
Inleiding
Na zijn vertrek bij het Hersteld Hervormd Seminarie werd dr. P. de Vries lector bij de stichting ‘Godvrucht en wetenschap’. Met haar naam geeft deze stichting aan dat wetenschap, en zeker theo-logische wetenschap, nooit neutraal is. Echte theologie heeft de Bijbel, als de stem van de levende God, als bron en norm. Zij wil over Gods gedachten, geopenbaard in Zijn Woord, nadenken en doet dat in de overtuiging dat daarvoor een verstand nodig is dat zich onderwerpt aan het Woord van God en laat verlichten door de Heilige Geest.
Om dit doel te verwezenlijken worden cursussen aangeboden. Theologische toerusting wordt niet als doel in zich gezien. De stichting is ervan overtuigd dat zij gericht moet zijn op de opbouw van Gods kerk. Daar behoort ook bij dat men in staat is het christelijke geloof in een niet-christelijke omgeving te verantwoorden.
De meeste cursussen zijn van academisch-hbo niveau, al kunnen zij die een brede belangstelling hebben en breed belezen zijn, de cursussen ook met vrucht volgen. De cursus ‘Close reading van Ezechiël’ gaat ervan uit dat de cursist een basiskennis heeft van het Bijbelse Hebreeuws en de cursus ‘Hermeneutiek en Exegese. De praktijk van de Schriftuitleg’ naast basiskennis van het Bijbelse Hebreeuws ook van het nieuwtestamentische Grieks.
Per seizoen is minimaal één cursus gericht op elke geïnteresseerde kerkganger. Dit seizoen gaat het om de eerste serie van de cursus ‘Actuele thema’s uit de geloofsleer’. Volgend seizoen is er de tweede serie. Deze cursus wordt op een viertal avonden gegeven in het Hoornbeeck College, Noordelijk Halfrond 10, 2801 DE Gouda. De data zijn: Vrijdagavond 8 april, 22 april, 13 en 27 mei. De avonden beginnen om 19.45 uur en eindigen om 22.00 uur, er is een pauze van 20.45 tot 21.00 uur. Het cursusgeld bedraagt €100,–.
Aan degenen die zich opgeven voor de cursus wordt voorafgaande aan de cursus een cursuswijzer toegezonden. Wie belangstelling heeft, kan mailen naar dspdevries@solcon.nl.
*
Het gezag van de Schrift
De eerste lezing is gewijd aan het gezag van de Schrift. Wat onderscheidt de Bijbel van alle andere boeken? Waarom heeft zij gezag en wat is de aard en de reikwijdte van het gezag van de Schrift? Uitgaande van het zelfgetuigenis van de Schrift wordt belicht dat achter de vele menselijke auteurs de ene goddelijke Auteur staat. De Bijbel is de stem van de levende God.
Haar gezag en betekenis mag niet worden opgesloten in de oorspronkelijk eerste context waarin de woorden van de Schrift klonken. Omdat de Schrift de stem is van de levende God moeten we haar lezen in het besef dat God daarin tot ons spreekt. Daarom kan zij ook de uiteindelijke norm en bron van ons geloof en van onze levenspraktijk zijn. Onze eigen context moet onder de koepel met het Schriftgetuigenis worden geplaatst en niet omgekeerd.
Wat Rome en de Reformatie scheidde was niet de overtuiging dat de Schrift het onfeilbare en geïnspireerde Woord van God is. Daarin dachten Rome en de Reformatie gelijk. Voor Rome is naast de Schrift de kerkelijke traditie, waarvan de paus de hoeder is, norm en bron van het geloof. De Refor-matie wil de Schrift lezen met de kerk van alle eeuwen en met inzichten uit de kerkgeschiedenis winst doen, maar de traditie kan nooit mede de bron en norm van ons geloof zijn. Tradities – hoe oud ook en hoe wijd verbreid – moeten aan de Schrift worden getoetst.
Tot aan de Verlichting werd door de gehele christelijke kerk de Bijbel als de stem van God erkend en tot op heden zijn er nog altijd belangrijke delen van de christelijke kerk die hieraan vasthouden. Er is ook geen enkele reden hier van het getuigenis van de kerk der eeuwen af te wijken. De uiteindelijke en diepste reden dat wij van het goddelijke gezag van de Schrift overtuigd zijn, is het innerlijke getuigenis van de Heilige Geest. Dat gaat aan alle bewijsvoering vooraf en boven alle bewijsvoering uit.
De Schriftleer en de Godsleer hebben alles met elkaar te maken. God openbaart werkelijk Zijn gedachten en Zijn wil in de Schrift. We mogen de Schrift niet lezen als een reeks getuigenissen waarin mensen vertellen hoe zij God zien, maar getuigenissen van mensen die God in Zijn dienst nam om Zichzelf te openbaren. Tegelijkertijd gaat God Zijn openbaring te boven.
*
De uitleg van de Schrift
Nauw verbonden met de vraag naar het gezag van de Schrift is die van de uitleg van de Schrift. De tweede cursusavond is aan de uitleg van de Schrift gewijd. Is het eigenlijk wel mogelijk de werkelijke betekenis van woorden en passages uit de Schrift op het spoor te komen? Zegt de wijze waarop men de Schrift leest en uitlegt, niet minstens zoveel over degene die de Schrift leest en uitlegt dan over de Schrift zelf?
In de postmoderne benadering stelt men dat iedereen de Schrift op zijn of haar manier leest en dat de Schrift geen vaste betekenis heeft. Iedereen leest namelijk de Schrift met een bepaalde bril op. Dat laatste is waar, maar de ene bril is wel veel meer geschikt om de betekenis van de Schrift op het spoor te komen dan de ander. De ene bril past beter bij de Schrift dan de andere bril.
Het verschil tussen de premoderne, moderne en postmoderne benadering van de Schrift en daarmee van Schriftuitleg wordt in dit kader uiteengezet. Ongetwijfeld kan winst worden behaald met inzich-ten van moderne en postmoderne Schriftuitleggers. Inzichten die van na de Verlichting dateren. Echter, als het gaat om onze basishouding moeten we vasthouden aan de premoderne wijze van Schriftuitleg zoals we die vinden bij de kerkvaders, de reformatoren, de puriteinen en hun geestelijke nazaten.
De Schrift heeft een vaste betekenis die wij in principe op het spoor kunnen komen. Onze eigen inzichten en kaders moeten we telkens weer aan de Schrift zelf toetsen, opdat die steeds meer door de Schrift zelf worden gestempeld. We noemen dat wel de hermeneutische spiraal. Bij de herme-neutische spiraal kun je ook denken aan het feit dat je vanuit het geheel van de Schrift de delen gaat verstaan en vanuit de delen het geheel. Zoals we moeten spreken van een kritisch realistische visie op de openbaring, moeten we dat ook doen bij de uitleg van de Schift. Het feit dat de Schrift een vaste betekenis heeft, wil niet zeggen dat wij die vaste betekenis helemaal juist, laat staan volstrekt omvattend, voor ogen hebben.
In de klassieke visie op de uitleg van de Schrift kan uitleg nooit zonder toepassing zijn en is de toepassing zelfs een onderdeel van de uitleg. De Schrift is de stem van de levende God en mag niet worden opgesloten in het verleden. Dit zicht op de Schrift wordt in de nieuwe hermeneutiek niet gedeeld. Daar wordt de Schrift op zijn best als de stem van God in het verleden gezien. Daarom is de uitleg die mede gestempeld wordt door de toenmalige context toen, niet bepalend voor de toepassing van de Bijbeltekst in het heden.
Zo kan men bijvoorbeeld ruimte zien voor de openstelling van de ambten voor de vrouw, terwijl de Bijbelse gegevens die ruimte niet hebben. De context wordt een zelfstandige factor. Echter niet onze context moet de toepassing van de Schrift bepalen maar moet juist onder de koepel van het Bijbelse getuigenis worden gesteld.
In de klassieke visie op de uitleg van de Schrift is de letterlijke of literaire betekenis van de Schrift het uitgangspunt. Van belang is wel te beseffen dat sinds de Verlichting de letterlijke betekenis veel nau-wer opgevat wordt dan daarvoor. In de klassieke zienswijze is niet alleen de historische achtergrond maar ook de gehele canonieke context bepalend om de letterlijke betekenis vast te stellen.
We mogen allerlei hulpmiddelen gebruiken om de Schrift te gaan begrijpen. Dan moeten we ook niet vergeten dat wij niet de eerste zijn die de Schrift lezen. Wij kunnen en mogen ook onze winst doen met inzichten van anderen. Nooit moeten we vergeten dat wij om tot de diepste kern van de Schrift door te dringen de vernieuwende en verlichtende werking van Gods Geest nodig hebben.
*
De betekenis van het kruis
Blaise Pascal die wel het Franse genie is genoemd, zei dat het in het christelijke geloof feitelijk maar om twee leerstukken gaat: de erfzonde en het kruis. Het werk van Jezus Christus als God Die mens werd, is het antwoord van God op de kloof tussen God en mens die met de zondeval is ontstaan. Waarom was het kruis van Christus nodig en wat is de betekenis van het kruis? Op deze vragen wordt de derde cursusavond ingegaan.
In onze tijd wordt de gedachte van plaatsvervanging bekritiseerd. Als het gaat om de betekenis van het kruis wordt gewezen op bevrijding uit de macht van de zonde en de duivel en transformatie tot een nieuw leven. Nu zijn dat ongetwijfeld aspecten van het kruis van de Heere Jezus Christus, maar zij kunnen alleen op de juiste wijze worden begrepen in het licht van het feit dat de Heere Jezus Christus aan het kruis plaatsvervangend de toorn van God over de zonde wegdroeg. In Rom. 5:9 wordt, evenals in Rom. 1:18, weer heel expliciet over Gods toorn gesproken. In Rom. 3:25 lezen we dat Christus gesteld is tot een verzoening. Juist in het licht van het voorafgaande is duidelijk dat verzoening wegdragen van Gods toorn betekent.
Als de liefde van Christus Die plaatsvervangend de toorn van God wegdroeg in ons hart wordt uitgestort, worden we ook gedrongen voor Hem te leven. Nu de schuld is voldaan en de vloek van de wet is weggedragen, is ook duidelijk dat de aanklachten van de duivel hun grond missen. In de eerste vraag en het antwoord van de Heidelbergse Catechismus worden feitelijk alle aspecten van de betekenis van het kruis van Christus kort weergegeven. Laten we vasthouden aan de boodschap van dit leerboek van de kerk om zo bij de boodschap van de Bijbel zelf bewaard te blijven.
*
Wat is Bijbelse bevinding?
De vierde cursusavond gaat over de betekenis van bevinding in het christelijke geloof. Is bevinding nodig? Wat houdt het in? Wanneer heeft bevinding een Bijbels karakter. Bij de beantwoording van deze vragen luisteren we naar de Amerikaanse theoloog van Archibald Alexander. Zijn boek Thoughts on Religious Experience, dat vorig in het Nederlands verscheen onder de titel Gedachten over bevinding, is het prisma dat wij gebruiken in het zoeken naar antwoorden. In het genoemde werk geeft hij een theologie van de christelijke geloofservaring, van de christelijke bevinding.
Archibald Alexander is wel getypeerd als de Shakespeare van het menselijke hart. Op ongeëvenaarde wijze heeft hij de christelijke geloofservaring geschreven. Het meest wezenlijke op het terrein van de godsdienstige ervaring was naar de stellige overtuiging van Archibald Alexander het juiste zicht op de verhouding tussen het Woord van God, de leer der zaligheid en de bevinding. In aansluiting bij Calvijn karakteriseert Alexander de inhoud van Gods Woord als leer.
Onkunde aangaande de geopenbaarde waarheid leidt tot gebreken in de geestelijke oefeningen en ervaringen. Het verstand zag Alexander als de faculteit, het vermogen waardoor de waarheid verstaan wordt. Godsdienstige ervaring die niet gebaseerd is op kennis van de objectieve waarheden van het Woord van God, kunnen wij niet als christelijke geloofservaring zien.
Nadrukkelijk heeft Alexander ware en valse bevinding van elkaar onderscheiden. De maatstaf hierbij was de Heilige Schrift. Kennis van en instemming met de leer waren voor Alexander een noodzakelijk voorwaarden om van christelijke ervaring te kunnen spreken. Waarachtige bevinding ontstaat als de Heilige Geest de waarheden van Gods Woord indrukt in ons hart.
Als het gaat om de prediking stelt Alexander dat deze onderwijzend van karakter moet zijn. Echter het onderwijs, de informatie die gegeven wordt, is geen doel in zich. De preek moet erop gericht zijn dat harten in brand worden gezet. Uiteindelijk kan alleen de Heilige Geest dat bewerken. Echter, een prediking zonder toepassing op het hart is een miskenning van de diepste bedoeling van prediking. Het was de begeerte van Archibald Alexander ‘to inform the head and move the heart’ (het hoofd met kennis te vullen en het hart in brand te steken).