Het wordt avond, de dag loop ten einde

Wie is Robert Sarah?

In februari dit jaar konden we in de media lezen dat kardinaal Robert Sarah (1945-heden) was teruggetreden als prefect van de Congregatie van de goddelijke eredienst. Duidelijk is dat de huidige paus Franciscus deze conservatieve kardinaal op een zijspoor wilde hebben. Wie is deze Sarah en wat is zijn achtergrond? Hij is afkomstig uit Guinee. Toen hij nog een kind was, brachten Franse missiona-rissen voor het eerst de boodschap van het christelijke geloof in zijn dorp. Zo kwam hij in contact met het christelijk geloof. Hij werd niet alleen gedoopt maar wist zich ook tot priester geroepen.

Joseph Ratzinger die als paus de naam Benedictus XVI aannam, maakte hem in 2010 kardinaal. Hij is wel getypeerd als diens beste leerling. Evenals deze emerituspaus wilde hij ruimte geven aan het houden van missen volgens de Tridentijnse ritus. Dat wil zeggen op de wijze waarop de mis werd gevierd vóór Vaticanum II. Dat zal een belangrijke reden zijn dat hij op een zijspoor is gezet

Sarah staat voluit achter de traditioneel rooms-katholieke leer. De Schrift, de kerkelijke traditie en het leergezag van de paus zijn voor hem onlos-makelijk met elkaar verbonden en uiteraard belijdt hij zonder reserve de transsubstantiatie. Als de priester bij de eucharistie de instellingswoorden van de Heere Jezus uitspreekt, veranderen dan volgens deze opvatting brood en wijn in het lichaam en bloed van Christus. Dat betekent ook dat voor hem, zoals dat voor elke rooms-katholiek geldt niet de prediking maar de eucharistie het meest elementaire deel en hoogtepunt van de liturgie is. Sarah biedt hevig verzet tegen ook maar de kleinste kanttekening bij het verplichte celibaat voor geestelijken.

Duidelijk is dat de seksuele schanddalen die de rooms-katholieke kerk hebben getroffen, hem diep hebben geraakt. Wanneer hij de oorzaak louter in de seksuele revolutie van de jaren zestig zoekt, lijkt mij dat erg kort door de bocht. Ik wil niet zeggen dat het celibaat hiervan de enige oorzaak is, maar het leidt voor mij geen enkele twijfel dat dit toch mede een oorzaak is. Het celibaat is een voorbeeld waarbij Rome iets toevoegt aan het duidelijke onderwijs van de Bijbel. En dat breekt altijd op de een of andere manier op. Ik denk ook aan de gezagsstructuur van Rome. Als gezag het gevaar in zich bergt tot misbruik te leiden, geldt dat zeker voor gezag dat in principe onbegrensd is, zoals dat van de paus.

*

Een kardinaal van wie toch wat te leren valt

Op alle punten waar in de zestiende eeuw de wegen van Rome en de Reformatie uit elkaar gingen, staat Sarah voluit aan de kant van Rome. Wie denkt dat de kloof tussen Rome en de Reformatie kleiner is geworden merkt als hij kennis neemt van de inzichten van deze kardinaal dat dit geenszins het geval is. Toch meen ik dat wij op een aantal punten van deze vertegenwoordiger van de klassiek rooms-katholiek leer kunnen leren.

Ik denk aan deze wijze waarop hij ontwikkelingen in onze cultuur beziet. En hoe hij opkomt voor de goddelijke geboden, waarvan Rome niet minder dan de Reformatie de goddelijke oorsprong en het goddelijke gezag erkent. Dit alles komt naar voren in het boek dat de Franse journalist Nicolas Ditat Het wordt avond, de dag loop ten einde in samenspraak met kardinaal Sarah schreef. Eerder ver-schenen trouwens al de boeken God of niets en De kracht van de stilte (beiden zijn ook in het Neder-lands vertaald) volgens dezelfde formule.

Telkens weer wijst Sarah op het grote belang van gebed en het zoeken van omgang met God om de kracht van de tijdgeest te weerstaan. Hij signaleert het grote gevaar dat televisie, internet en andere communicatietechnieken beslag leggen op tijd die wij voor God behoren te bestemmen. Hij keert zich ook tegen de verwereldlijking van het Evangelie, waarbij de boodschap van de kerk louter over sociaal–politieke kwesties lijkt te gaan. Sarah protesteert tegen de zienswijze die de profane wereld afsluit van de werkelijkheid van God. Als hij meent dat deze zienswijze tot het protestantisme is terug te voeren, is het wel belangrijk zich te realiseren dat dit wel voor het liberale protestantisme geldt, dat gestempeld is door de filosofie van Kant, maar bepaald niet voor het klassieke protestantisme.

Zoals ik al aangaf houdt Sarah zich zonder reserve aan het feit dat het gezag van Gods Woord onlos-makelijk is verbonden met het leergezag van de kerk. Die zienswijze acht het protestantisme terecht strijdig met de vrijheid van een christen. Een christen is uiteindelijk alleen gebonden aan het Woord van God en daarmee ook innerlijk vrij. Als deze kardinaal zich echter distantieert van de zienswijze dat de Schrift alleen een verzameling is van oude documenten die weliswaar enthousiasme kunnen oproepen, maar in zichzelf geen goddelijk gezag bezitten, moet elke rechtgeaarde protestant dit ten volle bijvallen.

Terecht stelt Sarah dat echte menselijke vrijheid een vrijheid met beperkingen is. De mens is gescha-pen om te leven naar Gods wil. Meer dan de Reformatie verwijst Rome dan naar de natuur. Echter, ook een protestant weet dat Gods geboden een kleed zijn dat bij de werkelijkheid past en dat zij niet straffeloos genegeerd of overtreden kunnen worden.

Sarah wijst op grote gevaar dat men geen kennis heeft van het verleden. Europa leidt als werelddeel aan een collectief geheugenverlies. Het gevolg is individualisering, omdat men de betekenis van historisch gegroeide verbanden niet kent. In dit verband staat Sarah kritisch ten opzichte van het streven om individuele staten en volken ondergeschikt te maken aan een verenigd Europa.

Soms is vanuit protestantse hoek het streven naar een verenigd Europa juist met Rome verbonden, maar deze kardinaal laat een ander geluid horen. Juist omdat vanuit een verenigd Europa een visie op seksualiteit wordt gepropageerd die haaks staat op de klassiek christelijke leer. Inmiddels hebben we wel heel sprekende voorbeelden hoe individuele staten die daar anders over denken, de wacht wordt aangezegd.

De christelijke wortels van ons werelddeel worden door de Europese Unie zeer nadrukkelijk gene-geerd. Europa, zo stelt Sarah, komt steeds meer in de greep van een liberaal fundamentalisme waarin verkondigd wordt dat alle grenzen en geboden een zaak zijn van het verleden. De rijke erfenis van het verleden wordt niet meer doorgegeven aan een nieuwe generatie. Onverschilligheid ten opzichte van God leidt ook tot zelfverheerlijking van de mens. Het najagen van geld en politieke macht krijgen de absolute prioriteit en niet de werkelijkheid van God achter en boven deze werkelijkheid.

*

De wil van God voor de mens, het gezin en het huwelijk

Sarah roept de kerk ertoe op om de wil van God met betrekking tot de mens, het gezin en het huwelijk op ondubbelzinnig wijze duidelijk te maken. Het doet hem verdriet dat tal van geestelijken binnen de rooms-katholieke, onder wie ook tal van bisschoppen het daarin laten afweten. Nu in het protestan-tisme is de nood niet minder groot.

Het is de taak van de kerk, zo brengt Sarah naar voren, om te waarschuwen tegen de dwaasheden van het transhumanisme en de genderideologie. We zien hier dat de gedachte dat een overheid neutraal kan zijn onwaar is. Verdrietig is dat de overheid bevordert wat zij behoort te bestrijden, terwijl de aanwezigheid van God in het publieke domein steeds minder wordt toegelaten. Het beleid van Euro-pese overheden lijkt erop gericht te zijn verwarring te zaaien over seksuele identiteit en gedrag. Verblijdend acht Sarah dat een aantal Europese staten zich hiervan distantiëren.

Sarah hekelt ook het nieuwe kolonialisme van Europa dat zich niet in de laatste plaats richt op Afrika, het werelddeel waarin hij geboren werd en opgroeide. Hulp wordt afhankelijk gemaakt van de bereidheid de genderideologie te accepteren. Het is een kolonialisme dat kwalijker is dan het vroegere kolonialisme. Met alle bezwaren die daaraan kleefden, bracht het ook het christendom naar Afrika. Tegen de constructieve kolonisatie staat een puur destructieve postmoderne kolonisatie.

In navolging van wat Benedictus XVI in 2088 in een toespraak in Washington tot ruim vierhonderd Amerikaanse bisschoppen zei, spreekt Sarah over de dictatuur van het relativisme. Evenals de emeritus-paus ziet hij hierin een relatie de droom van het communisme en de dwaasheid van het nazisme. Wat deze ideologieën met elkaar verbindt is dat het eigen perspectief aan de hele samenleving wordt opgedrongen. Sarah brengt naar voren dat de democratie als staatsvorm ingebed moet zijn in een ordening die goed en rechtmatig is. Dat wordt niet door een meerderheid bepaald, maar is van bovennatuurlijke oorsprong. Het geluid dat Sarah hier laat horen komt overeen met dat van de grote Nederlandse protestantse staatsman uit de negentiende eeuw Groen van Prinsterer.

*

De erfenis van Vaticanum II

Als vertegenwoordiger van Rome kan Sarah niets anders doen dan positief spreken over Vaticanum II. Evenals Benedictus XVI stelt hij dit concilie terecht een einde maakte aan een stuk barokke pracht en praal. Hij waardeert ook de grotere openheid naar andere christenen maar hekelt wat hij noemt de pseudoliefde naar niet-christelijke godsdiensten. Ik deel daarin zijn visie volledig, maar meen wel dat Vaticanum II zelf tal van aanknopingspunten geeft haar documenten zo te lezen. In principe wordt ieder mens als een potentiële christen gezien en verdwijnt de realiteit van de rampzaligheid helemaal naar de achtergrond.

De Amerikaanse theoloog R.C. Sproul zag in de documenten van Vaticanum II een voorbeeld van welbewuste dubbelzinnigheid. Zeker is dat Vaticanum II niet alleen een einde maakte aan een stuk pracht en praal, de mis in de volkstaal invoerde en ruimte gaf voor Schriftstudie door niet-geestelijken maar ook ertoe bijdroeg dat het eeuwigheidsbesef, dat tot dusver grote delen van de rooms-katholieke kerk had gestempeld, grotendeels verdween.

Volgens Rome spreekt de Heilige Geest spreekt in en door conciliebesluiten. Daarom is daarop ook geen kritiek mogelijk. Wel kan men over de interpretatie ervan verschillen. Sarah is dan ook niet in de positie op kritiek te uiten op de documenten van Vaticanum II, maar meer dan hij waar wil hebben heeft Vaticanum II bijgedragen aan ontwikkelingen die hij terecht bekritiseerd. Voor mij is het altijd onbegrijpelijk geweest dat vele protestanten alleen maar de lichtzijden van Vaticanum II hebben aangewezen. Ongetwijfeld staat dit niet los van het feit dat in eigen theologie en geloofsbeleving de eeuwigheid zo weinig een plek krijgt, terwijl juist dit besef ook het aanknopingspunt is voor de bevrijdende boodschap van het Evangelie die door de Reformatie zo kennelijk herontdekt en verwoord is.

Sarah eindigt zijn boek met erop te wijzen dat hij geen programma heeft. De titel van zijn boek Het wordt avond, de dag loop ten einde is ontleend aan het gesprek van Jezus met de Emmaüsgangers. Uiteindelijk gaat het om de levende Christus. Sarah wijst dan niet allereerst op de Schrift, maar op de levende Traditie. Daarbij is het woord ‘Traditie’ welbewust met een hoofdletter geschreven. Als het gaat om het uiteindelijke medicijn gaan de wegen uiteen. Immers de traditie heeft geen zelfstandige betekenis ten opzichte van Christus, Die tot ons spreekt door Zijn Woord.

Robert Sarah en Nicolas Diat, Het wordt avond, de dag loop ten einde, vertaling Robert Valk(’s Hertogenbosch: Bethsaïda, 2019), paperback 433 pp., €18,50 (ISBN 9789491991820)

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s