in historische en geografische gegevens. We mogen dus niet stellen dat de concrete historie en de concrete plaatsen er niet toe doen. Wat dat wel stelt, blijkt ook aan de heilsboodschap niet volledig recht te kunnen doen.

Theologen die zich oriënteren op Karl Barth plegen te beweren dat de gedachte dat de onfeilbaarheid van de Schrift ook de betrouwbaarheid van de historische gegevens betreft, een typisch moderne gedachte is die pas opkwam in de Verlichting. Barrett brengt naar voren dat deze gedachte, die vaak zeer agressief wordt uitgedragen, volstrekt onterecht is. Zij is heel gemakkelijk te ontzenuwen vanuit de eeuwen kerkgeschiedenis daarvoor. Wat in de Verlichting opkwam is een neutrale benadering van de Schrift als een bundel geschriften van het oude Israël en het vroegste christendom. Vragen over de historische betrouwbaarheid van de Schrift kwamen juist met de Verlichting op binnen de kerk en niet zoals in de Vroege Kerk daarbuiten.

Ook zij die vasthielden aan de historische betrouwbaarheid van de Schrift, hebben zich meer dan eens te weinig gedistantieerd van deze neutrale methodologie. Barrett brengt naar voren dat we juist van meet af aan moeten luisteren naar de Schrift als de stem van God. De persoon van de Heere Jezus en de informatie die God ons op tal van terreinen geeft, kunnen wel onderscheiden maar niet gescheiden worden. Wie de Bijbel niet zonder reserve als het Woord van God erkent, heeft geen reden het portret dat de Bijbel tekent van de persoon van de Heere Jezus en het Evangelie dat Hij brengt, zonder kanttekeningen te aanvaarden.

In een analyse van de vier evangeliën laat Barrett dat de Heere Jezus Zich ervan bewust was dat Hij de eeuwige Zoon van God was. Dat geldt niet minder voor de eerste drie evangeliën dan voor he vierde, al is de wijze waarop de godheid van de Heere Jezus wordt gepresenteerd in het vierde evangelie anders dan in de eerste drie. Onjuist is de gedachte dat de christologie van de eerste drie evangeliën minder hoog zou zijn dan van het vierde. Omdat de Heere Jezus Zich Gods eeuwige Zoon wist, bracht Hij naar voren dat Zijn Woorden rechtstreeks van goddelijke oorsprong waren en daarom goddelijk gezag hadden.

De centrale boodschap die Barrett in zijn studie meegeeft, is dat wie een wig drijft tussen Christus als het Woord en de Schrift als het onfeilbare en door Gods Geest geïnspireerde Woord geen recht doet aan het trinitarische karakter van de openbaring. Wie zo denkt en spreekt, zal zich nooit volledig kunnen vinden in de wijze waarop de Heere Jezus Zelf ten opzichte van de Schrift. Tussen het buigen voor de Bijbel als Gods onfeilbaar Woord en liefde tot de persoon en het onderwijs van de Heere Jezus Christus is geen spanning en bestaat al helemaal geen tegenstelling.

Wie gelooft dat de Heere Jezus echt is zoals Hij in de evangeliën wordt getekend, kan en wil niet anders dan in gehoorzaamheid aan Hem luisteren naar de Bijbel als het onfeilbare Woord van God. Ik heb de studie van Barrett met belangstelling en instemming gelezen. Ik beveel hem vooral aan studenten in de theologie aan die vaak in theologische opleiding geconfronteerd worden met ideeën die Barrett terecht bestrijdt en ontzenuwt.

Matthew Barrett, Canon, Covenant and Christology: Rethinking Jesus and the Scriptures of Israel, NSBT 51 (Apollos/IVP Academic: Londen/Downers Grove, 2020), paperback 384 pp., £16,99 (ISBN 9781783595440)

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s