Wat is geestelijk leven en waarin bestaat opwas in de genade? (slot)

Vrede met God door het bloed van het kruis

Er is alleen vrede met God door het bloed van het kruis van onze Heere Jezus Christus. Zijn komst is onder de oude bedeling toegezegd. Dat begon met de moederbelofte. Op Golgotha is metterdaad de hitte van Gods gramschap geblust. De zonde van de wereld is weggedragen. De Heere Jezus Christus heeft volkomen voor al de Zijnen betaald. Aan de Heere Jezus Christus en Zijn werk krijgen we deel als de Heilige Geest het levend geloof in ons hart werkt en ons zo met de Zaligmaker verenigt.

In de Middeleeuwen is in bepaalde mystieke kringen de gedachte verdedigd dat de beste weg om tot zekerheid van de zaligheid te komen de bereidheid is om God liever te hebben dan de eigen zaligheid, ja de bereidheid om voor eeuwig verloren te gaan. Voordat de reformatorische doorbraak in het leven van Luther plaatsvond en hij leerde verstaan dat de gerechtigheid van God in het Evangelie niet iets is dat Hij van ons vraagt, maar dat Hij ons schenkt, heeft Luther hier en daar ook gedachten in die richting geuit. Reeds toen meende hij dat deze weg uitzonderlijk was en dat de bereidheid metterdaad verloren te gaan er hooguit niet langer dan een moment kon zijn.

Nadat hij het volle zicht krijgt op de gerechtigheid van Christus die ons uit louter genade wordt ge-schonken en toegerekend, wijst Luther uitsluitend op het offer van Christus, de wonden van Christus en op Gods beloften die in Christus ja en amen zijn. Daar en daar alleen moeten wij ons houvast ons leven lang zoeken.

In delen van de gereformeerde gezindte is de gedachte dat men God en Zijn recht liever moet hebben dan eigen zaligheid soms zo uitgewerkt dat deze weg niet alleen nodig is om tot geloofszekerheid te komen, maar dat dit de weg is tot de zaligheid zelf. Het kan zijn dat mensen in een stuk onwetendheid zo spreken. Zij bedoelen dan dat zij hebben leren beseffen dat zij de rampzaligheid hebben verdiend en zo voor zichzelf zicht hebben gekregen op het feit dat van de Heere Jezus voor hen en in hun plaats de schuld heeft betaald. Is dat het geval, dan moeten we mild zijn in ons oordeel, maar er toch in alle liefde op wijzen dat de gebruikte formulering ongelukkig is en alles behalve Bijbels is.

Wie de woorden letterlijk neemt, moet immers concluderen dat de persoon in kwestie zich ten diepste boven de Heere Jezus verheft. De Heere Jezus bad in de hof van Gethsemané: ‘Mijn Vader, indien het mogelijk is, laat dezen drinkbeker van Mij voorbijgaan? doch niet, gelijk Ik wil, maar gelijk Gij wilt.’ (Mat. 26:39). Als de Heere Jezus als God Die mens werd vroeg of er mogelijkheid was of Hij de drinkbeker van Gods toorn niet behoefde leeg te drinken, welke waarde moeten wij dan toekennen aan de bereidheid van een mens dat wel te doen?!

Het getuigt van onkunde zowel met betrekking tot Gods heiligheid als met betrekking tot het offer van Christus. Eigenlijk geeft men aan dat men bereid is zelf te betalen aan het aflossen van de schuld voor God. Die bereidheid om zelf te betalen heeft geen betekenis. Zelfs niet als men zijn eigen ziel als betaalmiddel aanbiedt. Nodig is dat wij enkel en alleen op het verzoenend lijden en sterven van de Heere Jezus Christus leren steunen.

Op Golgotha is Hij plaatsvervangend de helse pijn ingegaan. Hij heeft uitgeroepen: ‘Eli, Eli, lama sabachtani, dat is: Mijn God! Mijn God! Waarom hebt Gij Mij verlaten’ (Mat. 27:46), opdat iedereen die in Hem gelooft en op Hem leunt de troost zou ontvangen dat God hem in zijn hoogste aanvechtingen nooit verlaat. Wat is de zaligheid duur betaald en wij hebben er helemaal niets aan mee hoeven te betalen en zelfs niet de bereidheid daartoe uit te spreken.

Met Verloop heb ik het ook over deze zaak gehad. Hij zei dat iemand die meent Gods recht liever te hebben dan zijn eigen zaligheid, afgaande op de gebruikte woorden daarmee aangeeft dat hij noch de ernst van Gods heiligheid noch de kracht van het offer van Christus kent. Als iemand deze zaak zo zei en werkelijk zo bedoelde en niet meer had dan dat, was er voor Verloop maar één conclusie mogelijk: ‘De persoon in kwestie bewandelt de uiterst rechterkant van de brede weg. Hij zoekt nog altijd de zaligheid in wat hij doet of wil doen in plaats dat hij rust op het volkomen offer van Christus.’

De grote vraag is altijd: ‘Wie is de Heere Jezus Christus voor u?’ Heel mooi vinden we dit verwoord in een gezang van de Werkendamse predikant Johannes Groenewegen:

Zoete banden, die mij binden

Aan des Heeren lieve volk.

Wis, zij zijn mijn hartevrinden,

Hunne taal mijn hartetolk;

*

’t Zijn de kind’ren van mijn Vader

En van ’t zelfde huisgezin.

Wij bestaan elkander nader,

Dan de band van aardse min.

*

Ach, hoe kan ’t mijn hart vervoeren,

Als dat volk aan mij verhaalt,

Waar gevallen zijn hun snoeren,

En hun harte onbepaald

*

Aan de Heere is verbonden;

Hoe z’ omhelsden ’t Godes Lam,

Tot verzoening voor de zonden,

Hoe hun Jezus ’t harte nam.

*

In de prediking moet in de naam van Christus een huwelijksaanzoek aan onbekeerden worden gedaan

Verloop bood ruim en onbevangen de Heere Jezus Christus aan onbekeerden aan. Meer dan eens werd zijn kerkgebouw gebruikt voor doordeweekse samenkomsten die vanuit stichtingen of organi-saties werden belegd. Als het even kon, woonde Verloop deze samenkomsten bij. Graag wilde hij van anderen leren en vooral hij wist dat hij ook zelf de prediking van het Evangelie als brood voor de ziel nodig had. Meer dan eens luisterde hij met instemming, maar dat was niet altijd het geval.

Het kwam ook wel voor dat hij bij het beluisteren van een toespraak zich aanvankelijk de vraag stelde: ‘Bied ik Christus dan te ruim aan? Zet ik de deur te wijd open?’ ‘Echter,’ zo zei hij, ‘dan kwam ik er achter dat de voordeur weliswaar gesloten bleef of maar op een kier gezet, maar dat vervolgens de achter-deur wagenwijd werd opengezet.’ Hij doelde dan op het feit dat in de bewuste toespraken vragen werden gesteld als: ‘Ga je niet rustig over de wereld? Loop je in je gemis? Kunt u er zichzelf niet bijrekenen?’ En dergelijke vragen meer. Dan werd duidelijk gemaakt: ‘Herken je jezelf hierin dan is het goed. Dan is God met je begonnen.’

Het grote bezwaar van Verloop hiertegen was dat het eerste kenmerk van een kind van God onge-noemd bleef, namelijk een levend geloof in de Heere Jezus Christus. Tegen een ontwaakte zondaar werd gezegd dat hij een geredde zondaar was in plaats dat hij werd aangespoord de toevlucht te nemen tot Christus om gered te worden.

In de lijn van de puriteinen kon Verloop de aanbieding aan onbekeerde zondaren met een huwelijks-aanzoek vergelijken. In naam van Zijn zender de Heere Jezus Christus mag een predikant dat aanzoek doen. ‘Christus wil u tot een levend lid van Zijn Bruidskerk maken. Hij nodigt u uit tot Hem te vluchten.’ Zo is de prediking ook niet vrijblijvend. Wie niets doet, doet ook wat. Of wij wijzen het aanzoek van Christus af omdat Hij voor ons geen gestalte of heerlijkheid heeft of wij kunnen en willen niet anders dan erin bewilligen. Hoe klein en gering ook ons zicht op de Middelaar mag zijn, we zien iets van Zijn schoonheid.

Mijn hart, vervuld met heilbespiegelingen,
Zal ’t schoonste lied van enen Koning zingen,
Terwijl de Geest mijn gladde tonge drijft,
Is z’ als de pen van een, die vaardig schrijft.
Beminlijk Vorst, uw schoonheid hoog te loven,
Gaat al het schoon der mensen ver te boven;
Gena is op uw lippen uitgestort,
Dies G’ eeuwiglijk van God gezegend wordt.

(Psalm 45:1 berijmd)

Wie hier zo de lof van het Lam, hoe gebrekkig ook, mag bezingen, mag dat eenmaal samen met al de heiligen volmaakt doen. Dit is de enige weg. Een andere is er niet.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s