Een Engelstalige biografie over Herman Bavinck (1854-1921)

Herman Bavink is ongetwijfeld één van de grootste Nederlandse theologen. Zijn vierdelige Gere-formeerde Dogmatiek kan nog altijd als een niet geëvenaard standaardwerk worden gezien. In 2008 verscheen een volledige vertaling in het Engels (een gedeelte van het tweede deel was al in 1951 in het Engels vertaald). Inmiddels geldt dit ook voor het Koreaans en het Portugees, terwijl een verkorte vorm in het Chinees is gepubliceerd.

Samen met Kuyper kan Bavinck worden gezien als de geestelijke vader van het neocalvinisme. Deze term werd oorspronkelijke door tegenstanders gebruikt om hun gedachtegoed te diskwalificeren, maar werd later door Kuyper en Bavinck als een treffende weergave van hun streven gezien: de erfenis van Calvijn in rapport brengen met de eigen tijd.

Reeds kort na de dood van Bavinck schreef J.H. Landwehr een korte biografie met als titel In memo-riam: dr. H. Bavinck. Landwehr had onder Bavinck gestudeerd toen deze verbonden was aan de Theo-logische School te Kampen. Hij had altijd contact met zijn leermeester gehouden. In 1921 verscheen ook een wat uitgebreidere biografie over Bavinck van de hand van V. Hepp, zijn opvolger aan de Vrije Universiteit. Daarna bleef het een lange tijd stil.

In 1966 kwam een nieuwe biografie over Bavinck van de pers van de hand van de gereformeerd vrijgemaakte predikant dr. H. Bremmer, die dat jaar op Bavink als dogmaticus was gepromoveerd. Hij gaf de biografie de titel Herman Bavinck en zijn tijdgenoten. Een titel die de focus van zijn biografie duidelijk maakt. Bremmers biografie is gebaseerd op uitgebreid bronnenonderzoek.

Ook in het Engels zijn een aantal biografieën over Bavinck verschenen. Deze worden in de schaduw gesteld door die van James Eglington die in 2020 bij Baker Academic verscheen. Eglington heeft zelfstandig bronnenonderzoek verricht. Uitvoeriger dan bij Bremmer komt de familiegeschiedenis van Bavinck naar voren.

Eglinton bestrijdt dat er een spanning is tussen wat wel genoemd is de moderne en orthodoxe Bavinck. Bavinck wenste in de moderne tijd een orthodox theoloog te zijn. Hij laat zien dat hij de gerichtheid op de cultuur en de samenleving al van huis uit meekreeg. De afgescheiden geloofsrichting waaruit Bavinck voortkwam, was in dit opzicht veelkleuriger dan wel eens is gedacht. Zeker is dat Jan Bavinck er geen moeite mee had dat zijn zoon in Leiden ging studeren.

Bavinck was al wat ouder toen hij in het huwelijk trad. Nieuw was voor mij de liefde van Bavinck voor Amelia Dekker. Haar vader gaf geen toestemming voor een huwelijk. Niet duidelijk is in hoeverre Amelia zelf echt iets voor Herman voelde. Eglinton suggereert dat voor haar vader bij het weigeren een factor geweest moet zijn dat hij echt een man was die leefde uit de erfenis van de Nadere Refor-matie.

Bij Bavink zelf zien we een kritische verbondenheid met het gereformeerde piëtisme. Aan die ver-bondenheid gaat Eglinton naar mijn overtuiging te veel voorbij. Zo schenkt hij geen enkele aandacht aan de voorrede die Bavinck in 1904 schreef in de heruitgave van de werken van de gebroeders Erskine. Wel noemt hij Bavincks voorwoord in de heruitgave van de Bijbelverklaring van Matthew Henry.

Bij mijzelf is er sprake van een kritische verbondenheid met Bavinck. Met Bavinck ben ik ervan over-tuigd dat een christen een roeping heeft in de samenleving en in de wetenschap. Ik zeg hem en Kuyper echter niet na dat er een zelfstandig programma van algemene genade is naast dat van de bijzonder genade.

Bavinck heeft over zijn studie in Leiden verteld dat zij hem de kinderlijke onbevangenheid in het gelo-ven ontnam. Toch had hij geen spijt van zijn keuze dat hij daar was gaan studeren. Leiden had hem in wetenschappelijk opzicht ook veel geschonken. Bavinck heeft intellectuele worstelingen gekend. Fei-telijk tot zijn dood toe. Echter, ook wat hij bij zijn vijfentwintigjarig ambtsjubileum betuigde, is tot zijn dood waar gebleven: ‘Ik heb het geloof behouden.’

Bavinck bleef een gereformeerd christen voor wie het ‘alzo zegt de Heere’ (deus dixit) onopgeefbaar was en het einde van alle tegenspraak. Daarom kon hij niet mee gaan met de nieuwe wegen die zijn leerling B. Netelenbos ten aanzien van het Schriftgezag insloeg. Zonder twijfel had hij eenzelfde houding ingenomen ten aanzien van J.H. Geelkerken die na zijn dood vragen stelde bij de aard van de historiciteit van Genesis 2-3. Bavinck stelde niet dat hij antwoorden had op alle vragen rond de schepping van de mens en van de wereld, maar zijn grote bezwaar was dat de Schrift niet meer zonder reserve als de stem van God werd geaccepteerd.

Na Bavincks dood ontstond in 1926 rond Geelkerken een nieuwe kerkformatie: de Gereformeerde Kerken in Hersteld Verband. Aanleiding was de schorsing van Geelkerken. Die had vragen gesteld bij de aard van de historiciteit van Genesis 2-3. Bavincks vrouw, hun enige dochter Johanna en zijn schoonzoon voegden zich bij deze kerkformatie.

Voor Bavincks vrouw was een belangrijke reden dat in 1927 de Gereformeerde Kerken vasthielden aan de praktijk dat alleen mannelijke leden mogen stemmen in kerkelijke vergaderingen. In de Gere-formeerde Kerken in Hersteld Verband hadden ook de vrouwen stemrecht. Voor haar woog de uitleg van Genesis 2-3 – en daarachter het volstrekte gezag van de Schrift – blijkbaar minder zwaar dan voor haar man. In onderscheid met Kuyper had Bavinck bij zijn leven wel gepleit om in de politiek het kiesrecht aan vrouwen toe te kennen en het ligt voor de hand dat hij op dit punt niet anders dacht dan zijn vrouw.

Ontroerend blijft het levenseinde van Bavinck zoals beschreven door Landwehr. De grond van zijn zaligheid lag niet in het feit dat hij een gereformeerd theoloog was van formaat en een vierdelige gereformeerde dogmatiek had geschreven, maar enkel en alleen in het kruis van Christus. Dieper dan ooit tevoren in zijn leven, zo beschrijft Landwehr, leerde Bavinck verstaan dat zalig worden alleen genade is. In zijn boekje De zekerheid van het geloof had Bavinck geschreven dat de kracht van het christelijke geloof niet in de laatste plaats blijkt op het sterfbed.Zijn eigen levenseinde heeft de waarheid daarvan krachtig onderstreept.

N.a.v. James Eglinton, Bavinck: A Critical Biography (Grand Rapids: Baker Academic, 2020), hardcover 480 pp., $44,99 (ISBN 9781540961358)

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s