Eredienst volgens de Reformatoren

Na Reading the Scriptures with the Reformers en Doing Theology with the Reformers verscheen bij IVP Academic in 2021 Worshipping with the Reformers. De auteur is Karin Maag is professor en directeur van het Henry Meeter Center for Calvin Studies verbonden met Calvin University. Het die-nen en eren van God vormt het centrum van het leven van christenen. De zestiende-eeuwse Refor-matie wenste ook hierin terug te keren naar de Schrift. De Schrift leert ons op welke wijze wij God behoren te dienen.

Maag begint haar studie met het gaan naar de kerk, terwijl het laatste hoofdstuk aan eredienst buiten de kerk is gewijd. Uit de introductie blijkt dat het op iemand uit de zestiende eeuw een geweldige indruk kon maken dat hij in zijn eigen taal de gehele gemeente in zijn moedertaal psalmen hoorde zingen, dat ook het gebed in de moedertaal werd gebeden en de preek het centrum van de eredienst vormde. Hiermee zijn direct een aantal significante verandering aangegeven die de Reformatie aanbracht in de liturgie.

Overigens was er bepaald geen volstrekt liturgische eenvormigheid binnen de kerken van de Refor-matie. Zwingli schafte het zingen geheel af. Hij vreesde dat het afleidde van datgene waar het wer-kelijk om ging. Luther was niet alleen een geweldig liefhebber van muziek maar dichtte ook zelf lie-deren. De Reformatie vond niet in de laatste plaats ingang in de harten van mensen door het zingen van liederen en Psalmen.

Terwijl in de lutherse kerken ook vrije liederen werden gezongen, was het standpunt van Calvijn dat in de eredienst alleen Psalmen of andere Schriftgedeelten in berijming mochten worden gezongen. In de praktijk werden toch hier en daar enkele vrije liederen gezongen, maar tot in de negentiende eeuw hielden de meeste kerken met een gereformeerde belijdenis zich aan deze regel.

Calvijn meende ook dat onder de nieuwe bedeling muziekinstrumenten geen plaats behoorden te hebben in de eredienst. Nog altijd zijn er een aantal Schotse en Schots-Ierse kerken die daaraan vast-houden. In Nederland kregen in de loop van de zeventiende eeuw orgels weer een plaats in de ere-dienst. Frankrijk, Zwitserland, de gereformeerde gebieden in Duitsland en Hongarije volgden. In lutherse en anglicaanse diensten hield ook koorzang haar plek. In de praktijk ging het dan wel om universiteitskerken, kerken in grote steden en vorstelijke kapellen. Elders was het simpelweg vaak niet mogelijk om op geschoold niveau muziek ten gehore te brengen.

De prediking werd voor de kerken van de Reformatie het centrum van de eredienst. Maag brengt naar voren dat wij hieruit niet mogen afleiden dat in de eeuwen vóór de Reformatie niet werd gepreekt. Vooral onder franciscanen en dominicanen was een aanzienlijk aantal predikers. Al preekte de gees-telijke van de eigen parochie niet, dan kon men toch rondreizende predikers horen.

Het ging de Reformatie niet alleen om prediking als zodanig maar ook om de inhoud van de prediking. In prediking werd de boodschap van zonde en genade ontvouwd en ook leiding gegeven voor de levenspraktijk. Bij doopgezinde predikers had het leerstellige element een veel minder belangrijke plaats en viel alle nadruk op vermaning tot levensheiliging.

Oorspronkelijk stonden de kerken met een gereformeerde belijdenis afwijzend tegenover rouwdien-sten. Maag noemt dat niet, maar dat verklaart dat nog altijd in meerdere kerken met een gerefor-meerde belijdenis formeel de rouwdienst geen zaak is van de kerkenraad, maar van de familie. Uit de eeuw van de Reformatie hebben wij wel lutherse rouwpreken. In deze preken komen de volgende elementen naar voren: troost voor hen die in rouw waren gedompeld, en gekoppeld aan de kort-stondigheid van het leven, de noodzaak van bekering en van een levend geloof in de Heere Jezus Christus.

Zelf merk ik dit al lezend op dat een rouwdienst een dankdienst voor het leven van de overledene te noemen, bepaald niet in de lijn van de Reformatie is. Dan blijft ook weinig ruimte over om degenen die in de rouwdienst aanwezig zijn op de tweeërlei eindbestemming te wijzen en op de noodzaak van bekering.

Zelf heb ik in de loop van de jaren binnen de gereformeerde gezindte meerdere rouwdiensten meege-maakt waarin met geen woord over de noodzaak van bekering werd gesproken. En dat terwijl een substantieel deel van de hoorders de kerk, afgezien van rouwdiensten, nooit van binnen zag. Nu wil ik niet beweren dat wij er maar van uit moeten gaan dat zij die trouw naar de kerk gaan tot God bekeerd zijn en weten van een levend geloof. Echter, als zelfs zij die nooit naar de kerk gaan niet meer worden opgeroepen tot bekering en geloof zijn we wel ver verwijderd van de boodschap van de Reformatie.

Maag wijst erop dat de prediking in principe in de moedertaal plaatsvond. Echter, in academische context hield ook binnen het protestantisme zowel als het ging om de prediking als om de liturgie het Latijn de plaats die zij ook vóór de Reformatie had. De lengte van preken is de eeuwen door een dis-cussiepunt geweest. Gemeenteleden klaagden vaak over te lange preken. Een uur werd door burger-lijke autoriteiten veelal als het maximum gezien.

De Reformatie betekende niet, zo laat Maag zien, het einde van gebedenboeken. Er was onder het volk behoefte aan deze boeken. In lutherse gebedenboeken vindt men gebeden voor allerlei gelegenheden. Ook de Catechismus van Genève van Calvijn besluit met een aantal modelgebeden De Anglicaanse Kerk kreeg in het Book of Comnon Prayer een gebedenboek gestempeld door de theologie van de Reformatie.

Puriteinse predikers waren echter van mening dat een gebed in de eredienst een vrij gebed behoorde te zijn. De synoden van Wesminster maakte dan ook geen alternatief voor Book of Comnon Prayer maar gaf aanwijzingen voor de eredienst waaronder aanwijzingen voor de openbare gebeden.

Luther wees beelden als opstap naar het vereren van heiligen af. Om didactische redenen wilde hij ze niet afschaffen. Vooral ook omdat toen de Reformatie nog maar in haar kinderschoenen stond, Karlstadt hiervoor had gepleit. Dit radicalisme stond Luther tegen. In kerken met een gereformeerde belijdenis zijn geen beelden te vinden. Confessioneel vindt men het gereformeerde standpunt onder andere in de Heidelbergse Catechismus verwoord.

Ook als boeken voor leken (we moeten beseffen dat menigeen nog analfabeet was) worden de beelden afgewezen. God onderwijst niet door beelden maar door de prediking. In lutherse kerk-gebouwen zie je op dit punt meer variëteit dan in de gereformeerde kerkgebouwen. Soms zijn er nog tal van beelden en ook altaarstukken. In andere gevallen is nauwelijks onderscheid met een gerefor-meerd kerkgebouw, omdat men de gereformeerde bezwaren tegen beelden feitelijk onderschreef.

Catechismi, gebedenboeken en psalmboeken en liederenbundels waren ook bedoeld voor huiselijk gebruik. Buiten de officiële erediensten was er grotere veelvormigheid. Puriteinse vroomheid bestond uit gebed, Schriftlezing, meditatie over het gelezen gedeelte en reflectie op de gehoorde preken. In de kerken van de Reformatie werd de pastorale zorg voor zieken en stervenden niet alleen als een taak van geestelijken gezien. Iedereen onder het dak van een zieke of stervende had hierin een taak.

Het boek van Maag biedt nog meer dan ik in deze bespreking laten zien. Historische gegevens zijn op zich nog niet richtinggevend. Zij moeten aan de Schrift worden getoetst. Als het gaat om de toepassing van de Schrift op allerlei terreinen kunnen we echter alleen tot onze schade de geschiedenis verwaar-lozen. De kerkgeschiedenis leert ons hoe vorige generaties dit deden en wat hun overwegingen waren. Ik wil de studie van Maag vanuit dit gezichtspunt dan ook hartelijk aanbevelen.

Karin Maag, Worshipping with the Reformers (Downers Grove: IVP Academic, 2021), paperback 248 pp., $24,- (ISBN 9780830853021).

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s