
Na het overlijden van Elisabeth II is haar zoon Charles koning van het Verenigd Koninkrijk geworden. Het zal nog enige tijd duren vóór de officiële kroning plaats vindt. Als vorst krijgt hij onder andere de titel ‘Defensor Fideï’ (Beschermer van het geloof). Als eerste droeg Hendrik VIII deze titel. Hij ontving hem op 11 oktober 1521 van paus Leo X als dank voor zijn geschrift Assertio Septem Sacramen-torum (Verdediging van de zeven sacramenten). In dit geschrift keerde Hendrik VII zich tegen Luther en verdedigde hij dat het huwelijk een sacrament is en kwam hij op voor de suprematie van de paus.
In 1530 brak Hendrik VIII met de paus. De reden was dat de paus zijn huwelijk met Catharina van Aragon niet nietig wilde verklaren. Hendrik VIII benoemde nu zichzelf tot ‘supreme head’ van de Kerk van Engeland. Sinds de troonbestijging van Hendriks dochter Elisabeth I zijn de Britse vorsten geen ‘supreme head’ maar ‘supreme governor’ van de Kerk van Engeland.
Met de verandering in titel wilde men duidelijk maken dat alleen Christus Koning en Hoofd van de Kerk mag worden genoemd. De titel ‘supreme governor’ maakte duidelijk dat de Engelse vorst de taak had het welzijn van de Kerk van Engeland te bevorderen. Concreet hield het in dat de vorst het recht had de bisschoppen en de aartsbisschoppen te benoemen.
In artikel 37 van de Negenendertig Artikelen (de officiële geloofsbelijdenis van de Kerk van Engeland) wordt de positie van de vorst als volgt verwoordt: ‘De majesteit van de koningin heeft de belangrijkste macht in dit Koninkrijk van Engeland, en de andere gebieden waarover zij regeert. Aan haar kom tin allee gevallen de hoofdregering van alle standen van dit rijk toe, of ze nu kerkelijk of burgerlijk zijn, in alle gevallen in aanmerking komt. Ze is niet onderworpen en behoort niet onderworpen te zijn aan enige buitenlandse jurisdictie. (…) Wij geven onze vorsten niet de bediening van Gods Woord, noch van de sacramenten (…) maar alleen dat voorrecht, waarvan we zien dat het altijd door God zelf aan alle godvruchtige vorsten in de Heilige Schrift is gegeven; dat wil zeggen, dat zij alle standen en graden die door God aan hun leiding zijn toevertrouwd, of ze nu kerkelijk of tijdelijk zijn, moeten regeren en met het burgerlijke zwaard de koppige en boosdoeners moeten beteugelen. De bisschop van Rome heeft geen jurisdictie in dit Koninkrijk van Engeland.’
Concreet wijst artikel 37 van de Negenendertig Artikelen de claim van politieke paus af dt vorsten aan hem onderworpen zijn. Ik ga nu voorbij aan de vraag of in het licht van de Bijbel de positie die de Negenendertig Artikelen aan de vorst toekent helemaal te rechtvaardigen is. Zeker is dat een overheid nooit neutraal is en kan zijn. Het is positief dat van de Engelse vorst en verwacht wordt dat hij zich inzet voor het behoud van het protestantse karakter van de Kerk van Engeland.
Sinds 1603 worden de kronen van Engeland en Schotland door dezelfde vorst gedragen (union of crowns) en geldt deze verplichting ook voor de Britse vorst. In dit licht wordt de titel Defensor Fideï verstaan. Sinds 1714 staat op de Britse munten de afkorting FD of FID DEF. Daarmee wordt naar deze titel verwezen. Ik wijs er nog op dat met de vereniging het Schotse en het Engelse parlement in 1707 (union of parliaments) we spreken over het Verenigd Koninkrijk.
Heel nadrukkelijk wordt het protestantse karakter van het Verenigd Koninkrijk verwoord in de kroningseed die vanaf de ‘Glorious Revolution’ (Glorierijke revolutie) van 1688 wordt gebruikt. Willem III van Oranje stak over naar Engeland om de confrontatie aan te gaan met zijn rooms-katholieke schoonvader Jacobus II. Het doel was de vrijheid van Groot-Brittannië en die van het protestantisme veilig te stellen. Dat werd uitdrukkelijk zo verwoord op de wimpel van de prinsenvlag van het fregat waarmee Willem III naar Engeland overstak. Daarop stonden de woorden: ‘Voor de protestante religie en de vrijheden van Engeland. Je maiteindrai.’
Willem en Mary werden op 11 april 1689 in Westminster Abbey beiden tot vorst gekroond. Willem had namelijk van tevoren aangegeven, wel te hulp te willen komen maar dat hij geen onderdaan van zijn vrouw wenste te zijn. Mary van haar haar kant had gesteld dat zij een prins van Oranje niet als onderdaan wenste. Men kon deze constructie rechtvaardigen, omdat Willems moeder een zus was van Jacobus II. Normaal zouden de vragen van de kroningseed door de aartsbisschop van Canterbury aan hen zijn voorgelegd. Omdat de toenmalige aartsbisschop van Canterbury William Sancroft weigerde zijn gehoorzaamheid aan Jacobus II op te geven, nam de bisschop van Londen zijn plaats in.
De vragen die bij hun kroning in 1689 in de Westminster Abbey door bisschop van Londen aan hen werden gesteld, zijn ook aan Elisabeth door de aartsbisschop van Canterbury gesteld toen zij op 2 juni 1953 officieel gekroond werd tot vorst van het Britse rijk.
Het gaat mij nu om de volgende vraag:
‘Zult u met alle kracht die in u is, opkomen voor de wetten van God en de ware belijdenis van het Evangelie? Zult u met alle kracht die in u is, in het Verenigd Koninkrijk opkomen voor de protestantse gereformeerde religie vastgelegd in de wet? Zult u opkomen voor de plaats van de Kerk van Engeland en de leer, eredienst, tucht en regering ervan zoals vastgelegd in de wet en die zonder er iets aan te schenden bewaren? Zult u alle rechten en privileges van de bisschoppen en geestelijkheid van Enge-land en de Kerken aan hen toevertrouwd, die hun krachtens de wet toekomen of zullen toekomen, bewaren?’
Daarop heeft de koningin geantwoord: ‘Dit alles beloof ik te doen’
Laten we wat er over de bisschoppen wordt gezegd buiten beschouwing, dan is dit een eed met een diepe inhoud. De Britse vorst is geroepen een zoogvrouw van Gods Kerk te zijn in haar gereformeerde en protestantse karakter. Zolang deze eed van kracht is, kan een Brits vorst daarop worden aange-sproken en dat is een zeer goede zaak.
Straks zal blijken of deze zelfde eed ook gebruikt wordt bij de kroning van Charles III. Helaas kunnen we daar niet zondermeer vanuit gaan. De secularisatie heeft ook in het Verenigd Koninkrijk om zich heen gegrepen. Tijdens de zeventigjarige regering van Elisabeth II kreeg het Verenigd Koninkrijk steeds minder een christelijk en protestants karakter. Zelf heeft Elisabeth II haar protestantse over-tuigingen nooit verborgen. Voor Charles III ligt dat anders.
Orthodoxe protestanten waren verontrust en verontwaardigd zijn toen hij op zondag 13 oktober 2019 de mis tere ere van de canonisering van John Henry Newman in de Sint Pieter te Rome bij-woonde. Charles III heeft ook als kroonprins gesteld dat hij zichzelf als ‘verdediger van geloven’ ziet en daarbij niet wil uitgaan van de uniciteit van het christelijk geloof, laat staan van de claim van het protestantisme dat de Kerk van de Reformatie de gereformeerde, katholieke Kerk is.
Laat ons gebed zijn dat de Britse kroningseed niet wordt gewijzigd. Dan kan ook in de toekomst de Britse vorst erop worden aangesproken dat hij geroepen is het gereformeerde geloof te belijden en het welzijn ervan te zoeken. Verheugend en moedgevend is dat Charles III afgelopen zaterdag in Londen bij een ceremonieel dat verbonden is met zijn kroning tot koning van Schotland heeft beloofd: ‘Ik Charles III, bij de gratie Gods, van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en van mijn andere koninkrijken en gebieden, koning, verdediger van het geloof, beloof en zweer dat ik de regeling van de ware protestantse religie onschendbaar zal handhaven en behouden, zoals vastgesteld door de wetten die in Schotland zijn gemaakt (…).’