
Andrew S. Malone is lector Bijbelse studies aan het Ridley College in Melbourne. In God’s Mediators. A Biblical Theology of Priesthood laat hij zien dat het hele volk Israël een priesterlijk volk is. Dat houdt niet in de laatste plaats in dat het de taak heeft aan de volkeren van de wereld te tonen wat het betekent om God te dienen. Bij de taak van priesters denken we ook aan het zoeken van toegang tot God. Aanvankelijk was dit de taak van familieoudsten. Onder de mozaïsche wetgeving krijgt de stam van Levi – en binnen deze stam in het bijzonder het geslacht van Aäron – de priesterdienst toebedeeld.
Malone laat zien dat er zowel vanuit het priesterschap van Aäron als vanuit het feit dat het hele volk Israël een priesterlijke roeping heeft lijnen lopen naar het Nieuwe Testament. Het priesterschap van Aäron vindt haar vervulling in het volstrekt unieke priesterschap van de Heere Jezus Christus. Malone onderstreept dat de nieuwtestamentische ambtsdragers nooit de taak hebben te bemiddelen bij de toegang tot God. In die zin kunnen we de nieuwtestamentische ambtsdragers geen priesters noemen.
Malone is zelf anglicaan. Ook in de anglicaanse kerk kan men over priesters spreken. Malone wijst erop dat dan moeten worden beseft dat bij dit gebruik van het woord ‘priester, ‘priester’ is afgeleid van het Griekse woord presbuteros (ouderling).
Als nieuwtestamentische gelovigen priesters worden genoemd en er over priesterlijke dienst (leitour-geō) wordt gesproken, is de achtergrond niet het Aäronitische priesterschap maar wel het feit dat het verbondsvolk een priesterlijk volk is. De nieuwtestamentische christelijke gemeente is geen vervan-ging maar de voortzetting van de oudtestamentische verbondsgemeente. Onder de nieuwe bedeling worden de heidenen in Gods gemeente op gelijke voet geplaatst met de Joden.
Zelf meen ik dat wij iets vrijmoediger dan Malone doet lijnen mogen trekken van het Aäronitische priesterschap naar de nieuwtestamentische gelovigen. Hun hele leven is een dankoffer aan God en in het licht van de Hebreeën mogen we zeggen dat zij allen van het geestelijke altaar Christus mogen eten. En dat niet slechts eenmaal per jaar zoals de oudtestamentische hogepriester maar zelfs elke dag niet het aardse, maar het hemelse heilige der heiligen mogen binnengaan. Zo kan de schrijver van de brief aan de Hebreeën het gebedsleven van nieuwtestamentische gelovigen tekenen.
Samenvattend: Malone schreef een waardevolle studie over de lijnen die vanuit het Oude Testament naar het Nieuwe Testament kunnen getrokken worden als het gaat om het thema van priesterschap. Een studie die helemaal past bij én het hoge academische niveau én het bijbelse gehalte dat ook de andere delen van de serie New Studies in Biblical Theology kenmerkt.
Andrew S. Malone, God’s Mediators. A Biblical Theology of Priesthood, New Studies in Biblical Theology 43 (Londen/Downers Grove: Apollos/IVP, 2017), paperback 248 pp., £ 14,99 (ISBN: 9781783595273)